1 / 45

De Hypotheek & Vermogensopbouw

De Hypotheek & Vermogensopbouw. Ramón Wernsen MFP. CONGRES DE HYPOTHEEKADVISEUR EKADVISEUR. Centrale vraag. In hoeverre past het risicoprofiel van uw cliënt bij de gekozen hypotheekvorm?. Deelvragen. Feiten en cijfers Emotionele en rationele risicobeleving Waarom beleggen?

hop
Download Presentation

De Hypotheek & Vermogensopbouw

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Hypotheek & Vermogensopbouw Ramón Wernsen MFP CONGRES DE HYPOTHEEKADVISEUREKADVISEUR

  2. Centrale vraag In hoeverre past het risicoprofiel van uw cliënt bij de gekozen hypotheekvorm?

  3. Deelvragen • Feiten en cijfers • Emotionele en rationele risicobeleving • Waarom beleggen? • Hoe bepaalt de AFM het risicoprofiel van uw klant? • Afweging tussen het risicoprofiel van uw klanten de ‘beste’ hypotheekvorm? • Conclusies

  4. 1) Feiten en cijfers • Verdeling markt in hypotheekvormen • Rendement op eigen woning • Rendement op beleggingshypotheek (AEX) • Rendement spaarhypotheek (RVP 10 jaar) • Ontwikkeling rente • Ontwikkeling inflatie • Ontwikkeling bruto gezinsinkomen

  5. Verdeling markt in hypotheekvormen 1994 – 2006(bron: VROM)

  6. Cijfers en feiten 1983-2006

  7. Inkomensontwikkeling blijft achter Gemiddelde koopsom woning t.o.v. bruto-inkomen • 1984 huizenprijs ca. 63.000 euro, gemiddeld bruto-gezinsinkomen 15.000 euro (factor 4,2) • 2006 huizenprijs ca. 236.000 euro, gemiddeld bruto gezinsinkomen ca. 40.000 euro (factor 5,9)

  8. 2) Emotionele enrationele risicobeleving Mensen hebben een hekel aan verliezen (Hersh Shefrin)

  9. Kunnen, willen of moeten? • Kan uw klant het beleggingsrisico dragen en welke asset allocatie past hierbij? (ratio) • Wil uw klant het risico dragen? (emotie) • Moet uw klant het risico dragen? (realiteit)

  10. Risicotolerantie en risicobeleving • Risicotolerantie van uw klant bepaalt in hoeverre hij vanuit zijn financiële positie beleggingsrisico’s kan opvangen • Risicobeleving is meer emotionele kant van het verhaal en belangrijker dan risicotolerantie • Klant moet namelijk niet alleen financieel in staat zijn beleggingsrisico’s op te vangen, maar ook emotioneel met verliezen kunnen omgaan

  11. Verliesaversiebron: Benartzi & Thaler, ‘Myopic Loss Aversion’ Uw klanten voelen een verlies 2,5 keer sterker dan een winst van gelijke omvang

  12. Verliesaversie-5% voelt als –12,5%

  13. Rendement spaarhypotheek

  14. Beleggingshypotheek versus spaarhypotheek • Rationeel gezien levert beleggen op de langere termijn meer op dan sparen • Emotioneel gezien zal sparen meer opleveren dan beleggen

  15. 3) Waarom beleggen? • Geloven dat beleggen op de lange termijn meer rendement oplevert dan sparen? Ofwel hoger vermogen op einddatum nastreven dan benodigd voor aflossen hypotheeklening! Of • Streven naar zo laag mogelijke maandlasten? Aflossing naar beneden doordat mag worden uitgegaan van hoger verwacht rendement dan bij sparen!

  16. Mixfonds & verwacht rendementDoelkapitaal 200.000 euro(bron: MoneyView Research)

  17. Vanaf 1 april 2007 tijden van standaard uitgaan van 8% rendement voorbij? (bron: Rapport: een kwantitatieve risicoindicator voor financiële producten, AFM, 2007)

  18. Voorgeschreven rendement en risico AFM bij fondshistorie <4 jaar(bron: Rapport: een kwantitatieve risicoindicator voor financiële producten, AFM, 2007)

  19. Veel fondsen fondshistorie >4 jaar en korter dan <20 jaar Linksom of rechtsom rekenrendement voor neutraal beleggingsprofiel (mixfonds) gewoon 8% … Voldoet eigen mixfonds niet aan criterium dan combinatie van aandelenfonds en obligatiefonds vaak wel … Waarom 8% zo belangrijk?

  20. Hoger rekenrendement (8%) leidt tot lagere maandelijkse storting (-25%), maar… grotere kans dat (gewenste) doelkapitaal niet wordt gehaald! (bron: Rapport beleggingshypotheek en risico, AFM, 2003)

  21. Kans dat beleggingsdoelstelling niet wordt gehaald bij RR 8% = 55%(bron: Rapport beleggingshypotheek en risico, AFM, 2003) Bij een rekenrendement van 4% bedraagt de maandelijkse storting meer dan twee keer zo veel als bij rekenrendement van 8% … maar … de kans dat het doelkapitaal niet wordt gehaald is bijna viermaal zo klein (14% i.p.v. 55%)

  22. 4) Hoe bepaalt de AFM het risicoprofiel van uw klant? Consumenten associëren risico met de mogelijkheid tot verlies van (een deel van) de inleg (bron: Rapport: een kwantitatieve risico-indicator voor financiële producten, AFM, 2007)

  23. AFM sluit in FB aan bij risicoperceptie consument via grafisch figuurtje 5 risicocategorieën 1. Zeer groot 2. Groot 3. Vrij groot 4. Klein 5. Zeer klein Belangrijkste risico’s • Inleg kwijtraken (opbouwproduct) • Schuld overhouden (schuldproduct)

