1 / 26

Respiratie 2

Respiratie 2. Functie en bouw van de luchtwegen. Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder plaats via osmose dan via diffusie (N). O 2. bloedvat. interstitium. cellen. CO 2. osmose. diffusie.

gavivi
Download Presentation

Respiratie 2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  2. Het uitwisselingsproces van O2 en CO2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder plaats via osmose dan via diffusie (N) O2 bloedvat interstitium cellen CO2 osmose diffusie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  3. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen. (J) • `Neusvleugelen` of `neusvleugelademen` is een symptoom waarbij de neusvleugels opvallend gespreid worden tijdens de inademing in een poging meer zuurstof in de longen te krijgen. Neusvleugelen komt voor bij longontsteking, met name bij jonge kinderen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  4. Astma bronchialeTypische zittende houding kortademige patiënt FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  5. Ventilatie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus De hoeveelheid lucht die we in - en uitademen hangt af van de behoefte aan O2 en de te verwijderen hoeveelheid CO2 In rust ademfrequentie (f) = 12-16 keer per minuut

  6. Ventilatie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Ademvolume = ademteug = ademdiepte = Tidal volume = VT =500 ml. • Ademminuutvolume = AMV = 16 x 500 ml = 8 liter

  7. Ventilatie: ademvolume TC = 6000 ml IRV = 2500 ml VC = 4500 ml Vt = 500 ml ERV = 1500 ml FRC = 3000 ml RV = 1500 ml FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  8. Ventilatie: ademvolume TC = 6000 IRV = 2500 ml VC = 4500 Vt = 500 ml ERV = 1500 ml FRC = 3000 RV = 1500 ml FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Vt = teugvolume of ademteugvolume • IRV = inspiratoir reserve volume • ERV = expiratoir reserve volume • RV = residu volume • TC = totale capaciteit (IRV+Vt+ERV+RV) • VC = vitale capaciteit (IRV+Vt+ERV) • FRC = functioneel residuale capaciteit (ERV+RV) • bij inspanning FRC lager,

  9. Longvolumina X-thorax expiratoir en inspiratoir Totale longvolume bij vrouwen 30% lager FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivusFHV 2007/anatomie_fysiologie_doc_II1/N.van Roosmalen, M.Berenbroek, H.van Riel

  10. Ventilatie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • De ademteug van 500 ml bestaat uit een ineffectief volume 150 mlen een effectief volume 350 ml.

  11. Ventilatie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Dode ruimte • deel van de ventilatie dat niet aan de gasuitwisseling deelneemt ± 150 cc, hiervoor genoemd het ineffectief deel. • Neusholten, trachea, mond en keelholten, bronchi dus inhoud van de luchtwegen

  12. Ventilatie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Bij iedere inademing vermengt 500 ml VT -150 ml dode ruimte = 350 ml met 3 l FRC (in rust 12%) • FRC heeft een bufferwerking • Dus 350 cc inademingslucht mengt zich met de 3 liter FRC • Mengt NIET met de IRV want die doet niet mee met de ventilatie in rust

  13. Ventilatie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Anatomische dode ruimte • toevoerende luchtwegen • Fysiologische dode ruimte • groepen longblaasjes waar nauwelijks perfusie is • Pathofysiologische dode ruimte • Longfibrose, verbindweefseling van longblaasjes, verdikking diffusiemembraan • Longemfyseem, vermindering diffusieoppervlak

  14. Ventilatie FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Met compliance wordt bedoeld de soepelheid waarmee het longweefsel de uitzetting van de thorax volgt • hoge compliance: er kan meer lucht aangezogen worden • Bij stijgen leeftijd afname longcompliance

  15. Stoornis in de ademhaling Ventilatie  1 FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus De luchtweerstand is afhankelijk van de diameter van de luchtwegen • Verhoging luchtweerstand, dus bemoeilijkte aanvoer van lucht • Slijmophoping bij bronchitis • Bij zwelling slijmvlies van de luchtwegen  vernauwing luchtwegen b.v. bronchitis, astma

  16. Stoornis in de ademhaling Ventilatie  2 Normaal Verkrampt slijmvlies zwelling van het slijmvlies FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus Vernauwing van de luchtwegen door bijvoorbeeld slijmvlieszwelling

  17. Stoornis in de ademhaling Ventilatie  3 FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Bronchiaalspasmen bij astma bronchiale • Tumor in de bronchiaalboom, bij bronchuscarcinoom • Bij vernauwing van de luchtwegen b.v. fibrose (bronchiale en interalveolaire verbindweefseling) • Bij dichtklappen van alveoli (longblaasjes) bij b.v. klaplong • Bij obstructie van de luchtwegen door b.v. corpus aliënum (etensbrok)

  18. Diffusie = gasuitwisseling FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  19. Stoornis in de ademhalingDiffusie • Water in de longblaasjes • Tekort aan SURFACTANTS = mengsel van fosfolipiden en eiwit. Is een stof die een oppervlaktespanning verlagende werking heeft. • Surfactants voorkomt dichtklappen alveoli en zorgt voor verdeling watermoleculen alveolusoppervlakte FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  20. Stoornis in de ademhalingPerfusie • Perfusie (bloeddoorstroming) • Zorgt voor afvoer van zuurstof moet dus met de ventilatie matchen • Occlusie (afsluiting) longslagadertje b.v. longembolie (prop = stolsel, vetbolletje{vetembolie}, ziektekiemen) • Vernauwing longslagadertjes b.v arterio sclerose (slagaderverkalking) • Laag hemoglobine gehalte FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

  21. Gasuitwisseling FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus Een belangrijke voorwaarde voor diffusie en transport via het bloed is de oplosbaarheid van gas (O2en CO2) in water De hoeveelheid in het plasma opgeloste O2 bepaalt de pO2 De hoeveelheid in het plasma opgeloste CO2 bepaalt de pCO2 Bloed bevat dan ook een speciale O2 transporteur in de vorm van hemoglobine in de erytrocyten

  22. GasuitwisselingZuurstof transport FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Gebonden aan het hemoglobine 4-O2 • Binding gaat makkelijker naarmate verzadiging toeneemt, of nadat de eerste gebonden gaat het sneller. • Binding = sO2 (saturatie) (>97 % normaal) • Klein deel O2 lost vrij op in plasma • Alleen opgeloste O2 kan door de cel worden opgenomen en geeft de spanning (pO2)

  23. GasuitwisselingZuurstof transport FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus Zuurstofcapaciteit = de maximale hoeveelheid O2 die het Hb kan opnemen 5 l bloed neemt 50 x 20 = 1000 ml O2 op 250 ml O2 nodig voor de stofwisseling

  24. GasuitwisselingZuurstof transport FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus • Het totale zuurstofgehalte van het bloed is afhankelijk van: • de hoeveelheid Hb (oftewel de hoeveelheid erytrocyten) • het % van het Hb dat met zuurstof is verzadigd, de zuurstofsaturatie = sO2 =%HbO2 • de opgeloste hoeveelheid O2

  25. GasuitwisselingZuurstof transport FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus In de weefsels vindt dit proces in omgekeerde volgorde plaats Door verbranding van O2 en glucose in de weefsels zal aldaar het pO2 dalen en het pCO2 stijgen Indien lagere p O2 geeft hemoglobine de gebonden O2 af aan bloed dus de opgeloste O2blijft gelijk

  26. GasuitwisselingZuurstof transport FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus Hierdoor diffusie van O2 naar weefsel Capillaire pO2 daalt en O2 moleculen laten los van Hb Op de plaats van O2 moleculen bindt zich een deel van de CO2 en H+ aan Hb

More Related