470 likes | 663 Views
Voorbereiding op het eindexamen Geert van den Berg, eindredacteur buiteNLand Harrie Mennen, auteur buiteNLand . inhoud I Het eindexamen (Geert) II Analyse eerste CE TF Nieuwe Stijl (Harrie) III Wie heeft de gouden tip? (Harrie) IV Voorbereiding 2010: waar let je op? (Harrie).
E N D
Voorbereiding op het eindexamenGeert van den Berg, eindredacteur buiteNLandHarrie Mennen, auteur buiteNLand
inhoud • I Het eindexamen (Geert) • II Analyse eerste CE TF Nieuwe Stijl (Harrie) • III Wie heeft de gouden tip? (Harrie) • IV Voorbereiding 2010: waar let je op? (Harrie)
Deel I: Het eindexamen • De eindexamenleerstof • Opzet van het eindexamen • Leren en hersens • Oefening voor het examen in buiteNLand
H1 deel 4 Wereld: Wereldbeeld H1 deel 5 Wereld: Globalisering H2 deel 4 Aarde: Klimaatzones en landschappen H2 deel 5 Aarde: Endogene en exogene processen H3 deel 4 Leefomgeving: Stedelijke gebieden H4 deel 4 Leefomgeving: Wateroverlast H3 deel 5 Gebieden: Indonesië (alleen gebiedskenmerken) Samengevat in: herhalingshoofdstukken op www.buitenland.epn.nl/5h De eindexamenleerstof havo vwo • H1 deel 4 Aarde: Extern systeem en klimaatzones • H1 deel 5 Aarde: Exogene en endogene processen • H1 deel 6 Aarde: Landschapszones • H2 deel 6 Aarde: Middellandse zeegebied • H2 deel 4 Wereld: Wereldbeeld • H2 deel 5 Wereld: Globalisering • H3 deel 6 Wereld: Stedelijke gebieden in VS • H4 deel 4 Leefomgeving: Wateroverlast • H4 deel 5 Leefomgeving: Stedelijke gebieden • H3 deel 4 Gebieden Zuidoost Azië, gebiedskenmerken • Samengevat in: herhalingshoofdstukken in deel 6
Opzet van het eindexamen • De examenvorm en de vraagvormen blijven zoals ze nu zijn • Het examen bestaat uit vier delen: Wereld, Aarde, Indonesië/Zuidoost-Azië en Leefomgeving • Elk van de vier domeinen krijgt 25% van de punten • Het karakter van de vragen (Presentatie Harrie) • De gestructureerde schrijfopdrachten gaan niet door!!
Leren en hersens • Nodig: retentie en transfer • Grondig leerproces: • Sensorisch (zintuiglijk) deel hersenen • Limbisch (emotioneel) deel hersenen • Korte termijn geheugen • Lange termijn geheugen • Geheugen: • Paden veel gebruiken (herhaling) • Opslag in het juiste laatje (toepassing in context)
Leerproces in buiteNLand • Zo veel mogelijk gebruik van alle hersendelen door variatie in leervormen: leerteksten, hap uit de kaart, praktische opdrachten, boxen, atlasgebruik, ICT, allerlei typen opdrachten • Paden open houden: concentrische opbouw, herhalingshoofdstukken in examenjaar, regelmatig overhoringen/toetsen • Aanleren in context: examentraining eind elk hoofdstuk, examentraining laatste hoofdstuk
Voorbereiding in buiteNLand • Aan het eind van elk hoofdstuk staan twee oefenopdrachten: de examentraining. Passen goed bij type examenvragen! • Herhaling van de leerstof m.b.v. samenvattingshoofdstukken (daarbij gebruiken opdrachtenboek, begrippenlijsten en boxen) Voor H op www.buitenland.epn.nl/5h, voor V in deel 6 • Laatste hoofdstuk in deel 5 havo en 6 vwo, voorbereiding m.b.v.: • Digitale kennis-oefenopdrachten • Atlasopdrachten bij de domeinen in opdrachtenboek • Tips m.b.t. het leren voor het examen en het maken van het examen
Deel II Analyse CE- Ak Havo 2009
Goed HAVO-niveau Toch cesuur verhoogd A Moeilijkheidsgraad N-term = 1.4
B Konden ‘BuiteNLanders’ het maken? • Alle vragen afgedekt • ‘Magere’ insteek met regionale toepassing blijkt de juiste Voorbeeld: CE- vraag over China
China-vraag CE 2009 Situatie: De Chinese overheid stimuleert en reguleert de komst van MNO’s naar China. Bij de keuze van de plaats waar Nike zijn fabrieken kan laten bouwen, spelen veel verschillende factoren een rol. Eén van die factoren is het Chinese overheidsbeleid. Vraag: Maak met behulp van een kaart uit de atlas aannemelijk dat het Chinese overheidsbeleid van invloed is op het spreidingspatroon van fabrieken waar Nike zijn producten laat fabriceren. Geef in je antwoord ook de atlaskaart. Kenmerken: 1. Vraag gekoppeld aan regionale context 2. Bedoelde atlaskaart niet expliciet genoemd > kaart selecteren.
