B1D en B1F

1. B1D en B1F 7.2 Reformatie en opstand

2. Reformatie • In de middeleeuwen was er 1 christelijke kerk • De paus was de baas over de kerk

3. Problemen • In de tijd van de renaissance zijn er een aantal dingen mis in de kerk • Priesters houden zich niet aan hun plichten • De kerk is meer bezig met geld dan met geloof • Er bleken veel vertaalfouten in de bijbel te staan • In 1517 protesteert voor het eerst iemand opelijk tegen deze dingen.  Maarten Luther • De paus pikt dit commentaar niet en laat Luther vervolgen

4. Splitsing • Luther besluit dat als de kerk niet met kritiek om kan gaan hij maar een nieuwe kerk moet beginnen • Christendom wordt gesplitst in: • Rooms Katholiek (mensen die de Paus trouw blijven) • Protestants (mensen die zich bij Luther of andere nieuwe kerken aan sluiten)

5. Reformatie 1517 Christelijke kerk Rooms Katholiek Protestants

6. Verschillen Katholieken Paus als baas Bijbel in het Latijn Veel kunst en versieringen in de kerk Priesters Protestanten Niet 1 iemand de baas Bijbel in de taal van het volk Niet te veel versieringen, dat leidt af van het geloof. Dominees Binnenkant katholieke kerk Binnenkant Protestantse kerk

7. Opstand • Nederland was in de tijd van de renaissance deel van Spanje • Filips II was de koning van Spanje en was katholiek • In Nederland veel protestanten • Nederlanders willen eigenlijk dat iedereen mag geloven wat hij wil

8. Beeldenstorm • 1566 rellen tussen protestanten en katholieken • Filips II is woedend, stuurt enorm leger om de Nederlandse protestanten een lesje te leren • De Nederlandse adel wil haar eigen problemen oplossen en pikt dit niet. • Opstand onder leiding van Willen van Oranje

9. Beeldenstorm

10. 80 jarige oorlog • Spanje wil Nederland weer terug als deel van het Spaanse rijk • Van 1568-1648 oorlog • Spanje komt in geldnood  huurlegers, Nederland wint • Republiek Nederland, geen koning meer, maar edelen en burgers aan de macht.