310 likes | 662 Views
Oorzaken van de Franse Revolutie. §3. Ancien Regime. Autocratie Ongelijkheid en onvrijheid 3 standen. Grote economische problemen. Lege schatkist 1787-1788 slechte oogst, brood werd onbetaalbaar. Lodewijk XVI moest iets verzinnen…. En zijn vrouw…. 'Madame Déficit‘
E N D
Ancien Regime • Autocratie • Ongelijkheid en onvrijheid • 3 standen
Grote economische problemen • Lege schatkist • 1787-1788 slechte oogst, brood werd onbetaalbaar. • Lodewijk XVI moest iets verzinnen…
En zijn vrouw…. • 'Madame Déficit‘ • http://www.youtube.com/watch?v=G2EARJGkdTM • Wilde graag boerin spelen • http://en.chateauversailles.fr/discover-the-estate/le-domaine-de-marie-antoinette/the-queen-hamlet/the-queens-hamlet
Cahiers • Voorrechten geestelijkheid • 10% grond, slechts 1 % bevolking • Kerk mocht belasting heffen, hoefde zelf niet te betalen. • Voorrechten adel • 20% grond, 1,5% bevolking • Bijna geen belasting • Hoge adel belangrijke functies.
Klachten van boeren • Meer grond • Eerlijke belasting • Afschaffen verplichtingen aan adel
Klachten stedelijke bevolking • Werklieden • Moesten hard en lang werken • Loon te laag om te leven • Bourgeoisie • Geen belangrijke functies • Betaalden veel belasting • Geen vrijheid
Slecht bestuur • Hoge functies konden worden gekocht • Invloed van de Verlichting • Verlichters wisten ideeën te verspreiden. • Verwerken in verhalen andere volken • Naam niet vermelden • Boek in het buitenland gedrukt • Soms soepele ambtenaren
1789 De Bourgeoisie komt in verzet • Lodewijk XVI en zijn minister willen dat de edelen meer belasting gaan betalen. • De adel protesteerde (uiteraard), zei dat de Staten-Generaal erover moest beslissen. • Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bij een. voor het eerst sinds 1614.( 175 jaar!) • Toen de vergadering bij elkaar kwam wist niemand wat de bedoeling was. • De derde stand wilde niet per stand stemmen en wilden gelijkheid. (terwijl de koning alleen de financiën wilde regelen)
Nationale vergadering • De vertegenwoordigers van de Derde stand besloten zelf een vergadering te houden. • Besloten dat er een grondwet moest komen • Moesten uitwijken naar een kaatsbaan • Koning gaf uiteindelijk toe, maar stuurde troepen naar Parijs. • De koning streed niet meer met de Adel maar de koning en de adel tegen de Derde stand.
De armen en de boeren steunen de Bourgeoisie • Arme Parijzenaars bestormen de Bastille uit angst voor de soldaten. • De boeren raken in paniek en plunderen de landgoederen van de edelen. • Adel doet afstand van voorechten • Oktober 1789 bevolking trekt naar Versailles. • Koning verhuist naar Parijs en keurt alles van de Nationale vergadering goed.
De Nationale Vergadering gaat verder met hervormen.(1789-1791) • Voorrechten Adel en Geestelijkheid verder afgeschaft. • Grondbezit kerk werd afgenomen . • Verklaring van de rechten van de mens en de burger. • 1791 grondwet klaar • De Bourgeoisie krijgt de macht in handen…
Strijd om de macht • Bourgeoisie aangevallen door reactionairen en radicalen. De bourgeoisie leek aan de macht, maar 2 groepen waren het niet eens: -Edelen en hoge geestelijken die vonden dat de hervormingen te ver waren gegaan de reactionairen -Kleine groep onder de bourgeoisie die meer hervormingen wilden de radicalen
Vlucht van de koning • 20 juni 1791 probeert te vluchten, dit mislukte en had 2 gevolgen: -De meeste mensen waren nu tegen de koning -Men werd bang voor een buitenlandse inval die de koning kwam helpen.
Frankrijkraakt in oorlog met anderelanden. • Franse regering besloot zelf oorlog te beginnen. • April 1972 oorlogsverklaring Oostenrijk • Pruisen en Oostenrijk vallen Frankrijk binnen • Frankrijk wordt een republiek • Lodewijk XVI en Marie-Antoinette ter dood veroordeeld in 1793 • Andere landen werden bang en vielen Frankrijk aan.
Radicalen aan de macht, periode van terreur. • Radicalen krijgen de meerderheid in de Nationale vergadering in 1793 door steun van de arme parijse bevolking. • Ze stelden hun vijanden terecht, zo een 34.000 mensen worden gedood. Periode van terreur.
Genocide • De Vendée is dood. In uitvoering van jullie opdracht, verpletterde ik de kinderen onder de hoeven van mijn paarden en vermoordde de vrouwen die, spijtig voor hen, geen Brigands meer zullen baren. Ik heb ze allemaal afgeslacht." • Verklaring van de Franse generaal François Josef Westermann aan de Franse revolutionaire autoriteiten
Betere organisatie en bestuur • Steun van meeste Fransen door terreur en betere organisatie bestuur en leger: -Afgevaardigden naar alle delen van Frankrijk -Invoering algemene dienstplicht -Betere organisatie, officieren moesten bekwaam zijn. Verslaan buitenlandse legers.
Einde terreur • Robespierre wordt samen met andere radicalen worden geguillotineerd. • Hiermee komt een einde aan het terreur.
§10 Napoleon de nieuwe heerser van Frankrijk • Na de terreur grijpt bourgeoisie de macht, voelden niets voor democratie, en hadden tussen 1795-99 veel problemen: • Oorlog met buitenlandse vijanden • Dachten meer aan zichzelf dan aan frankrijk • Franse adel probeerde regering omver te werpen Deze opstand werd neergeslagen onder leiding van jonge officier: Napoleon Bonaparte
Napoleon verbreidt ideeën Franse Revolutie. • Bekend als grote veroveraar, maar deed meer: • Code Napoleon • Iedereen gelijk voor de wet • Mensen mochten niet gevangen genomen worden zonder rechtszaak, deze moest openbar zijn Echter: Moest niets hebben van parlement of kiesrecht, er bleef veel ongelijkheid ontstaan.
Napoleon komt ten val • Koningen moesten niets hebben van de ideeën van de Franse Revolutie. • Bevolking van Europa was in het begin blij met Napoleon, maar hij benoemde overal familieleden in belangrijke functies en liet de bevolking zware belastingen betalen. • In 1814 wordt Napoleon verslagen en verbannen naar het eiland Elba.
Maar hij ontsnapt…. • Helaas voor hem wordt hij weer snel verslagen, bij de slag bij Waterloo in 1815. Hierna wordt Napoleon gevangengezet op Sint-Helena, een Brits eiland.
Wat er van de Franse Revolutie overbleef. • Bijna overal kwam de oude macht terug, maar: • Code Napoleon bleef bestaan • In de meeste landen kwamen grondwetten die macht kleiner maakten, er kwamen parlementen en beperkt kiesrecht.