C Wat voor type vragen werden vooral gesteld? 1. Naar de vorm Alleen open vragen
C Wat voor type vragen werden vooral gesteld? 2. Naar soort • Weinig reproductie > • Leerlingen: “Hard leren wordt niet beloond, meneer”
C Wat voor type vragen werden vooral gesteld? 2. Naar soort • Weinig reproductie • Geen beoordelingsvragen • Veel inzicht en toepassingsvragen gerelateerd aan gebieden of situatie Maar kennis is echt wel nodig!
Kennis en informatie voorbeeld CE 2009 De ligging van de zijmorenen (in bron 1) geeft informatie over de omvang van de gletsjer in het verleden. Vraag: Beredeneer welke conclusie je kunt trekken over de omvang van de gletsjer door te kijken naar de ligging van de zijmorenen. Kennis nodig om informatie te kunnen gebruiken
D Vaardigheden en geografische werkwijze • Nadruk verschuift van vaardigheden naar toepassing van kennis • Wel: algemene procedurele kennis nodig zoals: a. Oorzaak- gevolg
Voorbeeld CE 2009 Situatie: De Antisana is één van de vele werkende vulkanen in het Andesgebergte van Ecuador. In de Alpen komen geen actieve vulkanen voor. Zie de kaartbladen ‘DE AARDE Geologie’. Vraag: leg met behulp van de platentektoniek uit waardoor er in het Andesgebergte wel actieve vulkanen voorkomen. • Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten. Door leerling vaak vergeten!!
D Vaardigheden en geografische werkwijze • Nadruk verschuift van vaardigheden naar toepassing van kennis • Wel: algemene procedurele kennis nodig zoals: a. Oorzaak- gevolg b. Situatiebeschrijving – algemene regel (generalisatie)
Situatie: de spoorwegen van Tanzania zijn wel verbonden met Kenia maar niet met de Democratische Republiek Kongo. (CE VWO) Vraag: geef hiervoor een verklaring vanuit de natuurlijke dimensie De verklaring moet een situatiebeschrijving en een algemene regel bevatten Antwoord Tussen Tanzania en Kenia zijn er nauwelijks natuurlijke hindernissen; tussen Tanzania en Kongo ligt een hooggebergte en een groot meer (situatiebeschrijving) Hoe groter de natuurlijke hindernissen tussen gebieden des te minder de infrastructuur tussen die gebieden ontwikkeld is (algemene regel)
D Vaardigheden en geografische werkwijze • Nadruk verschuift van vaardigheden naar toepassing van kennis • Wel: algemene procedurele kennis nodig zoals: a. Oorzaak- gevolg b. Situatiebeschrijving – algemene regel c. Logisch redeneren in een aantal stappen
Voorbeeld CE HAVO 2009: Antisana SituatieDe ijskap op de Antisana is aan de oostzijde veel omvangrijker dan aan de westzijde (bron 2). Dit heeft voornamelijk te maken met de ligging van het Andesgebergte en de overheersende windrichting.
