230 likes | 420 Views
Inleiding. Parijs ligt aan de Seine, door Londen stroomt de Thames, Amsterdam ligt aan de Amstel en het IJ, Maastricht heeft de Maas en Den Haag? Den Haag heeft De Beek.
E N D
Inleiding Parijs ligt aan de Seine, door Londen stroomt de Thames, Amsterdam ligt aan de Amstel en het IJ, Maastricht heeft de Maas en Den Haag? Den Haag heeft De Beek. Maar waar ligt de beek en hoe is deze ontstaan? Heel wat inwoners van Den Haag kunnen hierop geen antwoord geven. Misschien geldt dit ook voor jou. En dat is jammer want de Beek speelt in de geschiedenis en bij de ontwikkeling van Den Haag een belangrijke rol. Bovendien levert de Beek mooie plaatjes op zoals je hiernaast kunt zien. En als inwoner van Den Haag mag je best wat van je stad weten. Daarom een “speurtocht” naar het ontstaan en de loop van de Haagse Beek.
Opdracht 1 De jonge duinen en evenwijdig aan de kust gelegen strandwallen en de tussen de strandwallen gelegen strandvlaktes zijn belangrijk geweest voor het ontstaan en de looprichting van de Haagse Beek. Daarom beginnen we de speurtocht naar het ontstaan van de Haagse Beek met Drie aardrijkskundigevragen. Wat zijn jonge duinen, strandwallen en strandvlaktes en hoe enwanneer zijn ze ontstaan? Je maakt voor de uitleg gebruik van de volgende site: Stichting Duinbehoud en je leest het gedeelte ontstaan van de kust. Opdracht 1. Voor het het ontstaan van oude en jonge duinen zijn een aantal voorwaarden nodig. Schrijf er vier op je antwoordenblad. Jonge duinen Strandwal Strandvlakte Kaart 1
Opdracht 2 Naast het stukje over oude duinen van de site duinbehoud staan 4 schematische afbeeldingen, die hiernaast verkleind staan afgebeeld. De afbeeldingen hebben betrekking op de zeespiegelstijging en de gevolgen ervan. Lees de tekst en bekijk de tekeningen goed.Maak hierna de volgende vragen. Opdracht 2. A. De hoge delen zijn de strandvlaktes/strandwallen en de lage delen zijn de strandvlaktes/strandwallen. B. De strandwallen bestaan voornamelijk uit zand/veen en de strandvlaktes bestaan voornamelijk uit zand/veen C. Rijswijk, Voorburg, Leidschendam en Voorschoten liggen op de resten van oude strandwallen. Wanneer isdit strandwallensysteem ontstaan? D. Zijn strandwallen hetzelfde als oude duinen? E. Is de zeespiegel na deze tijd, zie 2C, gestegen / gedaald of gelijk gebleven? Verklaar je keuze. F. Er is sprake van oude en jonge duinen. (zie ontstaan van de kust en collegenet ) Maak twee kolommen en zet daarin de verschillen tussen jonge en oude duinen.
Vervolg opdracht 2. De gele lijn laat zien hoe de stijging van het zeespiegelniveau zich in Nederland voltrok. Tijd en hoogte van het zeeniveau zijn tegen elkaar afgezet. Op de horizontale tijdsbalk zijn de absolute tijden weergegeven. Op de verticale lijn staan de meters beneden NAP aangegeven.Klik hier voor een voorbeeld. En maak opdracht 2 G. H. In de tekeningen bij het verhaal over de oude duinen staan getallen. Deze hebben betrekking op de situaties in het verleden. Bereken voor de volgende twee situaties 5000 en 1000 jaar geleden hoeveel meter de zeespiegel lager was dan tegenwoordig. Maak gebruik bij het beantwoorden van figuur 1. Figuur 1. Zeespiegelstijging
Samenvatting Je hebt nu geleerd dat: 1. De zeespiegel is gestegen 2. In onze omgeving oude en jonge duinen zijn gevormd 3. Er in onze omgeving strandvlaktes en strandwallen zijn gevormd.
