150 likes | 334 Views
5.1. Industriële revolutie. Wat gebeurt er in fabrieken?. A. De kracht van stroom. Grondige veranderingen 1800 Moderne tijd 1900 andere planeet. Landbouwrevolutie Mechanisatie van productie Vanaf 1750 in Engeland Verdubbeling bevolking Verbeteringen landbouw Meer voedsel.
E N D
5.1 Industriële revolutie
A. De kracht van stroom • Grondige veranderingen • 1800 Moderne tijd • 1900 andere planeet
Landbouwrevolutie • Mechanisatie van productie • Vanaf 1750 in Engeland • Verdubbeling bevolking • Verbeteringen landbouw • Meer voedsel
Stoommachines • Rond 1800 werd de stoommachine ingevoerd • Productie steeg • Er waren steenkolenmijnen, ijzerfabrieken en machinefabrieken nodig. • Vanaf 1830 nieuwe vervoermiddelen • Sneller vervoer • Nog meer fabrieken nodig
Nieuwe industrieën • Vanaf 1850 verspreidde de industriële revolutie zich over de rest van West-Europa en de V.S • Er kwamen allerlei nieuwe industrien • Chemische • Elektrotechnische
Jaartallen, Personen en Gebeurtenissen • 1800 begin moderne tijd • 1900 ontstaan steden en industrieën geheel West-Europa. • 1750 vervanging spinnenwiel door houten machines • 1750 Industriële revolutie( Engeland) • 1800 gebruik stoommachines • 1830 begin transportrevolutie • Gebr. Phillips eerste bedrijf dat massaal gloeilampen maakte.
5.1B • De industriële samenleving • Verstedelijking • Groei industriesector meer mensen in steden • Ook groei dienstensector • Bevolking groeide harder dan ooit
Verstedelijking en bevolkingsgroei versterken elkaar Groei bevolking meer arbeidskrachten Industrialisatie meer werk Meer werk meer geld meer bevolkingsgroei.
Arbeiders en burgers • Grootste groep was arbeiders • Rijkdom en macht in handen kleine groep, burgerij. • Burgerij leverde meeste ondernemers en kreeg politieke invloed • Samenleving werd harder en zakelijker
Er ontstond een kapitalistisch samenleving Bedrijven hadden harde onderling concurrentie. Hoe zorg je als fabrikant voor zo veel mogelijk winst?
- Productie opvoeren • - Lage lonen • Industrialisatie leidde ook tot milieuvervuiling.