1 / 41

De PM/ICD patient op de PACU

De PM/ICD patient op de PACU. Roel Beelen , MD. Cardio-vasculaire en thoracale heelkunde OLV Ziekenhuis Aalst-Asse- Ninove. Trends in device implantation. First ICD implantations per million population. 1989. '90. '91. '92. '93. '94. '95. '96. '97. '98. '99. '00. '01. '02.

larya
Download Presentation

De PM/ICD patient op de PACU

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De PM/ICD patient op de PACU Roel Beelen, MD Cardio-vasculaire en thoracale heelkunde OLV Ziekenhuis Aalst-Asse-Ninove

  2. Trends in device implantation First ICD implantations per million population 1989 '90 '91 '92 '93 '94 '95 '96 '97 '98 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 2006

  3. Post-op complicatie: • Ingreep gerelateerd: • Device gerelateerd:

  4. Ingreep gerelateerde complicatie: • Pockethemathoom • Pneumothorax • Hemothorax • Tamponade • AMI • DVT + PE • CVA/TIA

  5. Pockethematoom: • Bij 2 tot 15% in huidige patientenpopulatie (anti-plaquettaire/anti-coagulantia) • Onmiddelijke drainage in functie van • Grootte hematoom • Pijn • Risico huidnecrose/wonddehiscentie

  6. Pneumothorax: • Bij ongeveer 2 tot 5 % patienten • Tgv Seldingerpunctie voor access • Bij punctie steeds post-op RX Thorax • Drainage in functie van: • Collaps long • Hemodynamische toestand (CAVE spanningscomponent)

  7. Pneumothorax:

  8. Hemothorax: • Vooral tgv accidentele arteriele punctie • Heelkundige exploratie in functie van: • Hoeveelheid bloed • Hemodynamische toestand patient

  9. Hemothorax:

  10. AMI: • Tgv de peri-operatieve stress • Na DFT-testing ( VF induceert myocardiale ischemie) • Na coronair trauma tgv lead-implantatie • Vooral LAD-letsel bij RVOT-leadimplantatie

  11. DVT en PE: • Thrombogeen: • Meestal tgv mobiliseren pre-existente thrombus tijdens leadimplantatie • Luchtembool: • Tgv manipulatie veneuze sheats • Bij twijfel onmiddellijk per-op uitvoeren van pulmonalisangiografie

  12. Longembool:

  13. CVA/TIA: • Ten gevolge van aanwezigheid links-rechts shunts • ASD type 1 en 2 • VSD • Bij DFT testing, toestand van hypotensie

  14. Device gerelateerde incidenten: • “… To understand actions, one most know the principles……” Isaac Newton

  15. PM versus AICD • Pacemaker: • Behandeling van brady-aritmie • AICD (AutomatedImplantableCardioverter Defibrillator) • Behandeling van tachy-aritmie • Ingebouwde PM functie

  16. PM versus AICD

  17. Kostprijs:

  18. Indicatie voor implant: PM AICD VT VF Long QT Profylactisch Familiaal Na Ami • 2°-3° graads AV blok • Sinusknoopziekte • Bi- en Tri-fasciculairblock • Long QT

  19. Pacemaker/AICD • Systemen • 1-kamer (atriaal/ventriculair) • 2-kamer (atrio-ventriculair) • 3-kamer (atrio-bi-ventriculair) (CRT-D/P)

  20. Internationale conventie

  21. Basisprincipes pacing: • Sensing-sensitiviteit • Treshold-output • Polariteit

  22. Sensing/sensitiviteit • Sensing: • De registratie van het electrisch signaal van het hart (A/V) in mV • Sensitiviteit: • Ingestelde minimum-grens waarboven een PM zal reageren op sensing.

  23. Sensing/sensitiviteit

  24. Undersensing

  25. Treshold/output: • Treshold: • Synoniem drempel • Minimum energie nodig om myocard te stimuleren • Output: • Maximum energie die PM kan genereren om myocard te stimuleren.

  26. Uni-polaire pacing/sensing:

  27. Bi-polaire pacing/sensing:

  28. Lead constructie:

  29. Conclusie: • Sensing: • Zo weinig mogelijk artefact BIPOLAIR • Pacing: • Zo groot mogelijk contact, zo laag mogelijke drempel UNIPOLAIR

  30. Normaal DDD-PM ECG:

  31. Device gerelateerde complicaties: • Post-op bradycardie • Post-optachy-aritmie • VES • Pacemaker gemedieerde aritmie • VF/VT • Spierstimulatie

  32. Post-op bradycardie bij PM: • Te lage lowerrate • Geluxeerde lead • Oversensing • Hoge pacing-drempel (non-capture)

  33. Non-capture:

  34. Post-op tachycardie bij PM: • Ventriculaire triggering op VKF/VK flutter • PMT • Oversensing • Geluxeerde lead (VES) • T-top pacing

  35. Post-op bradycardie bij AICD: • Volledig normaal (lower rate 30-45 bpm) • Geluxeerde lead • Undersensing • Hoge pacingdrempel

  36. Post-op tachycardie AICD: • Supraventriculair: • PMT • Triggering op VKF/VKFlutter • Oversensing • Ventriculair: • Lead veroorzaakt arrithmie • Lead luxatie • Mogelijks anti-arritmie werking van toestel • T-top pacing

  37. VF-behandeling AICD:

  38. Anti-tachypacing AICD:

  39. Post-op beleid na PM/AICD implantatie • EKG monitoring/ lange strook EKG • Werking device • Snelle opsporing van complicatie • RX-thorax • Wondcontrole • Bij incidenten: device analyse

  40. Thankyouforyour attention!

More Related