1 / 53

Attitudes

Attitudes. Wat? Meten Waarom? Hoe ontstaan? Relatie met fysieke activiteit en sport? conclusie. Wat. Aronson et al. (1994): an enduring evaluation –positive or negative- of people, objects and ideas” Stabiel Beoordelingen Benaderingen Functionele Structurele benadering.

marina
Download Presentation

Attitudes

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Attitudes • Wat? • Meten • Waarom? • Hoe ontstaan? • Relatie met fysieke activiteit en sport? • conclusie

  2. Wat • Aronson et al. (1994): an enduring evaluation –positive or negative- of people, objects and ideas” • Stabiel • Beoordelingen • Benaderingen • Functionele • Structurele benadering

  3. Functionele benadering • Drie functies • Aanpassende functie • Kennisfunctie • Ego-defensieve functie

  4. Structurele benadering • Drie componenten • Cognitieve dimensie: opvattingen (stereotypen) • Affective dimensie: gevoelens • Gedragsmatige dimensie: acties

  5. Meten • Verschillende methoden • Verbale rapportage • Psychofysiologische parameters • “startle modulatie”: oogknipperreflex • Gedragsmaten • Affectieve priming • Impliciete attitude test • http://buster.cs.yale.edu/implicit/

  6. Startle-modulatie • Opschrikreflex ten aanzien van luide knal (110 dB) • Oogknipperreflex (amplitude) • Amplitude van de oogknipperreflex is geïnhibeerd indien positieve attitude/emotie • Aplitude van de oogknipperreflex is gefaciliteerd indien negatieve attitude/emotie

  7. Gedragsmaten: affectieve priming • Semantische priming • Prime--Target • Brood--- >Bakker • Affectieve priming: affectieve categorisatie • Congruente paren • Kusvrede • Pijnoorlog • Incongruente paren • Kusoorlog • Pijnvrede

  8. impliciete associatie testhttp://buster.cs.yale.edu/implicit/ • Categorisatie van positieve en negatieve woorden • Categorisatie van andere woorden:insecten en bloemen • Categorisatie van zowel positieve/negatieve als andere woorden • Categorisatie: negatieve woorden en insecten sneller

  9. Impliciete attitude en fysieke activiteit • Categorisatie van positieve en negatieve woorden • Categorisatie van passieve en actieve activiteiten • Actieve activiteiten en positieve woorden gemakkelijker

  10. Verbale rapportage • Likert schaal: 5 puntenschaal, helemaal akkoord, helemaal niet akkoord • Boksen veroorzaakt hersenletsels • Ik vind boksen spannend • Ik ga naar bokswedstrijden • Semantische differentiaal: paren met tegengestelde betekenis (bv. Goed vs slecht; aangenaam vs onaangenaam) • Sporten in groep vind ik….

  11. Verbale rapportage • Thurstone schalen: weging van de items • Er zou een wereldwijd verbod op boksen moeten zijn • Boksen kan gevaarlijk zijn • Weging van scores levert geen betere resultaten op

  12. Relatie tussen attitude & gedrag?

  13. Een voordeel van aan sport doen of beweging is voor mij: • Dat ik mij minder depressief en/of verveeld voel • Dat mijn zelfvertrouwen groter wordt • Dat ik de kans krijg om nieuwe mensen te ontmoeten • Dat ik gewicht verlies • Dat ik mijn spieren versterk • Dat ik minder spanning en stress voel • Dat mijn gezondheid beter wordt en het risico op ziektes kleiner • Dat ik er plezier aan beleef

  14. Determinanten • Predictoren van gedrag • Socioeconomische status • Leeftijd • Geslacht

  15. Determinanten • Predictoren van gedrag • Socioeconomische status • Leeftijd • Geslacht Distale factoren proximale factoren Gedrag

  16. Persoonlijkheid • Mogelijk,… • Maar belang wordt overschat • Eerder distale dan proximale variabele

  17. Health locus of control(Wallston et al., 1978) • Interne en externe controle (Rotter, 1966) • “Internal”, “chance” en “powerful others”

