430 likes | 617 Views
HOOFDSTUK 10 Samenwerken & communiceren. Samenwerken - Groepsoefening - Groepen en teams 2. Communiceren. NASA-groepsoefening. Lees de instructies op de handout. NASA-groepsoefening. Lees de instructies op de handout Vul individuele rangorde in (kolom 1) 5’. NASA-groepsoefening.
E N D
HOOFDSTUK 10Samenwerken & communiceren • Samenwerken • - Groepsoefening • - Groepen en teams • 2. Communiceren
NASA-groepsoefening • Lees de instructies op de handout
NASA-groepsoefening • Lees de instructies op de handout • Vul individuele rangorde in (kolom 1) 5’
NASA-groepsoefening • Lees de instructies op de handout • Vul individueel je rangorde in (kolom 1) • Maak in groep een consensusrangorde door overleg (kolom 2) 20’
NASA-groepsoefening • Lees de instructies op de handout • Vul individueel je rangorde in (kolom 1) • Maak in groep een consensusrangorde door met elkaar te overleggen (kolom 2) • Beantwoord in groep de reflectievragen 15’
NASA-groepsoefening • Lees de instructies op de handout • Vul individueel je rangorde in (kolom 1) • Maak in groep een consensusrangorde door met elkaar te overleggen (kolom 2) • Beantwoord in groep de reflectievragen • Docent geeft expertscores
NASA-groepsoefening • Lees de instructies op de handout • Vul individueel je rangorde in (kolom 1) • Maak in groep een consensusrangorde door met elkaar te overleggen (kolom 2) • Beantwoord in groep de reflectievragen • Docent geeft expertscores • Bereken |kolom 1 – kolom 3| (kolom 4) • Bereken |kolom 2 – kolom 3| (kolom 5) • Maak de somscores voor kolom 4 & 5
Reflectievragen • Was het doel voor iedereen duidelijk? Hoe werd er begonnen? • Wat verliep goed en minder goed? • -Zegde ieder zijn mening? -Wie sprak veel/weinig -Wie had meeste invloed, was er leider? -Hoe gingen jullie om met menings-verschillen omtrent de rangorde? -Welke zijn verschillen in deelname • Hoe kwam de groep tot besluiten?
Reflectievragen • Maak een inschatting van de kwaliteit van jullie groepsresultaat en van de aanvaarding ervan • Q = … • A = …
Synergie • ‘brede’ betekenis: groepsresultaat is beter dan het gemiddeld resultaat van de individuen • ‘sterke’ betekenis: groepsresultaat is beter dan dat van het beste individu
Vraag: • Werd er in jullie groep synergie bereikt? In welke betekenis? • Welke factoren hielpen of belemmerden het bekomen van je groepsresultaat? Inventariseer in twee kolommen. Kijk ook terug naar de antwoorden op de reflectievragen.
Gewenst organisatiegedrag INDIVIDU • Sterk betrokken en gemotiveerde mensen • Effectieve leidinggevenden • Arbeidssatisfactie en enkel ‘positieve’ stress GROEP “High performing” teams SYSTEEM • Constructieve samenwerking tussen teams • “Doorleefde” structuur, cultuur en verandering • Lerende organisatie
Groepen in de organisatie • Groepen zijn een tussen-niveau tussen het individu (motivatie en leiderschap) en de organisatie • Leider als “linking pin” (Likert)
Kernelementen van een groep • Twee of meer personen • Interactie en communicatie (face to face?) • Continuïteit en regelmaat • Gemeenschappelijke doelen • Onderlinge afhankelijkheid • Sociale identiteit
Soorten groepen • Formele groepen (van buitenaf) • Stuur- en overleggroepen • Taakgroepen • Informele groepen(van binnenuit) • Belangengroepen • Vriendschapsgroepen • “Teams” • Synergie • Complementariteit en interafhankelijkheid • Gedeelde doelen • Gedeelde verantwoordelijkheid
Functie van groepen Bestudeerd vanuit: • Management en organisatiekunde: teamwork als succesfactor voor org. • Sociale psychologie • Ontwikkelingspsychologie Mens én Organisatie !
“Team” • Formele groep • Collectieve > individuele • Synergie • Complementaire doelen • Complemantariteit in leden • Samen verantwoordelijk = normatief concept
Het belang van “teamwork”:Voorbeeld ziekenhuis • Team rondom een kankerpatient • Chirurg • Internist • Radio-therapeut • Chemo-therapeut • Radioloog • Oncoloog • Wat gebeurt er wanneer de communicatie fout loopt?