Hoogteverschillen in Den Haag Je begrijpt dat er van een aantal van deze vormen door de vele veranderingen die hebben plaatsgevonden in Den Haag weinig is overgebleven. Denk alleen al aan alle gebouwen en straten die er zijn. Maar als je goed kijkt en leest kun je in Den Haag iets herkennen van wat je net geleerd hebt.
Opdracht 3. Op foto 1 zie je ons onderzoeksgebied in vogelvlucht. Een gedeelte van het gebied is op de kaart ernaast afgebeeld. De volgende opdracht heeft als doel na tegaan of je een foto goed kunt “lezen”. Foto 1. Onderzoeksgebied in vogelvlucht. Kaart 1. Den Haag west Opdracht 3a. Op foto 1 zie je letters staan. Benoem de letters A – B – C – D – E. Doe dit als volgt: A = straatnaam: B = voetbalvelden van: C = naam van de wijk: D = ? E = naam van de wijk: Opdracht 3b.Bij welke letter is de Populier gelegen?
Opdracht 4 d. Gebied A in foto 2 is een voorbeeld van oude/jonge duinen (controleer je keuze met behulp van kaart 1 ) omdat ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Foto 2. Onderzoeksgebied in vogelvlucht. Opdracht 4. Er is een duidelijke tweedeling te zien tussen gebied A en gebied B. a. Noem de opmerkelijke verschillen tussen gebied A en gebied B. b. Aan welke kant van de lijn bij liggen de strandwallen en strandvlaktes?
Opdracht 5. Opdracht 5. Bekijk foto 3 Ten noorden van Den Haag liggen er ook strandvlaktes en strandwallen. Omdat er hier minder bebouwing is kunnen we hier de strandvlaktes en strandwallen herkennen. A en B zijn in willekeurige volgorde strandwal en strandvlakte. A.Wat hoort bij welke letter en verklaar je keuze. B. Welke grondsoort kun je vooral bij gebied B aantreffen? Problemen? Lees het stukje over oude duinen bij ontstaan van de kust nog eens door. Foto 3. Foto gebied ten oosten van VoorhoutKaart 2. De ligging van Voorhout
Opdracht 6 Opdracht 6. Bekijk de onderstaande geologische kaart van Den Haag en de dwarsdoorsnede van Den Haag. Uit de geologische kaart blijkt dat de ondergrond van Den Haag verschillende afzettingen kent. Welke landschapsvormen stellen de letters letters A en B voor? Denk aan wat je bij foto3hebt gezien!!! A. ……………………. B. ……………………... Kaart 3. Geologische kaart van Den Haag
Opdracht 7. Figuur 2. Geologische doorsnede van Den Haag Legenda Opgebracht zand Oud strandzand Jong duinzand Opdracht Bekijk figuur 2 Geologische doorsnede van Den Haag. Bij A en bij Haagse Toren zie je dat deze gebieden hoger Liggen dan de gebieden aan de linker- en rechterkant van A en Haagse Toren. Je zou het nog duidelijker zien als je de laag aangegeven met nr.14 wegdenkt. 14 18 16 20 17 22
Opdracht 8. Postcode van adres Geschatte hoogte Werkelijke hoogte Strandwal of strandvlakte 2583hn Duindorp 2517ex Gr. Hertoginnelaan (A) 2518cm Piet Heinstraat (B) 2513bs Haagse Toren 2526ck Hoefkade Figuur 2.de geologische doorsnede toont dat er reliëf in Den Haag voorkomt. Maar dat het reliëf door opgebracht zand grotendeels is verdwenen. Met behulp van de volgende opdrachten zul je zien dat het reliëf nog zichtbaar is in Den Haag. Opdracht 8. Op kaart 3zie je een rode streep. Deze gaat vanuit Duindorp naar het Centrum. Met behulp van de volgende website proberen we de hoogteverschillen tussen de verschillende gebieden te achterhalen. Voordat je aan de opdracht gaat beginnen vul je eerst met behulp van kaart 3en figuur 2kolom 2 (geschatte hoogte) van onderstaand schema in. Je ziet dat er een aantal postcodes staan in kolom 1. Voer nu een voor een de postcodes in bijgeoloketWacht na elke invoering van een postcode op het antwoord. Vul kolom drie (werkelijke hoogte) in. Daarna vul je in of er sprake is van een strandwal of een strandvlakte.