  18. Health Locus of Control • Internal • If I take the right actions, I can stay healthy • I am in control of my health • Powerful others • Having regular contact with my physician is the best way for me to avoid illness • Health professionals control my health • Chance • No matter what I do, if I am going to get sick, I will get sick • My good health is largely a matter of good fortune

  19. Relatie met belang van gezondheid • Verklarende waarde ontgoochelend: 5 % Maar… • Zwak verband tussen gezondheidsgedragingen onderling • Wellness behavior • Accident control • Traffic risk taking • Substance risk taking • Zwak verband tussen belang van gezondheid en gezondheidsgedrag

  20. Attidude • “the tendency to evaluate a particular attitude object with some degree of favour or disfavour (Eagly & Chaiken, 1993) • Structuur • Cognitieve dimensie: opvattingen en stereotypen • Evaluatieve dimensie: gevoelens • Connatieve dimensie: gedragsintenties • Meten • Zelfrapportage • (psycho)fysiologische metingen • gedragsmaten

  21. Verbale rapportage • Likert schaal: 5 puntenschaal, helemaal akkoord, helemaal niet akkoord • Boksen veroorzaakt hersenletsels • Ik vind boksen spannend • Ik ga naar bokswedstrijden • Semantische differentiaal: paren met tegengestelde betekenis (bv. Goed vs slecht; aangenaam vs onaangenaam) • Sporten in groep vind ik….

  22. Algemeen-positieve attitude tav gezondheidsgerelateerd gedrag • Zwak • Maar • Betrouwbaarheid? • Compatibiliteit? • Andere factoren?

  23. Betrouwbare meting van gedrag • Meestal één particulier gedrag • Heb je vorige week gelopen? • Één particulier gedrag = unieke set van determinanten • Betrouwbaarheid • Middelen over tijd • Middelen over contexten • Middelen over gedragingen

  24. Compatibiliteit tussen attitude en gedrag

  25. Compatibiliteit tussen attitude en gedrag

  26. Compatibiliteit

  27. Compatibiliteit tussen attitude en gedrag

  28. Theory of reasoned action(Fishbein & Azjen, 1975) • Algemeen sociaal-psychologisch model • Niet enkel voor gezondheidsgedrag • Energiebesparing, computer, auto • Meeste (sociale) gedrag staat onder vrijwillige controle • Beste voorspeller is bewuste intentie • Determinanten • Eigen opvattingen: Attitude • Opvattingen van anderen: Subjectieve normen

  29. Theory of reasoned action (Fisbein & Azjen, 1975) Attitude Gedrag Intentie Subjectieve Norm

  30. Theory of reasoned action (Fisbein & Azjen, 1975) Gevolgen Attitude Evaluatie Gedrag Intentie Opvattingen Van anderen Subjectieve Norm Wil om in te stemmen

  31. Theory of reasoned action (Fisbein & Azjen, 1975) Gevolgen X Attitude Evaluatie Gedrag Intentie Opvattingen Van anderen Subjectieve Norm X Wil om in te stemmen

  32. Een voordeel van aan sport doen of beweging is • Dat ik mij minder depressief en/of verveeld voel • Dat mijn zelfvertrouwen groter wordt • Dat ik gewicht verlies • Dat ik mijn spieren versterk • Dat ik minder spanning en stress voel • Dat mijn gezondheid beter wordt en het risico op ziektes kleiner • Dat ik er plezier aan beleef

  33. In welke mate hebben elk van de volgende redenen u verhinderd om aan sport of beweging te doen. • Te weinig zelfzekerd over mijn uiterlijk terwijl ik sport doe • Gebrek aan interesse in sport of beweging • Sport/beweging niet plezierig vinden • Te weinig kennis om te kunnen oefenen • Vrees voor blessures • Te vermoeid door de vorige oefeningen

  34. Mijn partner vindt dat ik regelmatig aan lichaams-beweging of sport moet doen • Mijn gezins- en familieleden vinden dat ik regelmatig aan lichaamsbeweging of sport moet doen • Mijn vrienden en kennissen vinden dat ik regelmatig aan lichaamsbeweging of sport moet doen

