250 likes | 356 Views
Auditieve verwerking van spraaksignalen psychofysisch en fysiologisch onderzoek: hoe reconstrueren we de boodschap van de spreker uit het spraaksignaal?. Om te beginnen: volledig bottom-up. “Modellen” van foneemperceptie 1 Motor theory :
E N D
Auditieve verwerking van spraaksignalenpsychofysisch en fysiologisch onderzoek:hoe reconstrueren we de boodschap van de spreker uit het spraaksignaal?
Om te beginnen: volledig bottom-up. “Modellen” van foneemperceptie 1 Motor theory: Het spraaksignaal wordt omgezet in (niet uitgevoerde) instructies aan de articulatoren en op basis daarvan herkend. Perceptie vindt dus plaats via kennis van de productie. M. Studdert-Kennedy, A.M. Liberman, K. Harris en F.S. Cooper (1970) The motor theory of speech perception: a reply to Lane’s critical review. Psychological Review 77, 234-249.
“Modellen” van foneemperceptie 2 “Gestural” theory: Spraakperceptie is het waarnemen van de articulatiebewegingen van de spreker. C. Fowler (1986) An event approach to the study of speech perception from a direct realist perspective. Journal of Phonetics 14, 3-28.
“Modellen” van foneemperceptie 3 • Spraakmodus: • “Speech is special”. Spraak wordt op een andere manier waargenomen • dan andere akoestische signalen • categorische perceptie • adaptatie van fonetische kenmerkdetectoren • kortere verwerkingstijd • andere hersenhelft • trading relations • M.E.H. Schouten (1980) The case against a speech mode of perception. • Acta Psychologica 44, 71-98.
“Modellen” van foneemperceptie 4 Perceptual Magnet Model: Fonemen vervormen de auditieve ruimte. Rond foneemprototypen wordt die ruimte in elkaar gedrukt, zodat het een stuk lastiger wordt leden van dezelfde foneemklasse uit elkaar te houden. P.K. Kuhl (1991) Human adults and infants show a “perceptual magnet effect” for the prototypes of speech categories, monkeys do not. Perception and Psychophysics 50, 93-107. Maar: A.J. Lotto, K.R. Kluender en L.L. Holt (1998) Depolarizing the perceptual magnet effect. Journal of the Acoustical Society of America 103, 3648-3655.
Modellen van woordherkenning • Logogen model (Morton, 1969) • Cohort model (Marslen-Wilson en Welsh, 1978) • TRACE (Elman en McClelland, 1985) • Shortlist (Norris, 1994) • Al deze modellen gaan ervan uit dat het signaal al is opgedeeld • in fonemen of segmenten van vergelijkbare duur en hebben • daardoor weinig te zeggen over auditieve verwerking.