Opdracht 9 Een mooi praktijk voorbeeld opdracht 9: Kaart 4. Parkstraat en omgeving Foto 4. Doorkijk vanuit Parkstraat naar plein 1813 • Dit is de Parkstraat gezien vanaf het Lange Voorhout. Aan het einde zie je het monument vanPlein 1813. Halverwege ligt de Mauritskade. • Hoeveel hoogteverschil is er tussenvan de Parkstraat en de Mauritskade? Lange • Voorhout postcode 2514ed en Mauritskade 2514hg. Gebruik: geoloket • B. Mauritskade ligt op een oude strandwal / strandvlakte en • Lange Voorhout ligt op een strandwal / strandvlakte
Samenvatting. Je hebt geleerd dat: 1. In Den Haag hoogteverschillen zijn ontstaan. 2. De hoogteverschillen worden veroorzaakt door de aanwezigheid van strandwallen en strandvlaktes. 3. De strandwallen evenwijdig aan de kust lopen.
De Beek komt in zicht De jonge duinen en evenwijdig aan de kust gelegen strandwallen en strandvlaktes zijn belangrijk geweest voor het ontstaan en de looprichting van de Haagse Beek. Ver voor de jaartelling werd het land door strandwallen en lage duinen van de zee gescheiden. Op kaart 1 zijn er drie terug te vinden.
De zoetwatervoorraad in de jonge duinen De grote duintoppen in het westen van ons land zijn zo’n duizend jaar oud. Jaar in, jaar uit daalde daarop een grote hoeveelheid regenwater neer. Het jaarlijks gemiddelde is 77,5 centimeter. Een deel van dat water verdampt aan de oppervlakte, de rest zakt weg in de duinen. Wegzakkend in de duinen ontmoet het zoete regenwater het zoute grondwater en blijft daarop dus ‘drijven’. In de loop van de eeuwen ontstond zodoende een werkelijk enorme zoetwaterbel in de duinen. Voordat de mens op grote schaal drinkwater uit de duinen ging oppompen, kon zo’n bel wel tot acht meter of meer boven NAP rijken. Figuur 3. Dwarsdoorsnede van de duinen Naar beneden was een diepte van honderd meter niet ongebruikelijk. op een gegeven moment was de hoeveelheid water in de duinen toch zo groot geworden dat het wel een weg naar buiten, naar de oppervlakte, moest zoeken. In brede duinlandschappen ontstonden duinmeren tussen de hoger liggende duinranden. Aan de voet van de duinen drong het water naar buiten. Achter de duinen gaat de zandige grond over in veengrond. Door de vrijwel constante aanvoer van duinwater was die grond erg vochtig. Boeren die de grond achter de duinen in gebruik namen, groeven greppels om het water af te voeren. Dit waren de duinrellen. De meeste duinrellen zijn dus gegraven en dat verklaart waarom ze nogal recht zijn. Op een bepaald punt komen sommige duinrellen bijeen en vormen een breder water, een beek. http://avn.geog.uu.nl/index15.html
Opdracht 10. Opdracht 10. Bekijk de figuur 4 Dwarsdoorsnede van de duinen. Geef antwoord op de volgende vragen: A. Bij welke letter (s) tref je een duinrel aan? B. Bij welke letter zet je het woord zoetwaterbel neer? figuur 4.
Opdracht 11. • Opdracht 11. Bekijk kaart 5 a. Noteer de letter waarvan jij denkt dat de kans op het aantreffen van de Haagse Beek het grootst is. Geef een verklaring hiervoor. b. Stroomt de Beek wel of niet naar zee? Probeer je antwoord te verklaren Kaart 5. Geologische kaart van Den Haag en omgeving
Opdracht 12 Opdracht 12. Lees eerst de gegevens die staan op: residentienet. Geef op de kaart op het werkformulier aan waar de Haagse Beek stroomt. Het aangegeven gaat als volgt: Op de onderste taakbalk zie je autovormen staan. Klik dit aan. Kies dan lijnen daarna krabbel. Er verschijnt een kruisteken. Ga met de cursor naar beginpunt Haagse Beek. Teken de Beek zo nauwkeurig mogelijk in.