  24. Wanneer risico groot en wanneer klein?(bron: Rapport: een kwantitatieve risico-indicator voor financiële producten, AFM, 2007)

  25. GUISE = Gemiddelde Uitbetaling In Geval van Slechte Eventualiteiten • Concreet: wat krijgt uw klant bij een bepaald financieel product in de naar verwachting slechtste 10% van de gevallen! • GUISE wordt uitgedrukt als een percentage van de inleg of van de schuld

  26. Modelportefeuille met 25% aandelen net zo groot risico als met 90% aandelen?(bron Allianz Nederland Asset Management BV)

  27. Van theorie naar praktijk(bron Allianz Nederland Asset Management BV) 5 modelportefeuilles • Zeer defensief[risico: vrij groot] • Defensief[risico: groot?] • Neutraal[risico: groot?] • Offensief[risico: groot?] • Zeer offensief[risico: groot?]

  28. Zeer klein risico komt niet overeen met zeer defensieve modelportefeuille Risicocategorieën • Zeer klein[100% garantie op de inleg/schuld] • Klein [80%> inleg/schuld gegarandeerd]

  29. 5) Afweging tussen het risicoprofiel van uw klant en de ‘beste’ hypotheekvorm? Klantprofiel 1 : Defensief Klantprofiel 2 : Neutraal Klantprofiel 3 : Offensief ‘Klantprofiel 4’ : Extra offensief

  30. Klantprofiel 1 Defensief Vermogenstitels: 75% - 90% obligaties Verwacht bruto rendement: ca. 5% bruto per jaar Kosten per jaar: ca. 1,2% per jaar Kosten ORV: ca. 1% per jaar Verwacht nettorendement: ca. 2,8% per jaar Tegen welk risico? • standaarddeviatie 4% - 7% (ratio) • Kans op verlies, verliesaversie factor 2,5 (emotie)

  31. Beleggingshypotheek met defensief risicoprofiel of toch liever …?

  32. Alternatieven klanten defensief risicoprofiel Spaarhypotheek (IB > 32%) • Zonder risico hoger verwacht rendement • Lagere inleg / hypotheeklasten Traditioneel leven • Garantierendement plus winstdeling • Lagere inleg / risico

  33. Klantprofiel 2 Neutraal Vermogenstitels: 50/50% aandelen/obligaties Verwacht brutorendement: 6,2/8% bruto per jaar Kosten per jaar: ca. 1,5/2% per jaar Kosten ORV: ca. 1% per jaar Verwacht nettorendement: ca. 3,65/5% per jaar Tegen welk risico? • standaarddeviatie 8% - 12% (ratio) • Kans op verlies, verliesaversie factor 2,5 (emotie)

  34. Beleggingshypotheek met neutraal risicoprofiel of toch liever …?8% rekenrente voor neutrale portefeuille leidt tot teleurstellingen

  35. Klantprofiel 2 Alternatieven Spaarhypotheek (IB >32%) • Zonder risico hoger verwacht rendement Traditioneel leven • Garantierendement plus winstdeling Indexbeleggen • Lagere kosten, minder inleg/premie • Haalbaarheid doelstelling groter

  36. Beleggingshypotheek met offensief risicoprofiel of toch liever …?Beleggen met inleggarantie is populair

  37. Klantprofiel 3 Offensief Vermogenstitels: 75-90% aandelen Verwacht brutorendement: 8% bruto per jaar Kosten per jaar: ca. 2,15% per jaar Kosten ORV: ca. 1% per jaar Verwacht nettorendement: max. 4,85% per jaar Tegen welk risico? • standaarddeviatie 15% - 25% (ratio) • Kans op verlies, verliesaversie factor 2,5 (emotie)

  38. Klantprofiel 3 Alternatieven Spaarhypotheek (IB >32%) • Zonder risico hoger verwacht rendement Traditioneel leven • Garantierendement plus winstdeling Indexbeleggen • Lagere kosten, minder inleg/premie • Haalbaarheid doelstelling groter

  39. ‘Klantprofiel 4’ Extra offensief(Aflossingsvrije hypotheek)

  40. Centrale vraag? In hoeverre past het risicoprofiel van uw cliënt bij de gekozen hypotheekvorm?

  41. 6) Conclusies(deelvragen 1 –4) • Vooral aflossingsvrije hypotheek wint aan populariteit • Uw klanten voelen een verlies 2,5 keer sterker dan winst van gelijke omvang • Hoger rekenrendement leidt tot lagere maandelijkse storting, maar grotere kans dat (gewenste) doelkapitaal niet wordt gehaald! • Consumenten associëren risico met de mogelijkheid tot verlies van (een deel van) de inleg • Risicobeleving AFM sluit niet aan bij praktijk modelportefeuilles

  42. Conclusies (deelvraag 5) • Klantprofiel 1: defensief Advies: asset allocatie ca. 75-90% obligaties, 25%-10% aandelen Overweging: spaarhypotheek, winstdeling • Klantprofiel 2: neutraal Advies: asset allocatie ca. 50-50% obligaties/aandelen Overweging: spaarhypotheek, winstdeling

  43. Conclusies (deelvraag 5) • Klantprofiel 3: offensief Advies: asset allocatie ca. 75-90% aandelen, 25%-10% obligaties Overweging: winstdeling, beleggingshypotheek + indexfondsen! • ‘Klantprofiel 4’: extra offensief Aflossingsvrije hypotheek wordt door klanten en AFM niet als risicovol gezien!!??

  44. Nog vragen?

  45. Bedankt voor uw aandacht

More Related