170 likes | 276 Views
Geletterdheid….. Wat is dat?. De vaardigheid om : gedrukte en geschreven informatie te gebruiken om in de maatschappij te kunnen functioneren, Om persoonlijke doelstellingen te bereiken Persoonlijke kennis en kunde te ontwikkelen. Verdeeld over drie gebieden.
E N D
Geletterdheid…..Wat is dat? De vaardigheid om : • gedrukte en geschreven informatie te gebruiken • om in de maatschappij te kunnen functioneren, • Om persoonlijke doelstellingen te bereiken • Persoonlijke kennis en kunde te ontwikkelen
Verdeeld over drie gebieden • Autonoom en adequaat handelen in talige situaties • Genieten van taal en de culturele kant kunnen waarderen • Toegang bieden tot de academische wereld van school en beroep
Kortom…. Geletterdheid heeft een: • Communicatieve, • Affectieve en • Cognitieve kant.
Natuurlijke taalverwerving • Denken Taal en denken zijn verweven • Inhoud Taal gaat altijd ergens over • Taalaanbod Taalontwikkeling gaat niet vanzelf • Doen Taal moet je doen • Reflectie Taalleren wordt zichtbaar voor de leerder
Taalverwerving in vijf pijlers • Als de school wil aansluiten bij de natuurlijke manier van taalverwerving zijn de vijf aandachtspunten de pijlers voor voortgezette taalontwikkeling op school
De eerste pijler: denken • Taal is denken: het één ondersteunt het ander • Veel denkoperaties komen tot uiting in taal • Door taal leer je de wereld te begrijpen
Wat betekent dit voor de praktijk? • Leerkracht en leerling hebben veel interactie met elkaar • Taalverwerving is altijd gekoppeld aan de echte wereld • Er is dus een relevante context nodig • Geïsoleerde taallessen over deelvaardigheden werken contraproductief
Tweede pijler: Inhoud • Kinderen willen de wereld begrijpen, willen erbij horen, meedoen, contact. Dit is de motor van de taalontwikkeling. • Taalmachine: een grote woordenschat zorgt voor veel voorkennis; dat zorgt weer voor goed begrip, dat zorgt weer voor meer woordkennis. Taalverwerving kan niet zonder kennisverwerving en v.v.
Vervolg pijler: ‘inhoud’ • Praten is belangrijk: kwaliteit van de interactie is cruciaal • Betekenisonderhandeling • De meerwetende partner is de motor van het leren
Wat betekent dit voor de praktijk? • De natuurlijke drive om de wereld in taal te vatten biedt kansen om taal te verbinden met betekenisvolle inhouden • Het gaat om de inhoud; taalontwikkeling krijg je erbij! Mits: taalrijke omgeving; taal gekoppeld aan de inhoud en de kansen voor taalverwerving van te voren worden overdacht • Niet voor iedereen gaat het vanzelf; soms wel loskoppelen van de inhoud en werken aan verbetering van taalvaardigheden
Pijler 3: Doen • Veel doen • Vaak in dialoog • Waarin je samen kennis opbouwt • Met de leerkracht als meerwetende partner
Wat betekent dit voor de praktijk? De rol van de leerkracht: • Creëren van taalrijke omgeving • Trainen en feedback geven op taalopdrachten • Activerende didactiek toepassen
Pijler 4: reflectie • Zonder reflectie komt er geen verbetering tot stand • Natuurlijke (impliciete) reflectie: oefenen, proberen, reacties pijlen, verbeteren • Expliciete reflectie: tilt de leerder bewust op het niveau van beschouwer waardoor ze naar hun eigen taaluitingen kunnen kijken
Praktijk • Leerkracht als meerwetende partner: lokt taal uit, stelt open vragen, stimuleert het denken, creëert ruimte voor taalproductie tussen leerlingen zodat de leerling zich ontwikkelt • Werken met leerlijnen • Taalportfolio • Bij specifieke problemen werken leerlingen apart aan taal
Pijler 5: taalaanbod • Taalontwikkeling gaat niet vanzelf: kinderen leren spreken omdat er tegen hen gesproken wordt • Het aanbod is de stimulans • Een taalarm milieu zorgt ervoor dat de cyclus van taalontwikkeling hapert • Dit heeft grote gevolgen voor het leren
Praktijk • Rijke taalomgeving; veelzijdig en stimulerend materiaal • Zone van naaste ontwikkeling • Activerend gedrag van de leerkracht • Rijke interactie met de leerkracht: het taalaanbod is niet los te zien van feedback
Tot slot: stelregels voor taalleren • Taalleren is ingebed in ideeën over hoe leren gaat en past bij het pedagogisch klimaat van de school • Je leert taal door veel taal te produceren ( doen!!) • Taalverwerving gaat niet vanzelf; de school moet er iets aan doen • Door taal ordenen we de wereld; taal en denken is met elkaar verweven • Taalverwerving gaat vanuit inhoudelijke context • Voor een goede taalverwerving is het belangrijk zichtbaar te maken wat de vorderingen zijn; reflectie is belangrijk