Participatieve stage 17-21 november 2008

1. Participatieve stage17-21 november 2008 Beginsituatie Kleuteronderwijs Sancta Maria Aantal kleuters: 290 Het aantal kleuters neemt de laatste jaren toe. Dit noodzaakte ons om een inschrijvingsbeleid in te voeren met een maximumcapaciteit (aantal kleuters per klas) om de veiligheid te waarborgen. Aantal klassen: 13 1 peuterklas (2.5 jarigen) 4 eerste kleuterklassen (3 jarigen) 4 tweede kleuterklassen (4 jarigen) 4 derde kleuterklassen (5 jarigen) Binnen ons kleuteronderwijs werken wij thema’s uit aan de hand van het ‘ontwikkelingsplan van de katholieke kleuterschool’. De thema’s zijn onderwerpen uit de leefwereld van de kinderen. De basisvoorwaarde is de positieve ingesteldheid.

2. doelgroep • 20 % migranten • 45% anderstaligen • 15 % kansarmen • Na de derde kleuterklas stroomt de grootste groep kinderen door naar de lagere school Sancta Maria op dezelfde campus gelegen. • 10 % maakt de stap naar het buitengewoon onderwijs of zit de derde kleuterklas over.

3. huisvesting en organisatie • Op de campus Sancta Maria zijn 3 scholen gehuisvest. • Kleuterschool Sancta Maria • Lagere school Sancta Maria • KSO Glorieux met secundair onderwijs. • Als naaste buur hebben wij basisschool Glorieux met kleuteronderwijs en lager onderwijs.

4. scholengemeenschap • De kleuterschool Sancta Maria is een katholieke kleuterschool die behoort tot de scholengemeenschap ‘Vrij katholiek basisonderwijs Ronse’ met als schoolbestuur ‘Vrij Katholiek Onderwijs Regio Ronse’. • Behoren eveneens tot de scholengemeenschap: Lagere school Sancta Maria, basisschool Glorieux, Sint-Antoniuscollege

5. werking • Naast het lestijdenpakket krijgen wij: • 40 lestijden Gelijke OnderwijsKansen • 19 lestijden ‘Rand- en taalgrensproject’ • 25/36 zorgcoördinator • Extra begeleiding van het departement ifv taalvaardigheid. • Binnen dit kader werkten wij heel grondig aan prioriteiten zoals: • Preventie en remediëring • Taalvaardigheid • Socio-emotionele ontwikkeling

6. Een greep uit de initiatieven van de voorbije jaren: • Schoolbib: -Structureren ifv uitlenen • -Structuren ifv inhoud: op PC volgens thema met zoekfunctie • Visie en integratie van een kindvolgsysteem • Visie opbouwen: observeren, reflecteren, handelingsgericht werken • Orthotheek uitbouwen • Binnenklasdifferentiatie • Visie en uitwerken van een klasboek • Uitwerken van verticale lijnen in de kleuterschool: • voor terugkerende thema’s • voor de verschillende ontwikkelingsdomeinen • samenwerking met het buitengewoon onderwijs via een zorgplatform • samenwerken met andere autonome kleuterscholen • nascholingen rond socio-emotionele ontwikkeling, taalvaardigheid • werken aan ouderparticipatie • werken aan intercultureel onderwijs • uitwerken van ontdekdozen gebaseerd op de bronnenboeken (taal verhaal, taal materiaal en taal centraal van NT2) • interactieve boeken uitwerken (boeken voorzien van CD met gesproken verhaal en spelletjes) • uitwerken van verteltafels • uitwerken van verteltassen • uitwerken van zindelijkheidstasjes

7. periode • 17-21 november: naast de uitwisseling met Nederland zijn er 5 stagiairs aan het werk van de Artevelde Hogeschool. Zij kregen vanuit de hogeschool het thema ‘kledij’ uit te werken. • Binnen het bronnenboek zijn er heel wat thema’s die hierbij kunnen uitgewerkt worden.

