1 / 13

Fictieanalyse-proza

Fictieanalyse-proza. programma. Terugblik op Alleen de boeken Uitleg hoofdstuk 11 Analyse van De rode beuk in groepjes Klassikale bespreking. Bij Alleen de boeken. Perspectief Focalisatie Herhaling, waar je betekenis aan toekent Tijd Beoordelingswoord en onderbouwing. motieven.

gail
Download Presentation

Fictieanalyse-proza

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Fictieanalyse-proza

  2. programma • Terugblik op Alleen de boeken • Uitleg hoofdstuk 11 • Analyse van De rode beuk in groepjes • Klassikale bespreking

  3. Bij Alleen de boeken • Perspectief • Focalisatie • Herhaling, waar je betekenis aan toekent • Tijd • Beoordelingswoord en onderbouwing

  4. motieven • Betekenisdragende eenheid in het verhaal

  5. Intern en extern • Intern: binnen de tekst  verhaaltheorie • Extern: buiten de tekst  cultuur- en literair-historisch motief denk aan Bijbelse motieven, Oedipus etc. Op tekstniveau: concrete motieven onze focus

  6. concrete motieven • Verhaalmotieven (gebonden motieven)  betekenisvolle eenheden in het verhaal bouwen met elkaar de fabel  dynamisch en gebonden: dienen de fabel, de ontwikkeling van het verhaal, houden de handeling op gang

  7. Tweede concrete motief • Vrije motieven geen onderdeel van de vertelde geschiedenis • Statisch: dragen niet bij aan de ontwikkeling van het verhaal, maar wel aan de betekenis van het verhaal. • Functie: Ze versterken een beeld (van bijvoorbeeld iemands karakter) vb. • uitweidingen over natuur, bospad, • voorwerpen

  8. leidmotief 3. leidmotief: letterlijke woorden of woordcombinaties worden herhaald  draagt bij aan de betekenis van het verhaal vb. Keefman:’Ik wil me geheel gaan inzetten voor de psychiatrisch gestoorde mens’. Leidmotieven? • In het verhaal Alleen de boeken? • in het verhaal Emigratie

  9. Abstracte motieven • Verbinden verschillende verhaalmotieven met elkaar (dit gebeurt door de lezer)

  10. Hoofdmotief vinden door: • Verzamelen van informatie: • Verhaalmotieven • Leidmotieven • Vrije motieven • Titel • Motto • Hoofdstuktitels • De inbreng van de lezer is ook van invloed op de interpretatie: accenten aanbrengen en verbanden leggen. • Grondmotief: omvat alle andere andere motieven in zich.

  11. Symbool- en beeldgebruik • Het taalgebruik  • Door gebruik van beeldspraak  bijdrage aan interpretatie • Vb. Emigratie waarin talloze metaforen en vergelijkingen staan  dreigend karakter • Menuet zie bladzijde 281 • Door gebruik van symbolen • Witte rozen als symbool voor zuiverheid • Een tuin als symbool voor de liefde • Bloed en doornen  voor smart (lijden van Christus)

  12. De rode beuk • Verteller • Wie is er aan het woord? • Tijd • Fabel en sujet • Ruimte • Motieven – uitsplitsen • Personages

  13. Voor de volgende keer • Hoofdstuk 12 en 13 doornemen

More Related