E N D
ASS in de klas Leerlingen met autisme zijn buitenbeentjes. Ze ontwikkelen en leren anders en vragen daarom een buitengewone aanpak. Een open houding, interesse tav hun specifieke handicap, geduld en creativiteit zijn basis kenmerken die je als leerkracht nodig hebt om met deze leerlingen om te gaan, maar dat is slecht de basis en niet genoeg om ze een optimale kans tot ontplooiing te bieden. Tegenwoordig gaan steeds meer leerlingen met autisme naar het reguliere onderwijs en in de kleuterklassen is het vaak nog niet ontdekt en loop je als leerkracht tegen allerlei problemen aan met deze kinderen. In deze workshop kijken we naar praktische tips om je klas en je aanpak autisme vriendelijk te maken. Maar vooral ook inzicht in de autistische manier van waarnemen en denken. Want zonder die kennis zal het voor zowel de leerkracht als de leerling een moeizame ervaring worden. Autisme vriendelijk onderwijs begint bij goed begrip van autistisch denken.
Wat is autisme Autisme is een triade van stoornissen • Sociale omgang • Communicatie • Verbeelding
Sociale omgang • Aanvoelen van wat andere mensen denken/voelen • Wederkerigheid • Afzijdige type • Passieve type • Actieve maar bizarre type • Hoogdravende type (Lorna Wing)
Sociale omgang Afzijdige type: Onverschillig en teruggetrokken in contact. Nemen geen initiatief en reageren ook niet op toenadering van anderen
Sociale omgang Passieve type: Deze groep neemt zelf geen initiatief maar reageert wel op toenadering van anderen
Sociale omgang Actief maar bizarre type: Deze groep neemt heel actief initiatief maar door problemen met het vlot begrijpen van interactie is de wijze waarop vaak vreemd of onaangepast. Dit kan op anderen heel egocentrisch en opdringerig overkomen en ze worden vaak als stoorzender gezien
Sociale omgang Hoogdravende type: Bij deze groep kinderen lijken de sociale problemen aan de buitenkant heel subtiel. Ze zijn vaak overmatig beleeft en formeel. Ze ervaren dezelfde problemen in de interactie maar door hun intellectuele mogelijkheden kunnen ze dit goed camoufleren en compenseren
Sociale omgang Voor alle kinderen in welk subtype dan ook geld dat ze blind zijn voor bedoelingen, ideeën en gevoelens van anderen. Ter compensatie hiervan gaan kinderen met autisme vaak imiteren. Maar lastig hier is het aanvoelen wie je in welke situatie het beste kunt imiteren.
Communicatie • Weten wanneer je iets wel/niet zegt • Moeite met vragen om hulp • Geen rekening houden met wat de andere wel/niet weet • Geen rekening houden met wat de ander wel/niet leuk vindt
Communicatie • Problemen beurt rolneming • Problemen om informatienoden van anderen in te schatten • Problemen met groepsinstructies • Problemen met inhoud en vorm van communicatie aan te passen aan de gesprekspartner of context • Te letterlijk nemen van taal
Verbeelding • Voorstellen wat er in een ander omgaat • Verbeelden van praktische zaken bv. vriendschap • Vragen als “stel je eens voor dat”, “hoe zou het zijn om” • Moeite om gevolgen van eigen gedrag voor te stellen en in te schatten • Moeite met kiezen
Bijkomende problemen • Beperkt en repetitief patroon van gedrag, interesses en vaardigheden • Moeite met doseren van interesses • Weerstand tegen verandering, kunnen dan eindeloos het hoe, waarom, wanneer blijven bevragen • Traag wisselen tussen situaties • Ongewone reacties op zintuiglijke prikkels, overgevoeligheid voor licht/geluid/ aanrakingen/ kledingstoffen
Binnenkant autisme De binnenkant van autisme wordt gekenmerkt door een specifieke stijl van informatie verwerking ook wel het autistisch denken genoemd • Theory of mind • Executieve functies • Centrale coherentie
Binnenkant autisme Theory of mind: De vaardigheid om gedachten, intenties, gevoelens en ideeën toe te schrijven aan anderen en aan jezelf.
