1 / 19

Het Griekse theater

Het Griekse theater. VWO/TTO4 KCV Voorjaar 2011. De grote Dionysia. Jaarlijks feest in Athene, 5e eeuw v.Chr. Vijfdaags toneelfestival ter ere van Dionysus Eind maart: winter voorbij, stad weer toegankelijk voor bezoekers > ook veel niet-Atheners bij feest

etta
Download Presentation

Het Griekse theater

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Het Griekse theater VWO/TTO4 KCV Voorjaar 2011

  2. De grote Dionysia • Jaarlijks feest in Athene, 5e eeuw v.Chr. • Vijfdaags toneelfestival ter ere van Dionysus • Eind maart: winter voorbij, stad weer toegankelijk voor bezoekers > ook veel niet-Atheners bij feest • Wedstrijd (agoon): eerste en tweede prijzen

  3. Dionysustheater in Athene Ca. 17.000 zitplaatsen en rond 330 v.Chr. gebouwd

  4. Opbouw festival • Nacht ervoor: cultusbeeld van Dionysus naar theater • Dag 1: optocht en offers aan Dionysus • 3 dagen met tragedies (treurspelen) • Elke dag 3 tragedies (trilogie) van één schrijver • Afgesloten door satyrspel > acteurs verkleed als saters • ‘s Middags nog een komedie • Dag 5: optocht en offers, bekendmaking winnaars en bekroning met klimop

  5. Organisatie festival • Voorbereiding in zomer: selectie dichters • Choregen: rijke burgers die productie financierden > kostuums, salaris zangers, training en levensonderhoud koor (15 man) = vorm van belasting • Dichter zelf was regisseur > componeerde ook muziek + deed choreografie koor. Aanvankelijk ook vaak acteur • Staat betaalde acteurs • Jury van 10 mensen uit publiek

  6. Oorsprong tragedie I • Ontstaan uit choros (koor), zang-dansgroep van jongens/mannen • Wedstrijden tussen choroi ter ere van Dionysus > eerste prijs: tragos (bok) • Vandaar naam tragoidia (bokkenzang) • Solist scheidde zich af van koor > dialoog. Thespis was eerste acteur • In loop van 5e eeuw meer acteurs: Aeschylus > 2e acteur, Sophocles 3e acteur

  7. Oorsprong tragedie II • Alleen mannelijke acteurs > ook in vrouwenrollen • Max. 3 sprekende acteurs op toneel, maar meer personages • Acteurs speelden meer dan één rol • Figuranten (κωφαπροσωπα) • Maskers voor koor en acteurs • Muziek en dans: koor begeleid door dubbele fluit (aulos)

  8. Aeschylus • 525-456 v.Chr. • Ca. 90 tragedies geschreven • 7 tragedies bewaard gebleven, waaronder één trilogie: Oresteia • Enige van wie tragedies werden herhaald op Dionysia na zijn dood • Slechts twee acteurs; belangrijke rol koor

  9. Sophocles • 495-406 v.Chr. • 123 stukken geschreven, ook satyrspelen • 24 keer eerste prijs gewonnen • 7 tragedies volledig bewaard • Introduceerde derde acteur; koor niet echt betrokken bij handeling, maar geeft commentaar

  10. Euripides • 480-406 v.Chr. • 92 tragedies geschreven • 18 bewaard gebleven • Slechts 5 keer eerste prijs gewonnen • Sterk psychologische inslag, inleving in vrouwen

  11. Aristoteles’ Poetica • Begin 4e eeuw v.Chr. • Bron over ontstaan tragedie (in deel 1); ook over komedie (deel 2, verloren) • Regels voor goede tragedie > invloed op toneelschrijvers tot in 17e eeuw: eenheid van plaats, tijd en handeling. Drie eenheden echter niet bij hem terug te vinden • Wel: één leidende gedachte; niets over plaats; niet langer dan één etmaal > geen regels • Karakter van personages ondergeschikt aan handeling • Doel: angst (φοβος) en medelijden (ελεος) opwekken > daardoor “reiniging” (katharsis) van publiek • Plot moet omslag (peripeteia) bevatten > van geluk naar ongeluk, liefst samen met herkenning of tragische vergissing

  12. Opbouw tragedie I • Meestal één plaats (mogelijkheden voor decorwisseling beperkt) > meestal voor tempel of paleis • Gebeurtenissen elders > bodeverhaal • “Actie-scènes” buiten beeld • Tijdsverloop beperkt • Plot één geheel

  13. Opbouw tragedie II • Proloog • Parodos: eerste koorlied • Eerste epeisodion (scène) • Eerste stasimon (eenstemmig koorlied) • Nog drie-vier epeisodia en stasima • Exodos en epiloog (laatste scène en slotregels koor) • Bijzondere tekstvormen: bodeverhaal, stichomythie

  14. Opvoeringspraktijk I • Muziek nauwelijks bekend • Choreografie niet bekend • Kostuums en decors niet teruggevonden > vaasafbeeldingen en muurschilderingen Acteurs met maskers van Hercules en Dionysus

  15. Vaas met scènes uit de Medea van Euripides. 325 v.Chr.

  16. Opvoeringspraktijk II • Opvoering in open lucht, overdag • Weinig effecten met licht of decor > beschilderde panelen • Moord achter de coulissen > lijk op podium binnengerold (ekkuklèma) • Geluidseffecten: spiegel/trommel (donder en bliksem), paarden (houten borden), regen (pot bonen) • Toneelmachines: deus ex machina (hijskraan) Medea op slangenwagen als deus ex machina, ca. 400 v.Chr.

  17. Opbouw theater • Skènè • Orchestra (in midden plaats voor altaar) • Parodoi of eisodoi • Tribune

  18. Epidauros

  19. Theaterreconstructies

More Related