530 likes | 828 Views
Attitudes. Wat? Meten Waarom? Hoe ontstaan? Relatie met fysieke activiteit en sport? conclusie. Wat. Aronson et al. (1994): an enduring evaluation –positive or negative- of people, objects and ideas” Stabiel Beoordelingen Benaderingen Functionele Structurele benadering.
E N D
Attitudes • Wat? • Meten • Waarom? • Hoe ontstaan? • Relatie met fysieke activiteit en sport? • conclusie
Wat • Aronson et al. (1994): an enduring evaluation –positive or negative- of people, objects and ideas” • Stabiel • Beoordelingen • Benaderingen • Functionele • Structurele benadering
Functionele benadering • Drie functies • Aanpassende functie • Kennisfunctie • Ego-defensieve functie
Structurele benadering • Drie componenten • Cognitieve dimensie: opvattingen (stereotypen) • Affective dimensie: gevoelens • Gedragsmatige dimensie: acties
Meten • Verschillende methoden • Verbale rapportage • Psychofysiologische parameters • “startle modulatie”: oogknipperreflex • Gedragsmaten • Affectieve priming • Impliciete attitude test • http://buster.cs.yale.edu/implicit/
Startle-modulatie • Opschrikreflex ten aanzien van luide knal (110 dB) • Oogknipperreflex (amplitude) • Amplitude van de oogknipperreflex is geïnhibeerd indien positieve attitude/emotie • Aplitude van de oogknipperreflex is gefaciliteerd indien negatieve attitude/emotie
Gedragsmaten: affectieve priming • Semantische priming • Prime--Target • Brood--- >Bakker • Affectieve priming: affectieve categorisatie • Congruente paren • Kusvrede • Pijnoorlog • Incongruente paren • Kusoorlog • Pijnvrede
impliciete associatie testhttp://buster.cs.yale.edu/implicit/ • Categorisatie van positieve en negatieve woorden • Categorisatie van andere woorden:insecten en bloemen • Categorisatie van zowel positieve/negatieve als andere woorden • Categorisatie: negatieve woorden en insecten sneller
Impliciete attitude en fysieke activiteit • Categorisatie van positieve en negatieve woorden • Categorisatie van passieve en actieve activiteiten • Actieve activiteiten en positieve woorden gemakkelijker
Verbale rapportage • Likert schaal: 5 puntenschaal, helemaal akkoord, helemaal niet akkoord • Boksen veroorzaakt hersenletsels • Ik vind boksen spannend • Ik ga naar bokswedstrijden • Semantische differentiaal: paren met tegengestelde betekenis (bv. Goed vs slecht; aangenaam vs onaangenaam) • Sporten in groep vind ik….
Verbale rapportage • Thurstone schalen: weging van de items • Er zou een wereldwijd verbod op boksen moeten zijn • Boksen kan gevaarlijk zijn • Weging van scores levert geen betere resultaten op
Een voordeel van aan sport doen of beweging is voor mij: • Dat ik mij minder depressief en/of verveeld voel • Dat mijn zelfvertrouwen groter wordt • Dat ik de kans krijg om nieuwe mensen te ontmoeten • Dat ik gewicht verlies • Dat ik mijn spieren versterk • Dat ik minder spanning en stress voel • Dat mijn gezondheid beter wordt en het risico op ziektes kleiner • Dat ik er plezier aan beleef
Determinanten • Predictoren van gedrag • Socioeconomische status • Leeftijd • Geslacht
Determinanten • Predictoren van gedrag • Socioeconomische status • Leeftijd • Geslacht Distale factoren proximale factoren Gedrag
Persoonlijkheid • Mogelijk,… • Maar belang wordt overschat • Eerder distale dan proximale variabele
Health locus of control(Wallston et al., 1978) • Interne en externe controle (Rotter, 1966) • “Internal”, “chance” en “powerful others”
Health Locus of Control • Internal • If I take the right actions, I can stay healthy • I am in control of my health • Powerful others • Having regular contact with my physician is the best way for me to avoid illness • Health professionals control my health • Chance • No matter what I do, if I am going to get sick, I will get sick • My good health is largely a matter of good fortune
Relatie met belang van gezondheid • Verklarende waarde ontgoochelend: 5 % Maar… • Zwak verband tussen gezondheidsgedragingen onderling • Wellness behavior • Accident control • Traffic risk taking • Substance risk taking • Zwak verband tussen belang van gezondheid en gezondheidsgedrag
Attidude • “the tendency to evaluate a particular attitude object with some degree of favour or disfavour (Eagly & Chaiken, 1993) • Structuur • Cognitieve dimensie: opvattingen en stereotypen • Evaluatieve dimensie: gevoelens • Connatieve dimensie: gedragsintenties • Meten • Zelfrapportage • (psycho)fysiologische metingen • gedragsmaten
Verbale rapportage • Likert schaal: 5 puntenschaal, helemaal akkoord, helemaal niet akkoord • Boksen veroorzaakt hersenletsels • Ik vind boksen spannend • Ik ga naar bokswedstrijden • Semantische differentiaal: paren met tegengestelde betekenis (bv. Goed vs slecht; aangenaam vs onaangenaam) • Sporten in groep vind ik….
Algemeen-positieve attitude tav gezondheidsgerelateerd gedrag • Zwak • Maar • Betrouwbaarheid? • Compatibiliteit? • Andere factoren?
