520 likes | 666 Views
xls b. vrbd xls y Jislach de varo Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen. Psalm 107:20. Besjalach Met het wegzenden Exodus 13:17-17:16. xlsb. Besjalach Met het wegzenden. Door de hand van Adonai. Door de hand. D e hand is het uitvoerende orgaan.
E N D
xlsb vrbdxlsy Jislach de varo Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen. Psalm 107:20 Besjalach Met het wegzenden Exodus 13:17-17:16
xlsb Besjalach Met het wegzenden Door de hand van Adonai
Door de hand De hand is het uitvoerende orgaan
hla Eloah e.v. Myhla Elohiem Meervoudige godheid xlsb In 11 dagen hadden ze er kunnen zijn, maar de Eeuwige kiest voor een PEL project. Exodus 13:17A MyhlaMxn-alv Meh-X[a herpxlsbyhyv Waj’hibe’sjalachParoh et ha’amwe’lonachamelohiem Er was toen Farao het volk zond en niet begeleiddeElohiemhen -Np BMyhlarmaykaVhbvrqyk My[slpJraKrd derecheretzpelisjtiemki’qarov hoe ki’amarelohiem pen op de weg van het land van de Pelisjtieten in de buurt, Elohiem zei HhmyrjmVbsvhHmxlm M[arBbMehMxny inachemha’ambirótammilchamahwe’sjavoemitzremah Zucht het volk, wanneer ze de strijd ziet en terugkeert naar Egypte Besjalach Met het wegzenden
De hand des HEREN is ?.......... De hand van de Egyptenaren is Farao Ex.14:30 MyrjmdDymlarsy-[a aVhhMvybhHvhyesvyv Wajosja JHWH bajomhahoe et jisraelmi jadmitzrajim En verloste de JHWH Israël op die dag uit de hand van de Egyptenaren Hhvhy-dy Hand des HEREN
MyhlahKaAlm malak ha elohiem boodschapper van Elohiem Ex.14:30 (uitgangstekst) lLarsyhHnxmynflKlhhMyhlahKaAlmewyv Wajisahmalak ha elohiemha holechlifnémachanèhjisrael En trok op bode van Elohiemging voor het aangezicht leger van Israël
KaAlm malak Engel Michaël en Gabriël 12e eeuw Beschermengel Kerkorgelengel Is dit waar het om draait bij de malak?
KaAlm malak Engel Grieks-Romaans Angelos China Egypte Is dit waar het om draait bij de malak?
Hagai 1:13 hHvhyKaAlmygxrmayv Wajomerchagaimalaki JHWH En sprak Haggai de bode van JHWH En sprak Haggai de engel van JHWH Ook een mens kan een malak zijn!
KaAlm Maleachi ykaAlm Mijn boodschapper Ook een mens kan een malak zijn! k- kaf K– slot kaf
RrmalyrmahKlmNxyw-la Mykalmlarsyxlsyv Wajishlachjisraëlmalakiem el sichonmelekha’emorilemor En zond Israël boden naar Sichon, de koning van de Emorieten zeggende Numeri 21:21 Ook een mens kan een malak zijn!
Zacharia 1: 12 Toen nam de Engel des HEREN het woord en zeide: HERE der heerscharen, hoelang nog zult Gij zonder erbarmen zijn over Jeruzalem en over de steden van Juda, waarop Gij nu reeds zeventig jaren toornig zijt? 13 De HEREantwoordde daarop de engel die met mij sprak, met goede woorden, troostrijke woorden. 14 Vervolgens zeide tot mij de engel die met mij sprak: Predik: zo zegt de HERE der heerscharen: Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand, 15 maar Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl Ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade. 16 Daarom, zo zegt de HERE: Ik keer in erbarming tot Jeruzalem weder; mijn huis zal daarin gebouwd worden, luidt het woord van de HERE der heerscharen, en het meetsnoer zal over Jeruzalem gespannen worden. 17 Predik verder: Zo zegt de HERE der heerscharen: Wederom zullen mijn steden overvloeien van het goede; nóg zal de HERE Sion troosten, Jeruzalem nóg verkiezen. Malak JHWH ≠ JHWH Tsewaot
Wij zullen zeker sterven, want wij hebben God gezien. De Engel des HEREN = GOD Richteren 13: 19 Daarop nam Manoach een geitebokje en een spijsoffer en offerde dit op een rots aan de HERE. Toen deed Hij een wonder, terwijl Manoach en zijn vrouw toezagen. 20 Terwijl de vlam van het altaar omhoog steeg naar de hemel, voer de Engel des HEREN op in de vlam van het altaar. Toen Manoach en zijn vrouw dit zagen, wierpen zij zich op hun aangezicht ter aarde. 21 De Engel des HEREN verscheen niet meer aan Manoach en zijn vrouw. Toen begreep Manoach, dat het de Engel des HEREN geweest was. 22 En Manoachzeide tot zijn vrouw:………………………….