  35. Fysieke beweging: studie 1(Smith & Biddle, 1999) • Doel: determinanten van gesuperviseerd programma van fysieke activiteit in een fitness club. • Prospectieve studie over 4 maanden • Vragenlijst over determinanten • N = 96

  36. Fysieke beweging:determinanten (Smith & Biddle, 1999) • Kleine pilootstudie (n = 17) met open vragen • Gedrag • Aantal keren deelname in komende vier maanden • Intentie • Ik ben van plan om de komende maanden regelmatig aan het programma deel te nemen

  37. Attitude • Schadelijk-voordelig • Goed-slecht • Plezant-onplezant • Sociale norm • de meeste mensen die belangrijk voor me zijn, vinden dat ik het programma moet volgen

  38. Resultaten (Smith & Biddle, 1999) Attitude r = .12 r = .35 Gedrag Intentie Subjectieve Norm r = .32

  39. Meta-analyse (Godin, 1994) Attitude 30 % 30 % Gedrag Intentie Joggen Bergklimmen Intens sporten Regelmatig bewegen fietsen Subjectieve Norm <30 %

  40. Meta-analyse (Hausenblas et al., 1997) Attitude r = .52 r = .47 Gedrag Intentie Subjectieve Norm r = .27

  41. Evaluatie • Invloed van vroeger gedrag • Gedrag onder bewuste controle, • Maar niet indien… • Routine en gewoonte • Geen vaardigheden • Geen medewerking van anderen • Barriéres (omgevingsobstakels of omstandigheden) • Eenvoudig of sporadisch gedrag

  42. Theory of planned behaviour(Azjen, 1988) • Algemeen sociaal-psychologisch model • Uitbreiding van TRA • Niet alle gedrag staat onder bewuste controle • Vaardigheden (bv.technische sporten) • Medewerking van anderen (bv. badmington, volley) • Gewoontes • Gedragscontrole: mogelijkheid om gedrag uit te voeren • Interne controle: gewoonte en routine • Externe controle: verwachte obstakels & gelegenheden

  43. Theory of planned behaviour (Azjen, 1988) Attitude Subjectieve Norm Gedrag Intentie Gedrags- controle

  44. Theory of planned behaviour (Azjen, 1988) D I S T A L E Attitude Subjectieve Norm Gedrag Intentie Gedrags- controle

  45. Theory of planned behaviour (Azjen, 1988) Attitude Subjectieve Norm Gedrag Intentie Gedrags- controle Feedback

  46. Fysieke beweging(Norman & Smith, 1995) • Constructie van items • Open vragen • Gesloten vragen en piloot-studie • Prospectieve studie • Tijd 1: determinanten • Tijd 2: 6 m., frekwentie van beweging

  47. Fysieke beweging • Intentie • Wens om regelmatig te bewegen • Attitude • In welke mate vind je regelmatig bewegen • Plezant, zinvol, nuttig,… • Subjective norm • De meeste mensen die belangrijk voor mij zijn, willen dat ik regelmatig beweeg • Gedragscontrole • Voor mij is het moeilijk om te sporten • Als ik wil, kan ik gemakkelijk regelmatig bewegen • Vorig gedrag • Hoe vaak doe je fysieke activiteiten zoals badmington, jogging…

  48. Fysieke beweging: studie 2(Smith & Biddle, 1999) • Doel: determinanten van fysieke beweging en sedentaire levensstijl bij bedienden. • Cross-sectioneel • Vragenlijst over determinanten • N = 155

  49. Fysieke beweging: studie 2(Smith & Biddle, 1999) • Gedrag: zelfrapportage • Intentie: • Attitude • Sociale Norm • Gedragscontrole • Vertrouwen vs geen vertrouwen • Volledige controle vs geen controle • Gemakkelijk vs moeilijk

  50. Resultaten: Fysieke activiteit Attitude r = .49 r = .33 r = .08 Subjectieve Norm Gedrag Intentie Fysieke activiteit totaal Intense FA Matige FA Milde FA Gedrags- controle r = .60

More Related