1 / 10

5 Plantaardige en dierlijke cellen

5 Plantaardige en dierlijke cellen. Bouw cel. Bouw cel. Cytoplasma = grondplasma + organellen Organel = Elk deel van cel met eigen functie Kern met kernplasma Grondplasma = stroperige vloeistof Water Opgeloste stoffen Zouten, eiwitten, vetachtige stoffen. celmembraan.

gustav
Download Presentation

5 Plantaardige en dierlijke cellen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 5 Plantaardige en dierlijke cellen Bouw cel

  2. Bouw cel • Cytoplasma = grondplasma + organellen • Organel = Elk deel van cel met eigen functie • Kern met kernplasma • Grondplasma = stroperige vloeistof • Water • Opgeloste stoffen • Zouten, • eiwitten, • vetachtige stoffen

  3. celmembraan • Buitenste laag cytoplasma = celmembraan Buitenste laag kernplasma is het kernmembraan • Cel- en kernmembraan bestaan uit fosfolipiden • Vetzuren (apolair) • Fosfor (polair) • Fosfor richt zich naar de cytoplasmakant  fosfor aan buitenkant van membraan • http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/membranen.html#Scene_1

  4. Dierlijke cel • Geen celwand

  5. plantencel • In het grondplasma kunnen zich vacuolen bevinden • Vacuole = • “blaasje “gevuld met vocht • Omgeven door vacuolemembraan • Jonge plantencel vak meerdere kleine vacuolen • Oudere plantencel 1 grote centrale vacuole •  stevigheid van plant • Cytoplasma ligt in dun laagje tegen celwand aan •  wandstandig cytoplasma Dierlijke cel weinig of geen kleine vacuolen

  6. waterpest

  7. vacuole • Vacuolevocht: • Water, opgeloste stoffen, zouten, glucose, reservestoffen, afvalstoffen ,kleurstoffen • Kleurstoffen  kleur aan planten en bloemen en vruchten • bv anthocyanen roze, rood, blauw en paars ( rode ui, rode roos, tomaat, aardbei) • http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/vacuole.html#Scene_1

  8. plastiden • In jonge plantencel proplastiden • Ontwikkelen zich tot plastiden: • Gekleurde plastiden: • Chloroplasten (bladgroenkorrels) • fotosynthese • Chromoplasten (kleurstofkorrels) • Bevatten gele, oranje en rode kleurstoffen(pigmenten) • Chloro- en chromoplasten kunnen in elkaar overgaan : tomaat van groen rood • Leukoplasten kleurloos • opslag reservestoffen, eiwitten, vetten of zetmeel • Amyloplasten (zetmeelkorrels) • zetmeel wordt opgeslagen • http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/zetmeelkorrels.html

  9. Onder invloed van het licht ontstaat uit een proplastide een bladgroenkorrel

  10. celwand • Cytoplasma van plantaardige cel vormt stevige celwand om de cel heen • Celwand = tussencelstof, behoort niet tot de cel • Functie = stevigheid bv stro • Tussen celwanden intercellulaire ruimten • Gevuld met water of lucht • http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/celwand.html

More Related