Opdracht 13 Opdracht 13. Lees het onderstaande gedicht de Haagse beektussen loze duinen welt het water door moeder aarde voor het laatst gekustnog helder, van geen zorg en kwaad bewusteen kalme stroom -timide, geen geklater-vervolgt zijn weg langs dromerige strateneen pelgrim op zijn doelgerichte reisna Zorgvliet en een vredig oud paleisbesluit hij om het daglicht te verlatenz'n diepe dal is nu volkomen duisterbeneden het Noordeinde houdt hij rusten luistert naar het politiek gefluisterhet klare water wordt vertroebeld sopde stille stroom is oud en uitgeblusteen zwarte vijver slokt hem gretig opSchrijver: Daan de Ligt, 29-04-2003 Opdracht 13. In het hiernaast staande gedicht zijn een aantal delen onderstreept en van een andere kleur voorzien. Geef zo nauwkeurig mogelijk aan wat de schrijver Daan de Ligt bedoelt met deze onderstreepte delen. Hulp nodig? residentienet
De ecologische opbouw Inleiding Problemen voor natuur en landschap Ondanks alle inspanningen gaat het nog steeds niet goed met de natuur in Nederland. Illustratief voor de verarming van de natuur in ons land is dat sinds 1950 van de ruim 1400 soorten hogere planten er bijna 500 achteruit zijn gegaan en er meer dan 70 zijn uitgestorven. Het aantal broedvogels is in dezelfde periode met een derde afgenomen.De achteruitgang van de natuur is vooral zo ernstig omdat het tempo waarin dit gebeurt maar niet afneemt.Er zijn heel veel oorzaken voor deze achteruitgang aan te wijzen. Zo worden er steeds meer barrières voor dieren opgeworpen en worden de leefgebieden voor planten en dieren kleiner. Dit gaat ten koste van de meer kwetsbare soorten, die vaak juist typerend en uniek zijn. Ook in Den Haag hebben we met deze ontwikkeling te maken.Kijk op denhaag. Den Haag kent een aantal grote groengebieden zoals je ziet zijn deze in de meeste gevallen van elkaar gescheiden. De grote groengebieden vormen de zogenoemde kerngebieden voor de stedelijke natuur. Maar het nadeel is dat deze gebieden een soort “ groene eilanden” in de stad zijn geworden. Daarom heeft de gemeente het plan opgevat om deze groene eilanden met elkaar te verbinden door het instellen van ecologische verbindingszones. Deze ‘groene enblauwe verbindingswegen’ moeten ervoor zorgen dat planten en dieren zo van het ene gebied naar het andere kunnen komen. De zones zijn belangrijk om de verspreiding van, en contacten tussen, dieren en planten te verbeteren. De Haagse Beek is één van de belangrijkste doorgaande groenstroken in de stad. Liggend in het westen van Den Haag verbindt de Haagse Beek verschillende grote groengebieden met elkaar; ook maakt de Beek deel uit van de verbinding tussen Westduinen en Oostduinen.
Opdracht 13 + 14 Op veel plekken is de Beek in de loop der tijden door mensenhanden opnieuw aangelegd. Ook is de Beek vervuild geraakt. Eigenlijk was er geen goed milieu voor planten en dieren ontstaan om zich langs te verplaatsen.Samen met het Hoogheemraadschap Delfland heeft de gemeente in 1997 een herinrichtingsplan opgesteld ter verbetering van de waterkwaliteit en gericht op ecologisch herstel. Voor meer informatie: denhaag Opdracht 13. a. Wat versta je onder groene en blauwe verbindingswegen b. Noem een aantal barrieres die verspreiding van planten en dieren in de stad verhinderen. Opdracht 14. Je kunt zeggen dat de Haagse Beek een soort verbindingszone vormt tussen een aantal grote groengebieden. Langs of door welke grote groengebieden stroomt de Haagse Beek? Welke planten en dieren hierbij ontdek je bij het biologiegedeelte. Of de waterkwaliteit goed te noemen is ontdek je na het analyseren van het water uit onze omgeving. Wil je informatie over ons meetpunt in het verversingskanaal bezoek dan: historie.denhaag