De Engel de HEREN ≠ GOD De Engel des HEREN = GOD
WAAROM? geloven Joden en Christenen In een scheppende God? in een sprekende ezel ? In een splijtende zee? In een zon die stil staat? Manna uit de hemel? Vuur uit de hemel dat een altaar aansteekt? Een kruikje olie dat niet leegraakt? Opwekken van doden?
WAAROM? Is het zo moeilijk om te geloven dat God Geest is en zich openbaart in zijn Messias, zijn rechterhand, de uitvoerder van zijn macht?
Gen.16: 10 En de Engel des HERENzeide tot haar, de Eeuwige heeft gezegd: Ik zal uw nageslacht zeer talrijk maken, zodat het vanwege de menigte niet geteld kan worden. Gen.16: 10 En de Engel des HERENzeide tot haar: Ik zal uw nageslacht zeer talrijk maken, zodat het vanwege de menigte niet geteld kan worden. Ex.3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik stond in brand, maar werd niet verteerd. 3 Mozes nu dacht: Laat ik toch dat wondere verschijnsel gaan bezien, waarom de braamstruik niet verbrandt. 4 Toen de HERE zag, dat hij het ging bezien, riep de Engel des HEREN uit de braamstruik toe: Mozes, Mozes! En hij antwoordde: Hier ben ik. 5 Daarop zeide Hij: Kom niet dichterbij: doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilige grond. 6 Voorts zeide Hij de HERE zegt: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Toen verborg Mozes zijn gelaat, want hij vreesde God te aanschouwen. Ex.3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik stond in brand, maar werd niet verteerd. 3 Mozes nu dacht: Laat ik toch dat wondere verschijnsel gaan bezien, waarom de braamstruik niet verbrandt. 4 Toen de HERE zag, dat hij het ging bezien, riep God hem uit de braamstruik toe: Mozes, Mozes! En hij antwoordde: Hier ben ik. 5 Daarop zeide Hij: Kom niet dichterbij: doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilige grond. 6 Voorts zeide Hij: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Toen verborg Mozes zijn gelaat, want hij vreesde God te aanschouwen. De Engel des Heren spreekt in de eerste persoon Richteren 2: 1 Toen ging de Engel des HEREN van Gilgal naar Bokim en zeidede HERE zegt: Ik heb u uit Egypte doen trekken en gebracht in het land dat Ik uw vaderen onder ede beloofd had, Richteren 2: 1 Toen ging de Engel des HEREN van Gilgal naar Bokim en zeide: Ik heb u uit Egypte doen trekken en gebracht in het land dat Ik uw vaderen onder ede beloofd had,
Malak Engel = boodschapper Boodschapper ≠ engel
Malak Adonai Is niet per definitie een engel Spreekt in de eerste persoon Heeft de autoriteit van JHWH Wordt JHWH genoemd
Joden en Christenen zijn niet eenduidig over de malak Adonai
Hhar Ra’ah zien tonen Gen.12:7 Mrba-la hvhyaryv WajeraJHWH el Avraham En verscheen JHWH aan Abraham JHWH liet zich zien aan Avraam (Tora van Buijs en Storm) Maar de Ene laat zich aan Abraham zien (Naardense vertaling) Toen verscheen de HEERE aan Abraham (Herziene Staten Vertaling) “There God becamevisibleto Abraham …” zoalsvertaald door Rabbi S.R.Hirsch in Genesis commentary
Gen.16:13 hH[a hylarbdhhvhy-Msarq[v Watikrasjem JHWH ha dover elehaatah Ze riep de naam JHWH, die sprak tot haar(Tora van Buijs en Storm) Hyaryrxa y[yarMlhMghhrmaYkyar la El roïkieamrahhagamhalomraïtiacharéroï Jij eel die mij ziet. Ja zij zei: zie ik ook hier, nadat hij mij ziet? (Toravan Buijs en Storm) Andshe gave thanksbefore the Lord whose Word spaketo her, andthussaid, Thou art He wholivestand are eternal; whoseest, but are notseen! For shesaid, For behold, here is revealed the glory of the Shekina of the Lord after a vision. Targum Jonathan Malak JHWH (1e maal) De Targum legt uit dat de naam van JHWH vertegenwoordigd wordt door het Woord van JHWH
