140 likes | 308 Views
Actuariaat en de vernieuwing van het Nederlandse pensioenstelsel. Theo Nijman Tilburg University en Netspar Juni 2013. Goudswaard rapport 2010. Stelsel niet houdbaar; geen risicodragers aangewezen; evolutie vereist Completere contracten:
E N D
Actuariaat en de vernieuwing van het Nederlandse pensioenstelsel Theo Nijman Tilburg University en Netspar Juni 2013
Goudswaard rapport 2010 • Stelsel niet houdbaar; geen risicodragers aangewezen; evolutie vereist • Completere contracten: • Vooraf aangeven hoe schokken zullen worden verdeeld • Heldere eigendomsrechten bij contract aanpassingen • Transparante contracten • Goed uitlegbare contracten • Rapporteren verwachte koopkracht en onzekerheid daarin • Heroverweeg exposure naar risico factoren • Uitruil kosten, garantie en risico • Aanpassing aan ontwikkeling levensverwachting • Koopkracht risico’s relevant • Exposures aangepast aan individuele karakteristieken, waaronder leeftijd (vermijd beleggingsspagaat oud-jong) • Als evolutie niet tijdig ingevuld gevaar van afglijden naar “poorly designed DC”
Actuariaat en de hervorming van het stelsel • Modelleren levensverwachting en sterftekansen (zeker na LAM) • AG tafels van 2010 en 2012 • Stochastisch model vereist, vergelijk Solvency II • Consensus modelleren ervaringssterfte • Marktconsistent garanderen van pensioenrechten • Voorkomt dat meer kan worden toegezegd dan kan worden waargemaakt • Bepaalt de kostendekkende premie • UFR; macro stabiele discontering • Uitsmeren schokken bepalend voor waarde: BNW curve met indexatieafslag en horizon afhankelijke risico-opslag • Informeren deelnemers over koopkracht en de koopkracht risico’s • Uniformering parameters ?
Akkoorden en invloeden … • Pensioenakkoord en uitwerking (juni 2010 en 2011) • Hoofdlijnennotitie en CPB rapporten (mei 2012) • Sociaal akkoord (april 2013) • Akkoord jongeren organisaties VVD, D’66 en PvdA (mei 2013) • Well designed DC + annuïteit • Keuze uitvoerder • FD kritiek Lutjens en Beetsma onterecht, zie Siegelaer • Generatiepact Unie KBO, PCOB, ANBO met FNV en CNV Jong • Keuze reëel contract, nominaal alleen hard • Contractvrijheid door meer risicoprofielen voor fondsen • Waarde overdracht als fonds overstapt naar ander risicoprofiel • Initiatieven pensioenfederatie • Grijstinten tussen nominaal en reëel contract hoofdlijnennotitie • …..
Hoofdlijnennotitie • Eerste fase onderhoud • Belangrijke stappen gezet: • Completere contracten • Transparante risico informatie • Doorwerking levensverwachting • Uitsmeren van schokken levert gewenste risico-differentiatie en reduceert beleggingsspagaat • Nominale contract blijft probleem wel bestaan: Risicoloos beleggen in belang ouderen, risico nemen voor jongeren • Huidige discussie nog niet afgerond (consultatie juli / augustus) • Heldere regels voor invaren ? • Een risicoprofiel / disconteringscurve of toch meer smaken (met waardeoverdracht tegen marktwaarde) ? Contractvrijheid ? • Heldere eigendomsrechten (ook t.a.v. buffer overdracht en opslag kostendekkende premie)
De tweede ronde … (… 2020) • Doorsneeopbouw en –premie • Flexibilisering uitkeringsfase • Integratie pensioen, zorg en wonen • Leeftijdsdifferentiatie in garantie niveaus • Alleen in derde pijler of toch ook in tweede pijler ? • Toezicht adequaat beleggingsbeleid zachte rechten en DC • Welke mate van maatwerk / verplichtstelling • …
Gewenst pensioencontract • Pensioeninkomen tot overlijden (geen banksparen !) • Koopkracht als doel, niet bedrag in euro’s • Alleen garanties kopen is onaantrekkelijk, het pensioeninkomen mag afhangen van ontwikkelingen in rendementen en levensverwachting • De onzekerheid in pensioeninkomen moet kleiner worden als deelnemer ouder wordt • Beperkte mate van vrije keuze (beschermen tegen verkeerde keuzes; kosten) • Mate van keuze ook in uitkeringsfase • Heldere eigendomsrechten. Bestuur kan niet door bestuursbesluiten waarde onttrekken of toewijzen • Alleen gewenste solidariteit
DC 1.0 en DC 3.0 • Het traditionele DC model is in Nederland terecht verguisd • Hoge kosten • Te weinig guidance inleg en beleggingsmix • Gericht op pensioenkapitaal ipv jaarlijkse uitkering • Goed vormgegeven DC contract sluit nauw aan bij goed vormgegeven DB contract • Focus op reëel pensioeninkomen • Focus op complete en transparante contracten • Geschikte mate van risicodeling • Dekkingsgraad mechanisme en collectief beleggingsbeleid om te schrijven naar risico’s en rechten per individu • Kern verschillen: • Welke risico’s verhandelen binnen het fonds / nieuwe opbouw • Welke eigendomsrechten individueel • Welke keuzes wil je bij deelnemer leggen (uitvoerder ??)
