1 / 7

Elk deeltje dat door component A gaat, moet ook door component B.

A. 50. 50. A. B. B. Elk deeltje dat door component A gaat, kan niet door component B. Elk deeltje dat door component A gaat, moet ook door component B. 50. 50. De lamp gaat uit wanneer je de schakelaar indrukt. De lamp gaat aan wanneer je de schakelaar indrukt.

grady
Download Presentation

Elk deeltje dat door component A gaat, moet ook door component B.

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. A 50 50 A B B Elk deeltje dat door component A gaat, kan niet door component B. Elk deeltje dat door component A gaat, moet ook door component B.

  2. 50 50 De lamp gaat uit wanneer je de schakelaar indrukt. De lamp gaat aan wanneer je de schakelaar indrukt.. De schakelaar opent een nieuwe stroomkring langs de lamp. De schakelaar onderbreekt de stroomkring die door de lamp gaat.

  3. 50 50 Wanneer een lampje kapot gaat, brandt het andere lampje gewoon door. Wanneer een lampje kapot gaat, gaat het andere lampje ook uit Beide lampjes hebben hun eigen stroomkring. Een kapot lampje onderbreekt de enige stroomkring.

  4. B Hoe zijn lampjes A en B geschakeld? serie A Hoe zijn lampje A en de batterij geschakeld? serie Hoe zijn lampje B en de batterij geschakeld? serie

  5. Hoe zijn lampjes A en B geschakeld? parallel A Hoe zijn lampje A en de batterij geschakeld? B serie Hoe zijn lampje B en de batterij geschakeld? serie

  6. Hoe zijn lampjes A en B geschakeld? serie Hoe zijn lampje B en de batterij geschakeld? serie Hoe zijn lampjes B en C geschakeld? B parallel A C

  7. A 50 50 A B B Elk deeltje dat door component A gaat, kan niet door component B. Elk deeltje dat door component A gaat, moet ook door component B.

More Related