Voordelen van werken in groep • Kwaliteit van het besluit cf. synergie: * meer kennis en informatie * meer benaderingswijzen • Aanvaarding: *Begrip, acceptatie *Betrokkenheid en motivatie tot implementatie E = Q x A
Synergie • Twee betekenissen: • “Brede versie”: groepsscore is beter dan de gemiddelde score van de individuen • “Sterke versie”: groepsscore is beter dan deze van het beste individu • Een goede balans tussen taakgerichtheid, procesgerichtheid en proceduregerichtheid is noodzakelijk om synergie te kunnen bereiken
Groepsfuncties • Taak- (inhoud) & procedure functies • Rationeel en logisch zijn • Werken met feiten en meningen • Korte termijn perspectief: bereiken van “onmiddellijke” doelen • “Ondersteunings-” (proces-) functies • Aandacht voor het proces en interpersoonlijke relaties • Omgaan met het relationele, met emoties en gevoelens • Lange termijn perspectief: werken aan een goede atmosfeer
Groepsfuncties: gedistribueerd leidersschap TAAK • vragen voor en geven van informatie en opinies • verhelderen en samenvatten • PROCES • elkaar aanmoedigen • bemiddelen tussen mensen • aandacht voor gevoelens • toetsen van overeenkomst • PROCEDURE • afspraken maken over: • hoe te werken • hoe beslissen • time keeping & agenda bepalen
Ontwikkeling van groepen • Forming/Vorming • vraag naar duidelijkheid • afhankelijkheid • welwillendheid • Storming/Vechten • coalities, allianties • open confrontatie of “onder tafel” • Norming/Afstemming • overleg • afbakening & respect voor rollen • gedeelde verantwoordelijkheid • 4. Performing/Presteren • effeciëntie & doelgerichtheid • appreciatie & ondersteuning van bijdragen spiraalvormig & individuele verschillen
Teamwork: soorten teams • Probleemoplossende teams • Cross-functionele teams • Virtuele teams • Zelfsturende teams
Zelfsturende (autonome) teams Teams die “empowered” zijn om te beslissen aangaande: • Planning • Uitvoering • Evaluatie & verbetering Van de dagelijkse activiteiten
Leiderschap en teamwerk Mate van Autoriteit Mate van participatie
Empowerment en situatie • Kenmerken van de medewerker: willen en kunnen (cf. leiderschap: Blanchard) • Aard van de groep • Soort probleem: info, tijd • Klimaat • Cultuur
Model van Ronald FRY DOELEN • - rol ambiguiteit • rol over- of underload • rol conflict ROLLEN PROCEDURES INTERPERSOONLIJKE RELATIES group cohesiveness
Teamrollen van Belbin • Plant • Bronzoeker • Voorzitter • Vormer • Monitor • Groepsmedewerker • Bedrijfsman • Zorgdrager • Specialist heterogene samenstelling werkt indien onzekerheid & ambiguïteit Model van OFMAN KWALITEIT VALKUIL ALLERGIE UITDAGING
Plant • Bron- zoeker • Voorzitter
Vormer • Monitor • Groeps- medewerker
Bedrijfsman • Zorgdrager • Specialist
Teams: de ideale omvang • minimaal 3 • ideaal: 7-9 • maximaal: 12 • afhankelijk van aard taken: • zwakste schakel? • ideeën genereren • autonoom werken • kwaliteit van besluitvorming • even of oneven? • indien besluitvorming door meerderheidsbeslissing
Nadelen van teamwerk Wij en zij: kliekvorming Groepsdruk “Group think” “Social loafing” Vergaderitis Teams & hiërarchie: een contradictie?
A B C X De Asch-experimenten
Verdere nadelen van teamwerk • Soms moeilijk en bevat risico’s • Tijdsintensief • Win-lose spelletjes, conflicten, coalities
HOOFDSTUK 10Samenwerken & communiceren • Samenwerken • - Groepsoefening • - Groepen en teams • 2. Communiceren
Communiceren • Functie • Componenten • Patronen • Richting • Axioma’s (5)
Functie in organisaties • Sturen, coördineren, controleren, beslissen • Motiveren, emotieregulering, vormen gemeenschap • Imagovorming Vaak aparte afdelingen in bedrijven
Medium Codering Decodering ruis Zender Ontvanger Decodering Codering Medium Componenten “rijkheid” van medium evenredig met complexiteit van situatie
Communicatiepatronen • 3 3 • 5 10 • 6 15 • 20 190 bijvoorbeeld • wiel • compleet netwerk • gecentraliseerd netwerk satisfactie bij statusgelijkheid dissatisfactie aan de uiteinden van netwerken
Richting van communicatie vertikaal top-down bottom-up lateraal transversaal
Axioma’s van communiceren (Watzlawick) • Men kan niet niet communiceren • Elke communicatie bezit een inhouds- en relatieaspect • Relaties worden bepaald door de interpunctie tussen de communicerende personen • Mensen communiceren digitaal en analoog • Communicatie is altijd of symmetrisch of complementair