1 / 48

Centralisatie en reformatie (1477-1555) § 1.1

Centralisatie en reformatie (1477-1555) § 1.1. Oriëntatiekennis. Opkomst van de steden Branbant & Vlaanderen (12 e – 16 e eeuw) De Hanze steden (12 e – 15 e eeuw) Verschuiving naar het Westen (13 e eeuw - ) Centralisatie Bourgondiers Habsburgse Rijk

dareh
Download Presentation

Centralisatie en reformatie (1477-1555) § 1.1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Centralisatie en reformatie (1477-1555) § 1.1

  2. Oriëntatiekennis • Opkomst van de steden • Branbant & Vlaanderen (12e – 16e eeuw) • De Hanze steden (12e – 15e eeuw) • Verschuiving naar het Westen (13e eeuw - ) • Centralisatie • Bourgondiers • Habsburgse Rijk • Opstand der Lage Landen; Staten Generaal • Imperialisme • Opkomst 15e eeuw: Spanje en Portugal • Kerk en staat • Wie heeft de macht in het land; wereldlijke macht vs geestelijke macht • Kerkhervorming • Calvijn en Luther

  3. Europa 1600

  4. Instap smartboard - + + -

  5. De politieke, religieuze en economische voorgeschiedenis en de geschiedenis van de Republiek in de periode 1477 – 1702 en zijn internationale context (die overigens beperkt is tot Spanje*, Engeland en Frankrijk) Periode 1477-1555 1555 -1588 1588 -1648 1648 -1702 • De facto buitenland vanaf 1588 (of 1581?), • pas “de jure na de Vrede van Munster in 1648

  6. Vanaf ± 1500 politiek van centralisatie in Engeland en Frankrijk • Kern: vergroten koninklijke macht door: • Macht hoge adel beperken ( concurrenten voor de troon) • Oprichten koninklijke rechtbanken • Rechtspraak platteland door lagere adel • Verbod prive legers (geweldsmonopolie) • Vergroten ambtenarenapparaat • Uniforme regelgeving • Eenheid van godsdienst (problemen door Reformatie!) • Vooral overeenkomsten tussen beide landen. • Wel belangrijk verschil: Parlement Engeland blijft van betekenis • Franse parlement (Staten Generaal) praktisch uitgeschakeld.

  7. Huis Tudor Henry VII 1485-1509 Henry VIII 1509-1547 Edward VI 1547-1553 Jane 1553 Mary I 1553-1558 Elizabeth I 1558-1603 Huis Stuart Jacobus I 1603-1625 Charles I 1625-1649 Republiek (Commonwealth & Protectorate) O. Cromwell 1649-1658 Charles II 1660-1685 Jacobus II 1685-1688 GloriousRevolution William III of Orange and Mary II 1689-1702 Engeland

  8. 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • Centralisatie in Engeland • Aan het eind van een roerige periode (oorlogen/opstanden) kwam Hendrik VII (Tudor) op de troon. • Hij regeerde een kwart eeuw waarin • Hij het gezag van de koning herstelde • De macht van de koning versterkte door centralisatie ten koste van • A) de edelen, door • hun invloed adel terugdrong door privélegers te verbieden en • invloed van de hoge adel op de rechtspraak beperkte • B) de steden, door • hun zelfstandigheid deels terug te schroeven • de lage adel kreeg op het platteland veel te zeggen, waarbij zij sterk werden aangestuurd door het centraal gezag in London

  9. 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • Centralisatie in Engeland • Het Parlement bleef echter een sterk tegenwicht voor de vorstelijke macht • De koning vroeg voortdurend toestemming voor allerlei zaken aan het Hogerhuis (Hoge adel) en het Lagerhuis (Lage adel en de steden)

  10. Frankrijk Huis Valois Frans I 1515 - 1547 Hendrik II 1547 - 1559 Frans II 1559 - 1560 Karel IX 1560 - 1574 Hendrik III 1574 – 1589 Huis Bourbon Hendrik IV 1589 - 1610 Lodewijk XIII 1610 – 1643 (kardinaal Richelieu 1e minister) Lodewijk XIV 1643*-1715

  11. 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • Centralisatie in Frankrijk • In 1461 besteeg Lodewijk XI de troon na een lange periode van meer dan honderd jaar van oorlogen, opstanden en gevechten om de troon • hij maakte het Koninklijke leger sterker • ontbond alle privélegers • stelde Koninklijke rechtbanken in • De Staten Generaal had echter weinig te vertellen; de koning streefde naar absolute macht. • De Koning was volgens het Romeins Recht boven de wet verheven én kwam van God. • In de prakrijk waren natuurlijk steden, provincies en de hoge edelen in de Provence behoorlijk zelfstandig