Gen.17:22 MhrvalemMyhlaleyvvparbdllkyv Wajkalle’daber ito wajaalElohimme’alAvraham Hij maakte het spreken met hem af, elohim ging omhoog bij Avraam vandaan.(Tora van Buijs en Storm) Gen.17:1b Mrba-la hvhyaryv Wajera JHWH el avraham verscheen de HERE aan Abram JHWH liet zich zien aan Avraam (Tora van Buijs en Storm) HIJ kwam HIJ liet zich zien HIJ sprak En HIJ vertrok
Gen.18:1 AaVhvarmmynlabhvhyvylaaryv WajeraelawJHWH beeloniemamré we hoe JHWH liet zich zien aan hem (Tora van Buijs en Storm) JHWH in zichtbare vorm bij Abraham (vers 1) Abraham ziet hem (vers 2) Abraham staat voor JHWH (vers 22) Abraham naderde JHWH (vers 23) Hij eet met Abraham (vers 8) Hij spreekt met Abraham en Sara (vers 13,14) Hij discussieert met Abraham over Sodom (vers16) Hij verlaat Abraham (vers 33) wajelek JHWH Dit is een pesjat tekst, het is zoals het er staat, een historische beschrijving. Een fundamentele rabbijnse regel van tekstuitleg is: De drasj kan nooit de pesjat tenietdoen. Dwz de allegorie gaat niet voor de letterlijke betekenis.
Gen.22:11 11 Maar de Engel des HEREN riep tot hem van de hemel en zeide: Abraham, Abraham! En hij zeide: Hier ben ik.12 En Hij zeide: Strek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets, want nu weet Ik, dat gij godvrezend zijt, en uw zoon, uw enige, Mij niet hebt onthouden. 13 Toen sloeg Abraham zijn ogen op en daar zag hij een ram achter zich, met zijn horens verward in het struikgewas. En Abraham ging en nam de ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon. 14 En Abraham noemde die plaats: De HERE zal erin voorzien; waarom nog heden gezegd wordt: Op de berg des HEREN zal erin voorzien worden. 15 Toen riep de Engel des HEREN ten tweeden male van de hemel tot Abraham en zeide: 16 Ik zweer bij Mijzelf, luidt het woord des HEREN: omdat gij dit gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt, 17 zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen. Targum Jerusalem stelt de malak JHWH gelijk aan het Woord van JHWH
Een man = GOD Gen.32;24-32 24 Zo bleef Jakob alleen achter. En een man worstelde met hem, totdat de dag aanbrak. 25 Toen deze zag, dat hij hem niet overmocht, sloeg hij hem op zijn heupgewricht, zodat Jakobs heupgewricht ontwricht werd, terwijl hij met hem worstelde. 26 Toen zeide hij: Laat mij gaan, want de dageraad is gekomen. Maar hij zeide: Ik laat u niet gaan, tenzij gij mij zegent. 27 Daarop zeide hij tot hem: Hoe is uw naam? En hij zeide: Jakob. 28 Toen zeide hij: Uw naam zal niet meer Jakob luiden, maar Israël, want gij hebt gestreden met God en mensen, en gij hebt overmocht. 29 Daarop vroeg Jakob: Zeg mij toch uw naam. Maar hij antwoordde: Waarom vraagt gij toch naar mijn naam? En hij zegende hem daar. 30 En Jakob noemde de plaats Pniël, want (zeide hij) ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn leven is behouden gebleven. 31 En de zon ging over hem op, toen hij door Penuël getrokken was; en hij ging mank aan zijn heup. 32 Daarom eten de Israëlieten tot op heden de heupspier niet, die op het heupgewricht ligt, omdat Hij Jakob op het heupgewricht, aan de heupspier, geslagen had. Bmyhla y[ar-yklaynpMvqmhMsbqeyarqyv Wajiqraja’acovsjem ha maqompnielki raitielohim En Jacob riep de naam van de plaats Pniël, want ik heb gezien Elohiem Lysfnljn[v Mynp-la Mynp panim el panimwa ti natzelnafsji van aangezicht tot aangezicht mijn ziel werd gered
Johannes 1:18 18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen. Exodus 33:20 20 Hij zeide: Gij zult mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens zal Mij zien en leven.