Betrouwbare meting van gedrag • Meestal één particulier gedrag • Heb je vorige week gelopen? • Één particulier gedrag = unieke set van determinanten • Betrouwbaarheid • Middelen over tijd • Middelen over contexten • Middelen over gedragingen
Theory of reasoned action(Fishbein & Azjen, 1975) • Algemeen sociaal-psychologisch model • Niet enkel voor gezondheidsgedrag • Energiebesparing, computer, auto • Meeste (sociale) gedrag staat onder vrijwillige controle • Beste voorspeller is bewuste intentie • Determinanten • Eigen opvattingen: Attitude • Opvattingen van anderen: Subjectieve normen
Theory of reasoned action (Fisbein & Azjen, 1975) Attitude Gedrag Intentie Subjectieve Norm
Theory of reasoned action (Fisbein & Azjen, 1975) Gevolgen Attitude Evaluatie Gedrag Intentie Opvattingen Van anderen Subjectieve Norm Wil om in te stemmen
Theory of reasoned action (Fisbein & Azjen, 1975) Gevolgen X Attitude Evaluatie Gedrag Intentie Opvattingen Van anderen Subjectieve Norm X Wil om in te stemmen
Een voordeel van aan sport doen of beweging is • Dat ik mij minder depressief en/of verveeld voel • Dat mijn zelfvertrouwen groter wordt • Dat ik gewicht verlies • Dat ik mijn spieren versterk • Dat ik minder spanning en stress voel • Dat mijn gezondheid beter wordt en het risico op ziektes kleiner • Dat ik er plezier aan beleef
In welke mate hebben elk van de volgende redenen u verhinderd om aan sport of beweging te doen. • Te weinig zelfzekerd over mijn uiterlijk terwijl ik sport doe • Gebrek aan interesse in sport of beweging • Sport/beweging niet plezierig vinden • Te weinig kennis om te kunnen oefenen • Vrees voor blessures • Te vermoeid door de vorige oefeningen
Mijn partner vindt dat ik regelmatig aan lichaams-beweging of sport moet doen • Mijn gezins- en familieleden vinden dat ik regelmatig aan lichaamsbeweging of sport moet doen • Mijn vrienden en kennissen vinden dat ik regelmatig aan lichaamsbeweging of sport moet doen
Fysieke beweging: studie 1(Smith & Biddle, 1999) • Doel: determinanten van gesuperviseerd programma van fysieke activiteit in een fitness club. • Prospectieve studie over 4 maanden • Vragenlijst over determinanten • N = 96
Fysieke beweging:determinanten (Smith & Biddle, 1999) • Kleine pilootstudie (n = 17) met open vragen • Gedrag • Aantal keren deelname in komende vier maanden • Intentie • Ik ben van plan om de komende maanden regelmatig aan het programma deel te nemen
Attitude • Schadelijk-voordelig • Goed-slecht • Plezant-onplezant • Sociale norm • de meeste mensen die belangrijk voor me zijn, vinden dat ik het programma moet volgen
Resultaten (Smith & Biddle, 1999) Attitude r = .12 r = .35 Gedrag Intentie Subjectieve Norm r = .32
Meta-analyse (Godin, 1994) Attitude 30 % 30 % Gedrag Intentie Joggen Bergklimmen Intens sporten Regelmatig bewegen fietsen Subjectieve Norm <30 %
Meta-analyse (Hausenblas et al., 1997) Attitude r = .52 r = .47 Gedrag Intentie Subjectieve Norm r = .27
Evaluatie • Invloed van vroeger gedrag • Gedrag onder bewuste controle, • Maar niet indien… • Routine en gewoonte • Geen vaardigheden • Geen medewerking van anderen • Barriéres (omgevingsobstakels of omstandigheden) • Eenvoudig of sporadisch gedrag
Theory of planned behaviour(Azjen, 1988) • Algemeen sociaal-psychologisch model • Uitbreiding van TRA • Niet alle gedrag staat onder bewuste controle • Vaardigheden (bv.technische sporten) • Medewerking van anderen (bv. badmington, volley) • Gewoontes • Gedragscontrole: mogelijkheid om gedrag uit te voeren • Interne controle: gewoonte en routine • Externe controle: verwachte obstakels & gelegenheden
Theory of planned behaviour (Azjen, 1988) Attitude Subjectieve Norm Gedrag Intentie Gedrags- controle
Theory of planned behaviour (Azjen, 1988) D I S T A L E Attitude Subjectieve Norm Gedrag Intentie Gedrags- controle
Theory of planned behaviour (Azjen, 1988) Attitude Subjectieve Norm Gedrag Intentie Gedrags- controle Feedback
Fysieke beweging(Norman & Smith, 1995) • Constructie van items • Open vragen • Gesloten vragen en piloot-studie • Prospectieve studie • Tijd 1: determinanten • Tijd 2: 6 m., frekwentie van beweging
Fysieke beweging • Intentie • Wens om regelmatig te bewegen • Attitude • In welke mate vind je regelmatig bewegen • Plezant, zinvol, nuttig,… • Subjective norm • De meeste mensen die belangrijk voor mij zijn, willen dat ik regelmatig beweeg • Gedragscontrole • Voor mij is het moeilijk om te sporten • Als ik wil, kan ik gemakkelijk regelmatig bewegen • Vorig gedrag • Hoe vaak doe je fysieke activiteiten zoals badmington, jogging…
Fysieke beweging: studie 2(Smith & Biddle, 1999) • Doel: determinanten van fysieke beweging en sedentaire levensstijl bij bedienden. • Cross-sectioneel • Vragenlijst over determinanten • N = 155
Fysieke beweging: studie 2(Smith & Biddle, 1999) • Gedrag: zelfrapportage • Intentie: • Attitude • Sociale Norm • Gedragscontrole • Vertrouwen vs geen vertrouwen • Volledige controle vs geen controle • Gemakkelijk vs moeilijk
Resultaten: Fysieke activiteit Attitude r = .49 r = .33 r = .08 Subjectieve Norm Gedrag Intentie Fysieke activiteit totaal Intense FA Matige FA Milde FA Gedrags- controle r = .60