170 likes | 340 Views
Toetsing en evaluatie van theorieën (H.7/8;H.VII/VIII). Hypothetisch Deductieve (HD-)methode afleiden en toetsen van testimplicaties Voorbeelden Einstein-Eddington: ART buiging licht Newell&Simon: physical symbol system hyp
E N D
Toetsing en evaluatie van theorieën (H.7/8;H.VII/VIII) • Hypothetisch Deductieve (HD-)methode • afleiden en toetsen van testimplicaties • Voorbeelden • Einstein-Eddington: ART buiging licht • Newell&Simon: physical symbol system hyp • a physical symbol system has the necessary and sufficient means for general intelligent action
Toetsing: 4 deductieve relaties tussen hypothese H en evidence E • H E E confirmeert H • H E E falsifieert H (E H) • H E E disconfirmeert H • H E E verifieert H (E H)
Deductieve (d-)confirmatie • HE, aangevuld met comparatieve principes • P.1: als E* plausibeler is dan E dan levert E meer confirmatie op dan E* (als HEE* dan...) • P.2: als H en H* beide geconfirmeerd worden door E dan evenveel • Conditionele (d-)confirmatie: H&CE • Problemen: raven-/grue-paradox; opgelost!? • Quantitatieve = probabilistische confirmatie
Separate HD-evaluatie • HD-methode toegepast op theorie X • afleiden en toetsen van algemene testimplicaties • per I: itv individuele testimplicaties, tzt • òf falsificatie: ind. tegenvoorbeeld van I, dus van X • òf acceptatie van I: algemeen succes van X • NB: succes: voorspelling / verklaring, min. afleidbaar • Vaak: statistische testimplicaties
Negatief: problemen individuele tegenvoorbeelden ook: algemene tegenvoorbeelden Positief: successen algemene successen ook: individuele successen Evaluatierapport van X op t
Comparatieve HD-evaluatie • Def: Y is op t succesvoller dan X • geen extra tegenvoorbeelden • eerdere successen blijven behouden • enig extra succes en/of tv minder • CSH: Comparatieve Succes Hypothese: • Y blijft tenminste even succesvol als X • interessante hypothese, • ook als Y al gefalsifieerd is!
Succes Regel (Instrumentalistisch):IRS • Als CSH “voldoende” getest is, kies pas dan, voorlopig, de succesvollere theorie • Toepassing IRS: empirische vooruitgang • CLAIM: IRS, en dus HD-methode, functioneel voor waarheidsbenadering
Algemeen Methodologische Principes • 1) Falsifieerbaarheidsprincipe (= confirmeerbaar/toetsbaar) • 2) Evaluatieprincipe (=> evaluatierapport ) • ihb streven naar vermoedelijke falsificatie (= potentieel sterke confirmatie!) • 3) Verbeterprincipe VP (=> empirische vooruitgang) • niet: eliminatie-principe EP (Popper?) • o.a. mbv idealisatie en concretisering • 4) Eenvoudsprincipe
tautologie VP zonder EP (= instrumentalistische methode): functioneel voor - empirische vooruitgang (triv.) - waarheidsbenadering VP met EP, zodra falsificatie (= falsificationistische methode) idem, maar minder efficiënt NB: ‘de waarheid’: de sterkste ware theorie als product van taal en werkelijkheid waar toenemende sterkte * de waarheid onwaar
Dogmatisch gedrag(Kuhn/Lakatos) • Programmatisch verbeterprincipe (PVP) • streef naar betere theorie met behoud harde kern • pas desnoods harde kern aan • zoek desnoods ander programma • Blijft functioneel voor empirische vooruitgang en waarheidsbenadering • Typen dogmatisch gedrag: • verantwoord /wetenschappelijk: indien met VP • onverantwoord/pseudowet.: indien zonder VP
DICHTERBIJ DE WAARHEID Aannames van een RP: D: domein van fenomenen M: verz. conceptuele mogelijkheden T: verz. nomische mogelijkheden: DE GROTE ONBEKENDE Constructief realisme: T hangt af van D en M (T=M(D)) M T
Interpretatie “theorie X” - X is een deelverz. van M met de sterke claim “X=T” - (on)waar als claim (on)waar - precies één ware theorie, T, de waarheid - of: de sterkste/meest-informatieve ware theorie, itv de zwakke claim “TX” Sterke claim: X-T leeg T-X leeg X X-T T-X T
Definitie: Y is dichterbij de waarheid dan X (a): T-Y is een deelverzameling van T-X (b): Y-T is een deelverzameling van X-T (c): tenminste éénmaal “echte deelverzameling” X 5 6 Y T 8 (a): 2 leeg (b): 6 leeg (c): 4 en/of 5 niet-leeg 3 1 2 4 7
HOOFDSTELLING Als Y dichterbij de waarheid is dan X (waarheidsbenaderinghypothese WBH) Dan is Y altijd tenminste even succesvol als X (comparatieve succeshypothese CSH) Bewijs itv R verz. gerealiseerde mogelijkheden: R deelverz. T S op R gebaseerde sterkste ware wet: T deelverz. S Y X X Y R T S T Premissen WBH & RTS Conclusie CSH
Gevolg: RS, en dus HD-methode, functioneel voor waarheidsbenadering • Als Y succesvoller is dan X kies dan Y, want: • Y kan dichterbij de waarheid zijn dan X, • hetgeen (WHB) succesvoller (CSH) zou verklaren • X kan niet dichterbij de waarheid zijn dan Y, • anders zou Y niet succesvoller kunnen zijn dan X • als geen van beide, dan specifieke verklaring voor CSH nodig
Conclusies • Epistemologisch • falsificationistische methode (realistisch, empiristisch, Bayesiaans) niet erg efficiënt voor WB: (on)waarheid vrijwel irrelevant • RS+HD functioneel voor WB • reviseer Inference to the Best Explanation (IBE)
Methodologisch • Kern HD-methode ongewijzigd: • streven naar falsificaties blijft geboden • zelfs naar vermoedelijke falsificaties • falsifieerbaarheid daarvoor noodzakelijk • gebruik RS, met of zonder WB-intenties • Niet-falsificationistische praktijk • goed te rechtvaardigen itv WB • standaardverklaringen dus iha misplaatst, maar soms terecht