Vraag Beredeneer waardoor een ijskap in het Andesgebergte aan de oostzijde meestal groter is dan aan de westzijde van deze bergketen. Antwoord • Oostzijde = loefzijde van Andes situatie • Opstijgende lucht koelt af • Waterdamp condenseert • Neerslag in vorm van sneeuw > basis voor gletsjervorming proces gevolg
D Vaardigheden en geografische werkwijze • Nadruk verschuift van vaardigheden naar toepassing van kennis • Wel: algemene procedurele kennis nodig zoals: a. Oorzaak- gevolg b. Situatiebeschrijving – algemene regel c. Logisch redeneren in een aantal stappen d. Typisch geografisch: redeneren vanuit dimensies en gebiedskenmerken
Voorbeeld CE HAVO 2009: China Los van het (Chinese) overheidsbeleid zou Nike waarschijnlijk in dezelfde provincies geïnvesteerd hebben. Vraag: Welke twee gebiedskenmerken maken die provincies zo geschikt voor de vestiging van MNO’s? Kunnen sociaal- of fysisch-geografisch van aard zijn bijv.: - aanwezigheid goede infrastructuur - aanwezigheid hoge bevolkingsdichtheid - vlak > makkelijk in te richten
Welke voorzichtige conclusies kunnen we trekken uit dit examen ? • Qua vorm en opbouw niet echt verschillend van vorige examens • Qua inhoud wel uiteraard • Wellicht weer wat meer nadruk op kennis
Deel III Hoe bereid je jouw leerlingen 6V en 5H goed op voor op het CE 2010? Wie heeft de gouden tip? Overleg met uw buur en noteer minstens een tip op de sticker!
Deel IV Voorbereiding CE 2010 Hoe bereid je de leerlingen voor op dit type examenvragen?
1 Goed lezen van bronnen De drietrapsstrategie: A Lezen. Let op: de bronnen worden als groep per vraagstuk aangeboden en niet per vraag Bijv. gebruik de bronnen 1 t/m 3 B Analyseren C Interpreteren Bekijk ze eerst allemaal
Aanpak: • a. Lezen
Aanpak: b. Analyseren
Aanpak: c. Interpreteren: neerslag en bodembedekking hangen samen met erosie
Vraag: beredeneer dat de bodemaantasting in mei groter is dan in juli Antwoord: - in mei geringere bodembedekking (situatie) - vegetatie beschermt de bodem tegen aantasting (algemene regel)
2 De Atlas als informatiebron • Bladeren of gericht zoeken
Atlasgebruik in CE *N=31
a. zoeken in de atlas Aanleren atlasgebruik • Zie hiervoor stencil in het werkmateriaal
b. lezen, analyseren (indelen) en interpreteren van kaarten Aanleren atlasgebruik • A. In buiteNLand veel vragen die op deze vaardigheden ingaan • B Expliciet met leerlingen een kaartblad systematisch bekijken, met name 53ste druk voor TF veel samenhangende kaarten op een kaartblad. Stappen: LEZEN- ANALYSEREN (INDELEN)-INTERPRETEREN
Conclusie • Atlasgebruik blijft belangrijk, maar het goed kunnen lezen van bronnen is veel belangrijker • Vooral combineren van info uit diverse bronnen van belang
3. Volledig beantwoorden van vragen > aanleren procedurele kennis Leer je alleen door er voortdurend op gewezen te worden en… voor beloond of bestraft te worden! Een voorbeeld
Toepassing: Verklaar de trend. Noem deoorzaaken de algemeneregel. Door de toenemende droogte neemt de bevolkingsdichtheid af (oorzaak) In een droger gebied zijn de bestaansmogelijkheden voor de agrarische bevolking kleiner dan in een vochtiger gebied (algemene regel)
Natte rijstbouw in de Mekongdelta, Vietnam Bevolkingsdichtheid: 465 mensen p/km². Hoe kan dat?
De natuur zit mee Situatie: vochtig, warm, vlak en vruchtbaar > meerdere oogsten per jaar mogelijk Verklaring: natte rijstbouw kan: A Veel monden voeden B Veel handen werk bieden Algemene regel: natuurlijke omstandigheden hebben grote invloed op bevolkingsdichtheid.
Weet je, nu zit ik nog aan aardrijkskunde te denken! op naar de lunch