  12. 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • De Reformatie • De Reformatie zorgde voor veel onrust in de samenleving. De vorsten wilden (vanzelfsprekend) maar een godsdienst en dit leidde tot grote spanningen en vervolging. • Het lag wel aan de vorst in kwestie welk geloof werd gevolgd en hoe hard men tegen anders gelovigen optrad. • Onder Hendrik VIII leidde zijn onstuimige huwelijks-“beleid” zelfs tot een scheuring met Rome en ontstond de Anglicaanse kerk (1534), hetgeen resulteerde in • Plundering en opheffing van kloosters • Vertaling van de Bijbel in het Engels • Echter, de strekking van het geloof bleef sterk katholiek totdat Hendrik VIII werd opgevolgd door zijn 9-jarige zoon. Gedurende zijn regime werd de leer protestants

  13. 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • De Reformatie • De Franse koningen bleven Rooms Katholiek. Rome en Parijs konden goed door een deur. • Uiteindelijk werden (van 1534) protestanten vervolgd. Dit kwam doordat de koning en andere gezaghebbers zich bedreigd gingen voelen door de groeide aanhang van protestanten. • Ketters werden opgespoord en brandstapels klaargezet • Desalniettemin bleef het aantal protestanten groeien en de vervolging en onderdrukking van deze geloven werd opgeschroefd.

  14. Soevereiniteit over de Nederlanden (in wisselende samenstelling) Huis van Bourgondië Filips de Goede 1433 – 1467* Karel de Stoute 1467 – 1477 Maria v Bourgondië 1477 - 1482 Huis Habsburg Maximiliaan I / Margaretha van Oostenrijk 1482 - 1515 Karel V 1515 – 1555 Filips II 1556 – 1588 (vanaf 1568 opstand o.l.v. Willem van Oranje ) Republiek (vanaf 1588 soevereiniteit bij Staten Generaal) Landsadvocaat (voorz. SG) Huis Oranje-Nassau (stadhouders) v. Oldenbarnevelt Maurits (1585-1625) (1586-1619) Frederik Hendrik (1625-1647) Willem II (1647-1650) Johan de Witt (1650 – 1672) 1e stadhouderloze tijdperk Willem III (1672 – 1702) * betr. soevereiniteit over de Nederlanden)

  15. Centralisatie en reformatie § 1.2

  16. 1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers • Het Duitse Keizerrijk en Frankrijk • De Nederlanden waren aparte staatjes (Gewesten). De Noordelijke Nederlanden behoorden tot het Duitse Keizerrijk; de Zuidelijken bij Frankrijk • De Gewesten waren in de 14e en 15e eeuw grotendeels zelfstandig • De Gewesten werden bestuurd door de staten waarin edelen, geestelijken en steden vertegenwoordigd waren. • De steden waren goeddeels zelfstandig; de adel bestuurde het platteland

  17. 1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers • De Bourgondiërs grijpen de “macht” • Gedurende de 15e kwamen steeds meer Gewesten onder de Bourgondische Kroon • De Bourgondiërs trachten het bestuur meer te centraliseren • Ze verplaatsen hun hof naar Brussel • Er werd een hoogste rechtbank ingesteld • En in 1466 werd de Staten Generaal voor het eerst bijeengeroepen • Met de SG maakte het hof ook afspraken over centrale belastingen • De Habsburgers krijgen de “macht” • In 1477 stierf de laatste Bourgondische koning op het slachtveld. Hij had geen zoons en zijn dochter volgende hem op. Zij trouwde met een Habsburger

  18. Bourgondische Rijk

  19. 1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers • De Habsburgers krijgen de “macht” • Deze Habsburgers waren de leverden vorsten aan het Duitse keizerrijk, Oostenrijk en uiteindelijk ook het Spaanse rijk. Zo kreeg Karel V (1515) een groot rijk in handen. • Karel V • In 1515 werd Karel uitgeroepen als heer van de Nederlanden; uiteindelijk erfde hij Spanje (1516) en Oostenrijk (1519). • Hij dankte zijn macht vooral aan het rijke en machtige Spaanse Rijk.

  20. Karel V (1500-1558) canonclip

  21. Habsburgse Rijk

  22. 1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers • Karel V • Zette de centralisatie politiek van de Bourgondiërs voort. • De Gewesten hielden echter hun privileges. • Wel vormde hij drie nieuwe centrale raden (1531) • De Raad van State • Advies orgaan van Hoge Adel voor de koning, • De Geheime Raad • Hoge ambtenaren en rechtsgeleerden, die wetten opstelden • De Raad van Financiën • Overleg met de Gewesten voor centen

  23. 1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers • Karel V • Stelde een landvoogd aan om gedurende zijn afwezigheid de Nederlanden te besturen. Dit was om loyaliteitsredenen altijd een familielid. • Stelde – evenals de Bourgondiërs – stadhouders aan om namens hem de Gewesten te besturen. Hiervoor koos hij mensen uit de hoge adel. [waarom?]

