120 likes | 324 Views
Bijkomende Variabelen (Extraneous Variables). Controle Over Bijkomende Variabelen (Extraneous Variables). INTERNE VALIDITEIT komt in het gedrang door Bijkomende variabelen (extraneous) zijn andere dan de onafhankelijke variabele die effekt hebben op afhankelijke variabele
E N D
Controle Over Bijkomende Variabelen (Extraneous Variables) INTERNE VALIDITEIT komt in het gedrang door • Bijkomende variabelen (extraneous) zijn andere dan de onafhankelijke variabele die effekt hebben op afhankelijke variabele • Verwarrende variabele (confounding) is een bijkomende variabele die systematisch varieert samen met de onafhankelijke variabele Controle • Elimineren (bvb afleiders, geluid, …) indien onmogelijk dan differentiële invloed ervan op verschillende onderzoekscondities (=waarden van onafh. Var.) Uitschakelen door • Constant houden • Eenvoudig: geslacht, woordvolgorde, … • Moeilijk: interesse, leervermogen, … (moeilijk meetbaar, variabel tijdens experiment) • Randomisatie • (Meten)
Gevaren Voor Interne Validiteit Een experiment is intern valide indien het bekomen effect op de afhankelijke variabele ontegensprekelijk toegeschreven kan worden aan de manipulatie van de onafhankelijke variabele • Geschiedenis (gebeurtenis tussen pre- en post-test) • Maturatie (biologische of psychologische wijzigingen in het individu door normale ontwikkeling) • Instrumentatie (wijziging in meting van de afhankelijke variabele, bvb door observatoren) • Statistische regressie (naar het midden van de schaal van extreme scores (= selectie criterium voor groepen) door onbetrouwbaarheid van de test • Selectiefout (vergeleken groepen voldoen aan verschillende criteria) • Mortaliteit en non-participatie
Mortaliteit literatuur: vrouwen > mannen Behandeling 10 vrouwen + 10 mannen -5 mannen = > Besluit? 10 vrouwen + 10 mannen -5 vrouwen Placebo
Selektiefout Diagnose A = > Besluit? Diagnose B
Statistische Regressie • Komt voor als de groepen deelnemers die worden vergeleken worden samengesteld op basis van hun score op de pre-test
Deelnemerseffekten • Veronderstelde vereisten (wat deelnemer DENKT dat van hem/haar wordt verwacht) • Positieve zelfpresentatie (vooral als indruk leeft dat onderzoeker in echt gedrag van deelnemer geïnteresseerd is, niet enkel in gedrag dat volledig door het experiment wordt bepaald) • INTERtreatment interaction • Reactie waarbij feedback uit voorgaande condities gedrag bepaalt in latere condities • INTRAtreatment interaction • Dezelfde conditie kan door verschillende deelnemers verschillend geïnterpreteerd worden waardoor ze andere dingen gaan doen om zich zo goed mogelijk voor te doen (bvb hard werken <> schokken incasseren)
Perceptie Van Experiment Door Deelnemers • Experiment (Carlston & Cohen, 1980), met 2 experimentele groepen: • Deelnemen aan experiment en zich daarbij “goed”, “trouw”, “negatief”, “ongerust” voordoen • Controle • “rolgedrag” beïnvloedt testresultaat niet • Replicatie (Christensen, 1982 ; Carlopia et al., 1983) • Deelnemers kan men indelen in 2 groepen • Geloven in experimentele hypothese rolgedrag resulteert in BIAS • Niet geloven in experimentele hypothese Carlston & Cohen, 1980 Resultaten van onderzoek zijn beïnvloed door perceptie van deelnemers en niet uitsluitend door manipulatie van onafhankelijke variabele
Onderzoekerseffekten • Kenmerken van de onderzoeker • Biosociaal: uiterlijk, gender, leeftijd, ... • Psychosociaal: zenuwachtigheid, behoefte aan sociale erkenning, … • Situationeel: vroeger contact, ... Mogelijk effect: • Geen • Effect op afhankelijke variabele is hetzelfde voor alle deelnemers • Effect op afhankelijke variabele is VERSCHILLEND voor alle deelnemers • Verwachtingen van de onderzoeker • Bij uitvoering, data-collectie (“Clever Hans”) • Bij data-analyse • Effect op deelnemer • Omgaan met verwachtingen • Vaak zeer subtiel onderscheid qua gedrag tov deelnemers op basis van verwachtingen van onderzoeker (vb. Omgang met proefdieren,...) • Grootte van het effekt van verwachtingen • Vaak GROTER dan effekt van manipulatie
Grootte van Verwachtingseffekt (Burnham in Rosenthal & Rubin, 1978) • Vergelijking van ratten MET/ZONDER lesie op discriminatietaak • Onderzoekers dachten • LESIE/NIET LESIE • Ratten waren • LESIE/NIET LESIE Verwachtingseffekt kan zeer groot zijn
Overige Te Controleren Effekten Sequencing effekt • Effekt van deelname aan voorgaande condities Voorkennis van de deelnemers • Kennis van psychologie en / of psychologische experimenten