Binnenkant autisme Executieve functies: • Beheersen van impulsieve reacties • Aandacht richten • Aandacht wisselen • Vermogen om plannen te bedenken • Je handelen kunnen evalueren en bijsturen
Binnenkant autisme Centrale Coherentie: Dit is de neiging van het brein om samenhang te zoeken tussen allerlei kleine stukjes informatie die ons via de zintuigen bereiken en op basis van die samenhang betekenis te verlenen.
contextblindheid Contextblindheid in de sociale omgeving Tranen op iemands wang • Verdriet • Blijdschap • Opluchting • Allergische reactie Om de traan te begrijpen moet je de context meenemen. Voor een contextblind brein hebben tranen maar 1 betekenis tranen=verdriet
contextblindheid Voorbeeld 1 Femke geeft aan dat haar leerkracht altijd boos is. Terwijl dit volgens de leerkracht bijna nooit het geval is. Na wat speurwerk blijkt dat Femke in haar brein een koppeling legt tussen boos zijn en een luide stem. Terwijl de leerkracht vaak alleen haar stem verheft om over het gekwebbel van de kinderen heen te komen.
contextblindheid Voorbeeld 2 Op de school van Arne is een regel dat je op het schoolplein elkaar niet mag aanraken. Wanneer Arne ruzie heeft gehad wil de leerkracht dat hij sorry zegt en Tom de hand schud. Arne weigert dit en de leerkracht denkt dat Arne het niet goed wil maken en dwars doet. Gelukkig kan Arne het zelf uitleggen en wijst hij de leerkracht op de regel dat ze elkaar op het schoolplein niet mogen aanraken.
contextblindheid Contextblindheid en communicatie Taal begrijpen = begrijpen wat iemand zegt + de context betrekken Doe je dit laatste niet dat kunnen dingen heel absurd en verwarrend overkomen
Contextblindheid Voorbeeld 3 Los de problemen van de clown op 10-2= 8-4= 5-5= 6-3= 7-6= 5+3= 9+1= 2+5= 4+4= 7+1+
contextblindheid Voorbeeld 4 Job heeft kookles en schept met een eetlepel bloem in de kom. De leerkracht komt langs en zegt Job er nog een eetlepel bij te gooien. Job is erg verbaasd maar gooit er uiteindelijk dan maar een eetlepel in
contextblindheid Een laatste probleem wat hierbij komt kijken is een generalisatie probleem. Wat kinderen met ASS in een bepaalde situatie hebben geleerd kunnen ze niet automatisch toepassen in andere situaties
Autisme vriendelijk klimaat Aandacht voor sensorische moeilijkheden en verheldering zijn de voornaamste bouwstenen voor een autisme vriendelijk klimaat. De attitude van leerkrachten is ook belangrijk. Een goede attitude komt erop neer dat je bij het lesgeven rekening houdt met de autistische leerstijl; die is concreet, stapsgewijs en kent slechts beperkte generalisatie.
Autisme vriendelijk klimaat een belangrijk onderdeel van verhelderen is het aanbrengen van structuur • Structuur in de ruimte (en materialen) • Structuur in de tijd • Structuur in de activiteiten
Structuur in ruimte • Vaste werkplek • Deze is eventueel nog te visualiseren met naamkaartje of foto • Vaste activiteiten hoek • Bouwhoek, poppenhoek, leeshoek ook dit kan zo nodig weer gevisualiseerd worden • Materialen • Zorg dat materialen op een vaste overzichtelijke plek liggen • Materialen die voor een opdracht nodig zijn in een bakje doen zodat alles overzichtelijk bij elkaar is
Structuur in tijd • Dagprogramma • Planbord met dagactiviteiten, hanteer zoveel mogelijk vaste pictogrammen en volgordes • Tijd concreet maken • Gebruik een klok of kookwekker om duidelijk te maken hoelang activiteiten duren • Voorbereiden op verandering in het programma • Bespreek veranderingen met de leerling met ASS en geef een uitstapje of feest een plek in het dagprogramma
Structuur in de activiteiten • Gouden regel • Voor een leerling met ASS moet alles duidelijk zijn; wanneer en hoe hij een opdracht moet beginnen, wat af moet zijn, wanneer het af moet zijn en wat hij moet doen als hij klaar is • Eerst korte, eenduidige werkjes • Visualiseer de stapjes of schrijf ze op • Gebruik van materialen • De materialen zijn eenduidig en afgemeten op wat nodig is voor de opdracht • Wat moet je doen als je klaar bent • Maak een wachtmap met leuke werkjes, of een vrijetijdsbord waarop activiteiten staan waar uit ze kunnen kiezen • Overgang tussen activiteiten • Markeer duidelijk de overgang tussen activiteiten bv door een signaal af te spreken of het kaartje van dagprogramma om te draaien.