Mvqmh Ha makom Een letterlijke fisieke plaats Gen.35: 1 En God zeide tot Jakob: Maak u reisvaardig, trek naar Betel, blijf daar, en richt er een altaar op voor de God, die u verschenen is, toen gij vluchttet voor uw broeder Esau.[…] 6 Toen Jakob aangekomen was te Luz, in het land Kanaän, – dat is Betel – hij en al het volk dat bij hem was, 7 bouwde hij daar een altaar, en hij noemde die plaats El-Betel, omdat God Zich daar aan hem geopenbaard had, […] 9En God verscheen wederom aan Jakob, bij zijn komst uit Paddan-Aram, en zegende hem; 10 en God zeide tot hem: Gij heet Jakob; gij zult niet meer Jakob heten, maar Israël zal uw naam zijn. En Hij noemde hem Israël. 11 En God zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige, wees vruchtbaar en word talrijk; een volk, ja een menigte van volken, zal uit u ontstaan, en koningen zullen uit uw lendenen voortkomen. 12 En dit land, dat Ik Abraham en Isaak gegeven heb, zal Ik u geven; en uw nageslacht zal Ik dit land geven. 13 En God voer op van hem ter plaatse, waar Hij met hem gesproken had. 14 En Jakob zette een opgerichte steen ter plaatse, waar Hij met hem gesproken had, een stenen zuil, en hij stortte een plengoffer erover uit en goot er olie op. 15 En Jakob noemde de plaats, waar God met hem gesproken had, Betel.
Exodus 14:19 19 Toen verliet de Engel Gods, die vóór het leger van Israël uitging, zijn plaats en ging achter hen aan; ook verliet de wolkkolom haar plaats aan hun spits en ging achter hen staan. De HERE ? De Engel Gods? Exodus 13:21 De HERE ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hun voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan.
Johannes 1:1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in den beginne bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; 5 en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. Gen.1:3 RvayhyMyhlarmayv WajomerElohim: jehi or Elohim zei: Er is licht. Targum
Memra: het Woord, in de zin van het directieve, creatieve woord, de manifestatie van goddelijke kracht. Vooral gebruikt in de Targum als vervangend woord voor Adonai wanneer men vermenselijking wil vermijden. MEMRA (Aramees) Hhrma- imrah (Hebreeuws) Woord, gezegde, uiting,
Jesaja 48:13 “ook heeft mijn hand de aarde gegrondvest en mijn rechterhand heeft de hemelen uitgebreid.” Targum: Niet “Zijn “hand, maar “Zijn Woord (Memra) legde het fundament van de aarde.” Jesaja 45:12 “Ik ben het, die de aarde gemaakt en de mens daarop geschapen heb; mijn handen hebben de hemelen uitgespannen en aan al hun heer heb Ik mijn bevelen gegeven.” Targum: Het Woord (Memra) was het middel van Elohim bij de schepping van de aarde Gen.1:27 “En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. .” Targum Jeruzalem: En het Woord (Memra) van Adonai schiep de mens naar zijn beeld.