Nominale contract hoofdlijnennotitie • Nominaal contract biedt suggestie dat er garanties zouden zijn terwijl die niet afgedwongen worden • Kernkritiek op nominale contract is ook beleggingsspagaat: • Belang ouderen risico te verlagen lage dekkingsgraad • Belang jongeren risico te blijven nemen • Huidige beleid vele Bpfs zeer onaantrekkelijk voor ouderen • Hoe bepaal je risicohouding fonds waarbij belang minderheid niet aangetast wordt door aanwezigheid andere groepen ? • Complexe waardering van rechten en kostendekkende premie. • Nominale contract blijft worstelen met complexe waardering van rechten (simulatie) of met gebruik ruwe benadering alsof nominale garantie of via BNW curve • Verschil tussen balanswaarde en economische waarde blijft bestaan. In transparante herverdeling en averse prikkels • Ook als dit goed wordt uitgelegd blijft kans op forse nominale kortingen bestaan, sterk de vraag of goed geïnformeerde deelnemer daarvoor kiest… • Werking normdekkingsgraad
Effecten normdekkingsgraad • Indexatie maximaal gelijk aan fractie van inflatie gegeven door (nominale dgr – 100%)/(BNW100 – 100%) BNW100: nominale dgr waarbij dgrvolgens BNW discontering gelijk aan 100% • Doel: reëler maken nominale contract, als oplopende inflatieverwachting: minder nu uitdelen ipv nominaal sturen • Issues: • Veelal niet de BNW100 bepalend maar grens reservetekort (b.v. 100% nominaal = 85% reëel; BNW100 = 118%); bij hoge inflatieverwachtingen of heel grijs fonds is wel BNW 100 bepalend (suggestie hoofdlijnennotitie) • Prikkel tot nemen minder risico als vereist vermogen bindend om zo meer te kunnen indexeren ? • Bufferopslag op kostendekkende premie en buffer overdragen bij waardeoverdracht ? Maar die opslagen zijn horizon afhankelijk en wijken af van die van het fonds …
Reële contract • Lineaire reële contract, zonder buffers • Uitsmeer mechanisme geeft economisch risicodifferentiatie binnen juridische kaders • Kan gezien worden als opgebouwd uit individuele horizonafhankelijke toezeggingen • Afslagregel en waardering precies consistent met kunnen nakomen individuele toezeggingen (“DC”) • Individuele jonge deelnemer geen nadeel van oud collectief • In “sinking giant” nemen groter deel van huidig tekort dan in gemiddeld fonds • Toevoeging t.o.v. DC3.0 solidair delen van fluctuaties in inflatieverwachtingen en risicopremies + gewenste solidariteit • Vooralsnog geen reële markt voor Nederlandse inflatie; • Poltitiek risico bij inschatten inflatieverwachting en risicopremie, bescherming door “marktwaardeslot” (als in bestaande waardeoverdracht mechanisme)
Conclusies • Hervormingsproces nog lang niet afgerond • Evolutie te preferen boven revolutie • Nederland heeft prima stelsel, maar ook heel wat te leren van andere landen • Kernpunten: • Heldere eigendomsrechten • Risico exposure afstemmen op karakteristieken individu • Blijf verstandig omgaan met keuzevrijheid • Uitdagingen actuarissen: • Sterftekansen • Waardering, ook in incomplete markten • Adequate risico-informatie, ook in DC