  24. 1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers • Het feitelijke beleid van Karel V • Hij zat altijd in geldnood (door oorlogen). Om dit af te dekken voerde hij vaste belastingen in. • Hij voerde de Tiende Penning in • Hiermee belaste hij onroerend goed en hief accijnzen op bier, wijn en geweven stoffen • Ook voerde hij oorlog in de Nederlanden en voegde Friesland, Overijssel, Utrecht, Groningen en Gelre aan zijn rijk toe. • Tevens dwong hij Frankrijk afstand te doen van haar claim op de Zuidelijke gewesten. • Hierdoor ontstond in 1548 de staatkundige eenheid van de zeventien Nederlanden. Het Duitse Keizerrijk en de Staten Generaal – de staten via een eed – stemden hiermee in. Filips bedje leek gespreid!

  25. Centralisatie en reformatie § 1.3

  26. 1.3 Karel V en de Reformatie • Reformatie in Duitsland • In 1517 zette Maarten Luther de aanval in op een aantal dogma’s en praktijken van de Kerk van Rome • Een aantal belangrijke kritiekpunten • Aflaten waren volgens hem onchristelijk en oplichterij • Het ware geloof was dat van de Bijbel en niet van hetgeen Rome dicteerde • De kerk mocht niet tussen God en de mens staan • Aanbidden van heiligen was onchristelijk

  27. Luther nagelt zijn stellen aan de deur van de kerk in Wittenberg Luther SchoolTV 3 min

  28. 1.3 Karel V en de Reformatie • Reformatie in Duitsland • Luthers ideeën en prediken leidde in Duitsland tot • Boerenopstanden o.l.v. predikanten, en tot onrust in de steden • Echter, Luther pleitte voor sociale gehoorzaamheid én kerkhervormingen • Veel Duitse vorsten hadden hier wel oren naar: • Los komen van Rome en zelf leider van de protestantse kerk worden én al haar eigendommen overnemen/inpikken • Karel V trachtte het protestantisme te onderdrukken, maar moest bakzeil halen. Na een lange oorlog met loyale Duitse vorsten tegen de afvallige vorsten en steden gaf hij de strijd op in 1555. • Vrede van Augsburg • waarin werd vastgelegd dat elke Duitse vorst zelf bepaalde welk geloof zijn onderdanen mochten volgen

  29. Karel V (1500-1558)

  30. 1.3 Karel V en de Reformatie • Reformatie in de Nederlanden • Naast mensen zoals Rotterdamse Humanist Erasmus, die sterke kritiek had op de Kerk (Lof der Zotheid) maar binnen de Kerk bleef, waren er ook veel “afvalligen” die zich bekeerden tot het protestantisme • Karel V trad hard tegen hen op • Onder hem werden ongeveer 1200 protestanten terechtgesteld, hetgeen vergeleken met andere landen weinig was. • Oorzaak: veel protestanten werden door stadsbesturen, de gewestelijke besturen en edelen beschermd. • Waarom: • men was enige mate tolerant én weigerde het recht (privilege) uit had te geven aan het centraal bestuur

  31. Desiderius Erasmus 1466(?) -1536 • Tijdgenoot van Luther • Was het op veel punten eens met Luther’s kritiek op de kerk, maar koos zeer bewust niet voor een scheuring • Reden: angst voor chaos en oorlog, voorkeur voor hervorming binnen • de RK kerk. • Erasmiaanse traditie: verdraagzaamheid, godsdienstvrijheid, vrijzinnigheid. • In de Nederlanden navolging in kringen geleerden en regenten • Historische figuren in Erasmiaanse lijn o.a. • Willem van Oranje, Johan van Oldenbarnevelt, Armenius, Johan de Witt Extra voor VWO over Erasmus Erasmus 20 min

  32. 1.3 Karel V en de Reformatie • Reformatie in de Nederlanden • In 1555 kwam openlijk protestantisme bijna niet meer voor. • In gedrag hadden de meesten zich aangepast (ofschoon niet iedereen meer naar de kerk ging). • Echter, de kritiek bleef! • De sympathie voor het protestantisme nam toe • En een kleine groep organiseerde eigen kerkdiensten • Eén wijziging: de bevolking voelde steeds meer voor het calvinisme in tegenstelling tot eerder het lutheranisme.