Structuur in activiteiten Vb: Kees heeft moeite overzicht te houden op de opdrachten die hij moet doen tijdens de rekenles. Hij wordt onrustig van alle sommen die nog gaan komen en hij nog niet onder de knie heeft. De leerkracht doet nu de sommen die Kees die dag moet maken in een aparte map voor hem
Structuur Een bord les; wat wordt er van mij verwacht? • Ik kijk naar het bord en naar de juf • Ik luister aandachtig • Wanneer ik iets niet begrijp vraag ik de juf om uitleg • Wanneer ik het antwoord weet op de vraag van de juf steek ik mijn vinger op
Concrete communicatie Concrete communicatie verheldert de context door expliciet, positief en visueel duidelijk te maken wat de leerkracht bedoelt en verwacht
Concrete communicatie • Geen vage termen • Verduidelijk lichaamstaal • Vermijd sarcasme en dubbelzinnig taalgebruik • Positieve communicatie • Hoe minder emoties in communicatie hoe beter • Visuele communicatie
Communicatie gebruiken Moeilijk voor kinderen met ASS; • Hulpvragen • Iets vertellen • Beurtneming • Tijdsdruk
Omgang met anderen Sociale omgang is erg ondoorgrondelijk voor kinderen met ASS vanwege zijn onzichtbare en ongeschreven regels en codes en vele wisselende betekenissen.
Omgang met anderen Kinderen met ASS missen intuïtie en hebben moeite met wat impliciet is. Het helpt als we de sociale regels uitleggen en duidelijk aangeven wat er van hun verwacht wordt in welke situatie.
Omgang met anderen Vb. een meisje wil mee doen met touwtje springen in de pauze. Je geeft het meisje eenvoudige en concrete aanwijzingen over hoe te handelen • roep de naam van een van de kinderen • Zorg dat de anderen je goed kunnen zien • Vraag op een duidelijke en vriendelijke manier of je mee mag doen (niet schreeuwen/fluisteren) • Wanneer ze niet naar de luisteren loop je naar de leerkracht niet boos worden of blijven staan wachten tot je misschien mee mag doen)
Leren • Moeite met het construeren van samenhang • Moeite met generaliseren • Moeite met abstract denken
Leren Belangrijk bij het verduidelijken van samen- hang is steeds weer nieuwe stof expliciet te koppelen aan eerder geleerde stof. Door bij bv bij de start van een nieuwe les terug te blikken op wat in vorige lessen aan bod kwam
leren groepsinstructies; • Benoem bij start van groepsinstructie duidelijk dat het ook voor de leerling met ASS is bedoeld • Loop na de groepsinstructie naar de leerling met ASS om te kijken of de instructie begrepen is • Zo niet geef nog een extra individuele instructie visueel aangeboden informatie blijft vaak beter hangen want is niet vluchtig
Leren Tips voor bevorderen van generalisatie; • Zorg dat de lesstof helemaal beheerst wordt; beter overtrainen dan ondertrainen, veel voordoen en herhalen • Maak gebruik van realistische leersituaties die dicht bij de leerling met ASS staan • Breng variatie in de oefenstof aan • Geef de toepassingsmogelijkheden van het geleerde expliciet aan. Bv hand opsteken bij iets vragen geldt bij je eigen juf maar ook bij invaljuf, gymleraar enz. • Overleg en samenwerking met ouders is belangrijk. De transfer wordt bevordert als school hetzelfde doet als thuis en vise versa. Bv. thuis en op school dezelfde picto’s voor naar de wc gaan.
ASS in de klas Scholenzijnvanaf 1 augustus 2013 verplichteen school ondersteuningsplan te hebben in het kader van passendonderwijs. In dat plan staat (even als aanname en voorbeeld) datuw school in staat is omleerlingen met ASS passendonderwijs te bieden. Noemminimaal 3 en maximaal 5 elementen/instrumenten die u dantochechtnodigheeftalsleerkracht: 1. 2. 3. 4. 5.