Gen.3:8 “Toen zij het geluid van de HERE God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de HERE God tussen het geboomte in de hof. Targum Jonathan: En ze hoorden de stem van het Woord (Memra) van JHWH Elohim […] Gen.17:7 “Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn.” TargumOnkelos: Ik zal een verbond oprichten tussen Mijn Woord (Memra) en u […] Gen.15:6 “En hij geloofde in de HERE, en Hij rekende het hem toe als gerechtigheid.” TargumOnkelos: En hij geloofde in het Woord (Memra) van de Heer (Memra da Yeya) […]
Ex.3:14 “Toen zeideGod tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden.” Targum Jeruzalem: En het Woord (Memra) van JHWH zei tot Mozes. Deut.5:5 “ik stond te dien tijde tussen de HERE en u om u het woord des HEREN mede te delen, want gij vreesdet voor het vuur en gij kwaamt de berg niet op – en Hij zeide: Targum Jonathan: Ik stond tussen het Woord van JHWH en u […] Num.23:21 “De HERE, zijn God, is met hem, en gejubel over de Koning is bij hem.” Targum Jonathan: Het Woord (Memra) van JHWH hun Elohim[…]
Ex.20:1 “Toen sprak God al deze woorden: Targum Jonathan: En het Woord (Memra) van JHWH sprak […] Ex.33:22 “ wanneer mijn heerlijkheid voorbijgaat, zal Ik u in de rotsholte zetten en u met mijn hand bedekken, totdat Ik ben voorbijgegaan.” Targum Jonathan: […]zal overschaduwen u met mijn Woord […] Ex. 31:13 “mijn sabbatten moet gij onderhouden, want dat is een teken tussen Mij en u, van geslacht tot geslacht” Targum Jonathan: het is een teken tussen Mijn Woord (Memra) en u […]
Ex.32:35 “Zo sloeg de HERE het volk, omdat dit het kalf gemaakt had, dat Aäron vervaardigd had.” Targum: En het Woord (Memra) van JHWH sloeg het volk […] Ex.25:22 “ En Ik zal dáár met u samenkomen en van het verzoendeksel af, tussen de beide cherubs op de ark der getuigenis, over alles met u spreken wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal.” Targum Jonathan: En Ik zal mijn Woord (Memra) met u laten samenkomen […] Deut.9:3 “Weet dan heden, dat de HERE, uw God, zelf voor u uit gaat als een verterend vuur; ” Targum Jonathan: […] wiens Woord (Memra) is een verterend vuur […]
Jesaja 45:25 “in de HERE wordt het gehele nakroost van Israël gerechtvaardigd en zal het zich beroemen.” Targum: Door zijn Woord (Memra) zal Israël gerechtvaardigd worden[…] Jesaja 46:13 “ Ik breng mijn gerechtigheid nabij, zij is niet ver, en mijn heil zal niet vertoeven; Ik geef in Sion heil, aan Israël mijn luister..” Targum: In de toekomst zal het Woord (Memra) de trooster zijn. Gen.19:24 Toen liet de HERE zwavel en vuur op Sodom en Gomorra regenen, van de HERE, uit de hemel; Targum Jonathan: En het Woord (Memra) van JHWH liet […]
JHWH uit zich door Zijn Woord (Zijn Memra) JHWH handelt door zijn Woord (Zijn Memra) JHWH schept door zijn Woord (Zijn Memra) JHWH geneest door Zijn Woord (Zijn Memra) JHWH bevrijdt door Zijn Woord (Zijn Memra) Door zijn hand Door zijn rechterhand Zijn rechterhand/ Zijn Woord is de uitvoerder.
Hebreeuws: Memra Grieks: logos Philo van Alexandrië (20 v.Chr.-50 na Chr.) PhiloJudaeus. “Het beeld, de eerstgeboren zoon van God, de hogepriester, de middelaar en parakleet van de mensheid, het archetype van de mens, plaveide de weg voor het idee van de vleeswording van het Woord. Talmoed Spreekt niet meer over de Memraof over het Woord van Adonai. Het wordt volkomen stil Christendom Legt legt grote nadruk op het vleesgeworden Woord.
WAAROM? geloven Joden en Christenen In een scheppende God? in een sprekende ezel ? In een splijtende zee? In een zon die stil staat? Manna uit de hemel? Vuur uit de hemel dat een altaar aansteekt? Een kruikje olie dat niet leegraakt? Opwekken van doden?
WAAROM? dan niet geloven Dat JHWH een God is die Geest is en zich openbaart in de Messias, zijn rechterhand, de uitvoerder van zijn macht?
Sprak JHWH vanaf de bergtop? Ex.19:20 “Toen daalde de HERE neder op de berg Sinai, op de bergtop, en de HERE riep Mozes naar de bergtop,” Of sprak Hij vanuit de hemel? Ex.20:22 “ Toen zeide de HERE tot Mozes: Zó zult gij zeggen tot de Israëlieten: gij hebt gezien, dat Ik van de hemel met u gesproken heb:
Rashi (c.a. 1100 na Chr.) Om op twee plaatsen tegelijk te zijn boog JHWH de bovenste hemel en de onderste hemel als het laken van een bed en de troon van glorie daalde erop neer. En zo was de Eeuwige tegelijk in de hemel en op de berg. Targum Jonathan (c.a. 200 voor Chr.) En het Woord van Adonai sprak […] Jesaja 53:1 Wie gelooft, wat wij gehoord hebben, en aan wie is de arm des HEREN geopenbaard?
