1 / 26

Een Rijk Christen? Ja, mogelijk!

Een Rijk Christen? Ja, mogelijk!. BEZIT. BEHEER. GEBRUIKEN. BEWAREN. DELEN.

hoai
Download Presentation

Een Rijk Christen? Ja, mogelijk!

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Een Rijk Christen?Ja, mogelijk!

  2. BEZIT BEHEER GEBRUIKEN BEWAREN DELEN

  3. 1 Kronieken 29:10 Toen prees David de HERE ten aanschouwen van de gehele gemeente, en David zeide: Geprezen zijt Gij, HERE, God van onze vader Israel, van eeuwigheid tot eeuwigheid.11 Van U, o HERE, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o HERE, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven.12 Want rijkdom en eer komen van U, en Gij heerst over alles; in uw hand is sterkte en kracht, en Gij hebt het in uw macht een ieder groot en sterk te maken.

  4. 13 Thans loven wij U, o onze God, en prijzen wij uw heerlijke naam.14 Wie toch ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zouden zijn zulke vrijwillige gaven te schenken? Want het komt alles van U, en wij geven het U uit uw hand.15 Voorwaar, wij zijn vreemdelingen en bijwoners voor uw aangezicht, gelijk al onze vaderen; als een schaduw zijn onze dagen op aarde, zonder hoop.16 HERE, onze God, al deze rijkdom die wij bijeengebracht hebben om U een huis te bouwen voor uw heilige naam, komt uit uw hand; U behoort het alles.

  5. BEZITPsalm 50:10 want Mij behoort al het gedierte van het woud, het vee op bergen, rijk aan runderen.11 Ik ken al het gevogelte der bergen, wat zich roert op het veld, staat Mij ter beschikking.Haggaï 2:9 Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, luidt het woord van de HERE der heerscharen.

  6. Leviticus 25:23 En het land zal niet voor altijd verkocht worden, want het land is van Mij, en gij zijt vreemdelingen en bijwoners bij Mij.

  7. BEHEERLucas 15: 29 Maar hij antwoordde en zeide tot zijn vader: Zie, zovele jaren ben ik al in uw dienst en nooit heb ik uw gebod overtreden, maar mij hebt gij nooit een geitebokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren.30 Doch nu die zoon van u gekomen is, die uw bezit heeft opgemaakt met slechte vrouwen, hebt gij voor hem het gemeste kalf laten slachten.31 Doch hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe

  8. Lucas 16: 9 En Ik zeg u: Maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige Mammon, opdat, wanneer deze u ontvalt, men u opneme in de eeuwige tenten.10 Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw. En wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig.11 Indien gij dus niet getrouw geweest zijt ten aanzien van de onrechtvaardige Mammon, wie zal u dan het ware goed toevertrouwen?12 En indien gij niet getrouw geweest zijt ten aanzien van het goed van een ander, wie zal u het onze geven?

  9. GEBRUIKEN JOHN WESLEY"Get all you can, save all you can, and give all you can”. Verdien alles wat je kunt, spaar alles wat je kunt en geef alles wat je kunt.

  10. Charlie BRUMBACHHappiness does not consist of how much the world's goods you own, but how contented you are with the portion that's allotted to you.Blijdschap bestaat niet in de hoeveelheid goederen die wij van deze wereld hebben , maar hoe tevreden wij zijn met het deel dat aan ons is toevertrouwd.

  11. Romeinen 4: 17 gelijk geschreven staat: Tot een vader van vele volken heb Ik u gesteld. Voor het aangezicht van die God, in wie hij geloofde, die de doden levend maakt en het niet zijnde tot aanzijn roept.

  12. BEWARENSpreuken 22:7 De rijke heerst over de armen, en de man die leent, is een knecht van de uitlener.

  13. 1Corinthiërs 6:19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 20 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.

  14. 1Timoteüs 6:10 Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.

  15. Handelingen 20:33 Ik heb niemands zilver of goud of kleding begeerd;34 zelf weet gij, dat deze handen in mijn behoeften en in die van hen, die bij mij waren, hebben voorzien.35 Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de zwakken moet aantrekken en zich de woorden van de Here Jezus herinneren, die zelf gezegd heeft: Het is zaliger te geven dan te ontvangen.

  16. 2 Thessalonizencen 3:10 Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten.

  17. DELEN1 Kronieken 29: 9 Het volk verheugde zich over hun gewilligheid, want zij gaven met een volkomen toegewijd hart vrijwillig aan de HERE; ook koning David verheugde zich met grote vreugde.

  18. Handelingen 20:35 Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de zwakken moet aantrekken en zich de woorden van de Here Jezus herinneren, die zelf gezegd heeft: Het is zaliger te geven dan te ontvangen.

  19. Spreuken 3:9 Vereer de HERE met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten,10 dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen.

  20. 11 Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des HEREN niet en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing.

  21. Lucas 14:33 Zo zal dus niemand van u, die niet afstand doet van al wat hij heeft, mijn discipel kunnen zijn.

  22. Markus 12:41 En Hij ging tegenover de offerkist zitten en zag met aandacht, hoe de schare kopergeld wierp in de offerkist. En vele rijken wierpen er veel in.42 En er kwam een arme weduwe, die er twee koperstukjes in wierp, dat is een duit.43 En Hij riep zijn discipelen en zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, deze arme weduwe heeft het meeste in de offerkist geworpen van allen, die er iets in geworpen hebben.44 Want allen hebben erin geworpen van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede erin geworpen, al wat zij had, haar ganse levensonderhoud.

  23. Handelingen 10:1 En er was te Caesarea iemand, genaamd Cornelius, een hoofdman van de zogenaamde Italiaanse afdeling,2 een godvruchtig man, een vereerder van God met zijn gehele huis, die vele aalmoezen aan het volk gaf en geregeld tot God bad.3 Hij zag in een gezicht, omstreeks het negende uur van de dag, duidelijk een engel Gods bij zich binnenkomen en tot hem zeggen: Cornelius!4 Hij staarde hem aan en werd zeer bevreesd en zeide: Wat is er, heer! En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn voor God in gedachtenis gekomen.

  24. Maleachi 3:8 Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing.9 Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel.10 Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de HERE der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.11 Dan zal Ik, u ten goede, de afvreter dreigen, opdat hij de vrucht van uw land niet verderve en opdat de wijnstok op het veld voor u niet zonder vrucht zij, zegt de HERE der heerscharen.12 En alle volken zullen u gelukkig prijzen, omdat gij een land van welbehagen zijt, zegt de HERE der heerscharen.

  25. Handelingen 4:32 En de menigte van hen, die tot het geloof gekomen waren, was een van hart en ziel, en ook niet een zeide, dat iets van hetgeen hij bezat zijn persoonlijk eigendom was, doch zij hadden alles gemeenschappelijk.33 En met grote kracht gaven de apostelen hun getuigenis van de opstanding des Heren Jezus, en er was grote genade over hen allen.34 Want er was ook niet een behoeftig onder hen; want allen, die eigenaars waren van stukken grond of van huizen, verkochten die en brachten de opbrengst van de verkoop en legden die aan de voeten der apostelen;35 en aan een ieder werd uitgedeeld naar behoefte.

More Related