8. doelen en ontwikkelingsaspecten Positieve ingesteldheid gemotiveerd zijn interesse hebben Initiatief nemen Betrokken bezig zijn Sociale ontwikkeling tot interactie komen samenwerken Godsdienstige ontwikkeling stilstaan bij levenservaringen

9. Muzische ontwikkeling muzisch omgaan met lichaamshoudingen en bewegingen Zintuiglijke ontwikkeling actief exploreren met de zintuigen nauwkeurig waarnemen Denkontwikkeling kennis en ervaringen selecteren en onderzoeken Kennis en ervaringen structureren Kennis en ervaringen creatief voorstellen Kennis en ervaringen integreren Inzicht verwerven in natuur en techniek

10. Taalontwikkeling Ervaringen verwoorden Ervaringen uitwisselen Luisteren en spreken uitwisselen Boodschappen omzetten in pictogrammen Ontwikkeling van de zelfsturing Problemen oplossingsgericht aanpakken reflecteren

11. bronnenboeken

12. Gebruik van de ontdekdozen en materiaaldozen binnen het gezamenlijk thema van de school ‘kledij’ 1e kleuterklassen: open en dicht 2e kleuterklassen: spiegels sluitingen licht en donker water en stofjes 3e kleuterklassen magneten water en stofjes sluitingen

13. ontdekdozen

14. Open en dicht

15. Open en dicht

16. Open en dicht

17. spiegels

18. spiegels

19. sluitingen

20. sluitingen

21. sluitingen

22. sluitingen

23. Licht en donker

24. Licht en donker

25. Water en stofjes

26. Water en stofjes

27. schoenenplezier

28. schoenenplezier

29. Toneel: robby de robot

30. Robby robot

31. En om af te sluiten………… Kennen jullie dit nog van Robert Long en Margriet Hermans ? Een heel verschil Wij zeggen laarzen, de Belg noemt dat botten. Wij zeggen gekken en zij zeggen zotten. Laarzen, botten, gekken, zotten… Das toch een heel verschil? Holland zegt bijstand en België doppen. Zij zeggen tassen en wij zeggen koppen. Bijstand, doppen, tassen, koppen… Das toch een heel verschil?

32. En toch! Spreken we al eeuwenlang dezelfde taal. En och! Eigenlijk is het verschil geen hinderpaal. (Precies!) Dus hoor jij liever botten, dan zeg ik wel botten. En ik zeg wel gekken… welnee zeg maar zotten. Het verschil is eigenlijk nihil. ’t Gaat erom dat ik je versta… Als ik je maar versta!

33. Als dat geen peen is… nee dat is een wortel. En dit is cement… oh, bij ons heet dat mortel. Peen of wortel, cement of mortel… Das toch een heel verschil? Jij noemt iets mooi… terwijl jij dan weer schoon zegt. En jij spreekt van wedde… waar jij dan weer loon zegt. Mooi of schoon, wedde of loon… Das toch een heel verschil?

34. En toch! Spreken we al eeuwenlang dezelfde taal. En och! Eigenlijk is het verschil alleen fiscaal. Dus hoor jij liever botten, dan zeg ik wel botten. En ik zeg wel gekken… zeg jij nou maar zotten. Het verschil is eigenlijk nihil. ’t Gaat er om dat ik je versta… Als ik je maar versta! Wij zeggen laarzen… en wij zeggen botten. Wij zeggen gekken… en wij zeggen zotten. Laarzen, botten, gekken, zotten… Das toch een heel verschil?

35. Wij zeggen bijstand… bij ons heet dat doppen. Wij zeggen tassen… en wij zeggen koppen. Bijstand, doppen, tassen, koppen… Das toch een heel verschil? Hoewel! ’t Verschil is al je ’t goed bekijkt maar minimaal. Hoewel? Nou? We wonnen toch wel heel erg vaak bij ‘Tien voor Taal’ Zeg, wil jij een patatje… ik lust wel een frietje. Ik weet wel een frietkot… een snackbar, Margrietje. En ik betaal… das niet normaal! Het gaat erom dat ik je versta… Als ik je maar versta… ALS… ik je maar versta!