Alfred Edersheim (1825-1889) Weense Jood die Jesjoea vond. In de Targumim vinden we een uitdrukking die, vreemd om te zeggen, nergens voorkomt in de Talmoed. Het is de Memra, Logos of het Woord. God openbaart zichzelf in de Memra, maar onderscheid zich er ook van. (vrij vertaald van pag. 32: The life and Times of Jesus the Messiah)
Exodus 13:17 17 Toen Farao het volk had laten gaan, leidde God hen niet op de weg naar het land der Filistijnen, hoewel deze de naaste was; want God zeide: Het volk mocht eens berouw krijgen, wanneer zij in strijd gewikkeld werden, en naar Egypte terugkeren. En Hij leidt hen door de zee. Hij leidt hen door hun angsten en leert hen geloof.
Exodus 15: 1 Toen zong Mozes met de Israëlieten de HERE dit lied en zij zeiden: Ik wil de HERE zingen, want Hij is hoog verheven, het paard en zijn ruiter stortte Hij in de zee. 2 De HERE is mijn kracht en mijn psalm, Hij is mij tot heil (Jesjoea) geweest. Hij is mijn God, Hem verheerlijk ik, de God mijns vaders, Hem prijs ik. 3 De HERE is een krijgsheld; HERE is zijn naam. 4 De wagens van Farao en zijn legermacht wierp Hij in de zee; de keur van zijn wagenhelden werd in de Schelfzee gedompeld. 5 Watervloeden overdekten hen; in de diepte zonken zij als een steen. 6 Uw rechterhand (jamin),HERE, heerlijk door kracht, uw rechterhand (jamin), HERE, verpletterde de vijand.
Exodus 15: 7 In uw grote majesteit vernietigdet Gij wie tegen U opstonden; Gij liet uw toorngloed los, hij verteerde hen als stoppels. 8 Door de adem van uw neus werden de wateren opgestuwd; als een dam stonden de stromen; de watervloeden stolden in het hart der zee. 9 De vijand zeide: Ik achtervolg, haal in, deel de buit; ik koel mijn lust aan hen, trek mijn zwaard; mijn hand roeit hen uit. 10 Gij bliest met uw adem, de zee overdekte hen; als lood zonken zij in geweldige wateren. 11 Wie is als Gij, onder de goden, HERE, wie is als Gij, heerlijk in heiligheid, vreselijk in roemrijke daden, wonderbaar in uw doen? 12 Gij strektet uw rechterhand (jamin) uit; de aarde verzwolg hen.
Exodus 15: 13 Gij leiddet in uw goedertierenheid het volk dat Gij verlost hebt; Gij leiddet het door uw kracht naar uw heilige woonstede. 14 Volkeren hoorden het, zij sidderden; beving greep de bewoners van Filistea aan. 15 Toen verschrikten Edoms stamhoofden, huivering greep Moabs machtigen aan; alle bewoners van Kanaän sidderden. 16 Ontzetting en schrik overviel hen, door uw geweldige arm verstarden zij als een steen, terwijl uw volk, HERE, doortrok, uw volk, dat Gij U hebt verworven, doortrok. 17 Gij brengt hen en plant hen op de berg die uw erfdeel is; de plaats die Gij, HERE, tot uw woning gemaakt hebt; het heiligdom, HERE, door uw hand gesticht. 18 De HERE regeert voor altoos en eeuwig. Jesaja 53: 1 Wie gelooft, wat wij gehoord hebben, en aan wie is de arm des HEREN geopenbaard? 2 Want als een loot schoot hij op voor zijn aangezicht, en als een wortel uit dorre aarde; hij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij hem zouden hebben begeerd. 3 Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. 4 Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte.
Exodus 15 – Openbaring 15 1 En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen, die de zeven laatste plagen hadden, want daarmede is de gramschap Gods voleindigd. 2 En ik zag (iets) als een zee van glas met vuur vermengd, en de overwinnaars van het beest en van zijn beeld en van het getal van zijn naam, staande aan de glazen zee, met de citers Gods. 3 En zij zingen het lied van Mozes, de knecht Gods, en het lied van het Lam, zeggende: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Here God, Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Gij, Koning der volkeren! 4 Wie zou niet vrezen, Here, en uw naam niet verheerlijken? Immers, Gij alleen zijt heilig. Want alle volken zullen komen en zullen voor U nedervallen in aanbidding, omdat uw gerichten openbaar zijn geworden.