560 likes | 699 Views
“Wakker liggen en dromen over Kerst”. Kerstavond 2013. Voor de dienst zingen we: Gezang 143. 2. Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
E N D
“Wakker liggen en dromen over Kerst” Kerstavond 2013
2. Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
3. Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
3. Mensen, heb je 't wel verstaan: Christus is geboren. 't Lieve leven vangt nu aan voor wie Hem behoren. Want de vrede van de Heer
daalde op de aarde neer. Wij zijn niet alleen, ga naar Beth’lem heen. In een kribbe moet je zoeken 't kindje in de doeken.
3. Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden die Koning.
4. O kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefd' in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
1. Hoor de engelen zingen d'eer van de nieuw geboren Heer! Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door,
zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem! Hoor de engelen zingen d'eer van de nieuw geboren Heer!
2. Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt,
tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de eng'len zingen d'eer van de nieuw geboren Heer!
Allen 1. In Bethlehems stal lag Christus de Heer, in doeken gehuld, als kindje terneer. Voor Hem was geen plaats meer in herberg of huis; Zijn wieg was een kribbe, Zijn troon was een kruis.
Vrouwen en meisjes 2. Zo arm werd de Heer, der engelen Heer, die zondaren mint, zo nameloos teer; die hun wil vergeven, hoeveel het ook zij; zo arm werd de Heiland voor u en voor mij.
Mannen en jongens 3. Lam Gods, voor de schuld der wereld geslacht, dat eens aan het kruis voor mij hebt volbracht. Ik kniel voor uw kribbe met dankend gemoed, en breng U eerbiedig mijn zeeg'nende groet.
Allen 4. U wijd ik mijn vreugd, mijn leven, mijn hart; bij U wil ik zijn in blijdschap en smart. Geef Gij mij een harte, dat steeds U bemint, dan ben ik van nu aan voor eeuwig Gods kind.
3. O God ons heil, ons hoogste goed, Gij werd een mens van vlees en bloed, werd onze broeder, en door U zijn wij Gods eigen kindren nu.
5. U, die voor ons geboren zijt, U zij ons hart, ons lied gewijd. Wij voegen juichend onze stem bij 't englenheir van Bethlehem.
2. De maagd Maria baarde haar eerstgeboren zoon; God vestigt hier op aarde in vlees en bloed zijn troon: Die ons is toegewijd geeft ogen, handen, voeten aan zijn lankmoedigheid.
4. Geloofd zij uw victorie, uw majesteit, uw macht; U zij de eer, de glorie voor eeuwig toegebracht! Toonbeeld van Gods geduld, nu hebt Gij onomwonden de hemel ons onthuld!
4. Hij is 't waard, Hij is 't waard, Die Zichzelf niet heeft gespaard, Om het eeuwig, zalig leven Aan verloornen weer te geven. Schoon 't Hem 't bitterst lijden baard'!
5. 't Is de Heer, 't is de Heer! Laat ons zingen Hem ter eer. 't Kerstfeest moog' ons vrolijk maken, 's Heren vriend'lijkheid doen smaken; Dat Zijn Heil'ge Geest 't ons leer'!
1. Midden in de winternacht, ging de hemel open. Die ons ‘t Heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen.
Elke vogel zingt zijn lied; herders waarom zingt gij niet? Laat de cither slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren!
2. Vrede was het overal, wilde dieren kwamen bij de schapen in de stal en zij speelden samen.
Elke vogel zingt zijn lied; herders waarom zingt gij niet? Laat de cither slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren!
3. Ondanks winter, sneeuw en ijs bloeien alle bomen, want het aardse paradijs is vannacht gekomen.