  33. 1.3 Karel V en de Reformatie • Reformatie in de Nederlanden • Calvijn • Legde nog meer de nadruk op de Bijbel • Een mens moest sober en vroom leven en de Bijbel bestuderen • Gods plan met jou stond allang vast (enkeltje hel óf hemel) • Overheid en kerk moesten samen toezien op de gedragingen van de mensen • Maar als de overheid haar plicht jegens haar onderdanen verzaakte, kon de plicht tot gehoorzaamheid ophouden

  34. Centralisatie en reformatie (1477-1555) § 1.4

  35. 1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Vlaanderen en Brabant • Waren in de 14e t/m 16e eeuw de economische motor van de Gewesten • In 1477 woonde meer dan 40 procent van de 2,5 miljoen mensen hier • De urbanisatiegraad was meer dan 30 procent – ongekend in de wereld • Hun handelssteden waren overzee en over land verbonden met heel zuidwest-Europa • Van de middellandse zee tot de Oostzee, Van Keulen tot de noord-Italiaanse stadstaten. • Daarnaast kwam in de 16e eeuw ook de handel met Azië/De Oost sterk op

  36. 1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Vlaanderen en Brabant • Antwerpen was het economisch centrum • Eind 15e eeuw was zij niet alleen de belangrijkste stad in de Gewesten maar ook in Europa • De Portugezen brachten al hun koopwaar naar Antwerpen, vanwaar het verder werd verhandeld, onder andere naar het zilverrijke hart van Europa • De stad werd het handels- en financiële centrum van de wereld • Het was eind 15e eeuw de een na grootste stad van Europa, met ruim honderdduizend inwoners

  37. 1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Holland • Was het derde gewest qua inwonersaantal • De urbanisatiegraad lag nog hoger: ca 45% van 275.000 mensen, ondanks relatief kleine steden vergeleken met Antwerpen • Hoe kwam dit zo?

  38. 1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Holland, ontstaansgeschiedenis • Vanaf de 12e eeuw rijst Holland op uit het sompige land • Gebieden worden ingepolderd • Stadjes ontstaan • Vallen en opstaan • In de 14e en 15e eeuw bleek de bewoningsstrategie niet goed te werken • Het ontgonnen land was te drassig voor akkerbouw en wonen was d’r ook al geen pretje. Daarnaast groef men veel veen weg voor turf (dé brandstof) • Gevolgen • Veel overstromingen • Trek naar hoger gelegen gebieden (lees: de nieuwe stadjes)

  39. Elk nadeel heeft z’n voordeel • Gebrek aan goede landbouwgrond dwong de (stads-)bevolking tot andere middelen van bestaan verder uit te bouwen • Visserij, handel, nijverheid, transport (lees: scheepvaart) • Dit kon ook doordat • Er vraag was naar goederen in ons sterk geürbaniseerde regio • Het achterland om goederen vroeg • Holland gunstig lag t.o.v. de Oostzee en Middellandse Zee • Men niet door de adel op haar nek werd gezeten (zie ook laatste dia)

  40. Doordat Holland gedwongen was het basis voedsel te importeren, moest de gemiddelde burger begin 16e eeuw veel voor brood betalen Gevolg: Nadeel: lage groei van de welvaart Voordeel: het lukte inderdaad graan te importeren Voordeel: hierdoor ontsnapte onze regio in het midden van de eeuw aan de zogenaamde Malthusiaanse schaar itt bijna geheel Europa Door de specialisatie in graanhandel wist de Hollander voor eigen consumptie (!) de prijs van brood eind 16e eeuw het goedkoopst van heel Europa te maken Holland en Malthus

  41. 1.2 Opkomst van Holland • Waar halen we graan vandaan? • Eerste bij de directe buren • Daarna uit het Oostzeegebied • Hier kleefde een probleempje aan. De Hanzesteden zaten niet op de concurrent te wachten • Dus: oorlog, 1438-1544 zogenaamde Sontoorlogen • Omstreeks 1560 werd al genoeg graan aangevoerd om 650.000 mensen te voeden (1580 kende onze regio 400.000 inwoners) • Graan werd dus de basis voor de internationale handel • In 1530 was de Hollandse handelsvloot al groter dan die van Engeland en Frankrijk samen

  42. Oostzeegebied en handelsbestemmingen der Hollanders

  43. 1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Holland en vrijheid van handelen • Boeren in Holland, Friesland en Zeeland konden zelf goed initiatieven nemen doordat juist in dit drassige gebied de macht van de adel beperkt was. • Deze autonomie werd onder Karel V nog verder versterkt doordat de koning de steden in ruil voor hoge belastingen een grote mate regionale autonomie gaf. • Hierdoor konden commerciële initiatieven volop bloeien

More Related