660 likes | 1.07k Views
Recht P1. Kennismakingscollege week 1. Inhoud college. Kennismaken: Met elkaar Met het vak recht (en de rechtsgebieden) Wat is recht? Waarom is er recht? (doelen) Recht in de MER. Doelen van het recht. Creëeren van een goede samenleving Ordenen van de samenleving
E N D
Recht P1 Kennismakingscollege week 1
Inhoud college • Kennismaken: • Met elkaar • Met het vak recht (en de rechtsgebieden) • Wat is recht? • Waarom is er recht? (doelen) • Recht in de MER MER P1 INLEIDING RECHT
Doelen van het recht • Creëeren van een goede samenleving • Ordenen van de samenleving • Handhaven van regels MER P1 INLEIDING RECHT
Indeling van het recht: rechtsgebieden • Publiekrecht • Burger ↔ overheid • Overheidsorganisatie • Privaatrecht • Burgers onderling MER P1 INLEIDING RECHT
Publiekrecht vs. Privaatrecht Publiekrecht • Strafrecht • Staats- en bestuursrecht Onder andere: • Gemeente- en provincierecht • Milieu, ruimtelijke ordening, volkgezondheid Privaatrecht (=burgerlijk recht / civiel recht) Onder andere: • Personen- en familierecht • Rechtspersonenrecht • Vermogensrecht MER P1 INLEIDING RECHT
Recht binnen de MER Voornamelijk privaatrecht • P1: Inleiding • P2: Ondernemings- en verbintenissenrecht • P3: Belastingrecht • P4: Intellectuele eigendom MER P1 INLEIDING RECHT
Les 2 MER P1 INLEIDING RECHT
Indelen van ‘het recht’ • Nationaal – internationaal Aantal begrippen: Soevereiniteit, EG-verdrag, EVRM, Monistisch systeem • Formeel – materieel Materieel: Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten/wat mag en niet mag inhoudelijk van aard Formeel: Regels die zorgen dat de procedure voor het materiële recht goed gevoerd worden procesmatig van aard • Publiek – privaat Publiek: Overheid – Burger staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht, … Privaat: Burger – Burger rechtspersonenrecht, personen en familierecht, vermogensrecht, …
Zoeken in de bundel • Zoek in de wet zelf (als je ‘de weg’ kent) of kijk in register • Zoek naar letterlijke begrippen. Lukt dit niet, zoek naar synoniemen of aanverwante woorden • Zoek het op dmv de vindplaats (door het cijfer voor het wetsartikel) • LET OP: cijfer kan bij uitgevers verschillen! Is alleen een zoekmanier voor DEZE bundel! Het cijfer gebruik je niet bij noteren van het wetsartikel • Bekijk het artikel goed, of het klopt!
Noteren van artikelen (1) Voorbeeld: Hoe hoog is een geldboete van de 3e categorie? Je zoekt op in welk artikel het staat. Notatie: Art. 23 Wetboek van Strafrecht (naam wet bovenaan de pagina) Je ziet dat de categorie bij nummer 4 in dat artikel staat. Dit betekent dat het in Lid 4 staat. Dus notatie: Art. 23 lid 4 Wetboek van Strafrecht Als je de officiële afkorting kent, mag je die ook gebruiken Dus notatie: Art. 23 lid 4 Sr
Noteren van artikelen (2) Uitzonderingen op voorgenoemd zoeken en noteren: Burgerlijk Wetboek (BW) + Algemene Wet bestuursrecht (Awb) Burgerlijk Wetboek heeft een aantal boeken (art. 1 bijv. staat in élk boek). Stel dat iets in boek 2 staat en het artikel 45 is, dan is de notatie: Art. 2:45 Burgerlijk Wetboek (BW). Algemene Wet Bestuursrecht heeft een aantal hoofdstukken (art. 1 bijv. staat in élk hoofdstuk). Stel dat je artikel 1 van hoofdstuk 7 moet noteren, dan is de notatie: Art. 7:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Grondrechten: begrippen • Verticale werking: tussen overheid en burger • Horizontale werking: tussen burgers onderling • Klassieke grondrechten (zie volgende sheet) • Sociale grondrechten • Beperking van grondrechten • Botsing van grondrechten
Klassieke en sociale grondrechten • Klassieke grondrechten • Vereisen terughoudendheid van de staat • Bescherming van de burger • Verticale en horizontale werking • Rechtsbescherming • Sociale grondrechten • Vereisen optreden van de staat • Ontwikkeling van de burger • Alleen verticale werking • Opdracht aan regering
Grondrechten • Onderdeel van ‘de rechtsstaat’ • Art. 1 t/m 23 Grondwet • Internationaal (o.a.): • IVBP (=BuPo) • Universele verklaring van de rechten van de mens • Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) • Handvest van de grondrechten van de Europese Unie • Verdrag inzake de rechten van het kind • Vluchtelingenverdrag
Les 3 MER P1 INLEIDING RECHT
De christelijk-gereformeerde predikant Van Sorgeveld vindt dat een protestantse school homofiele leerkrachten moet ontslaan omdat zij niet naar de bijbel leven. • Welkgrondrecht? • Klassiek / sociaal? • Verticaal / horizontaal?
Teneinde na te gaan of Wim B. - die een alleenstaandenuitkering ontvangt krachtens de Bijstandswet - inderdaad niet samenwoont met Jacqueline V., betreedt sociaal rechercheur Jansen met een valse sleutel het appartement van Wim. • Welkgrondrecht? • Klassiek / sociaal? • Verticaal / horizontaal?
Teneinde racisme te bestrijden verbiedt de burgemeester van Utrecht een bijeenkomst van een neonazistische club. • Welkgrondrecht? • Klassiek / sociaal? • Verticaal / horizontaal?
Pieter de Vlaming is al enige tijd werkloos. Nadat hij weer eens een afwijzing op een sollicitatie heeft ontvangen besluit hij het er deze keer niet bij te laten zitten en zich te wenden tot de minister van sociale zaken en werkgelegenheid. Met verwijzing naar de Grondwet stelt Pieter dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hem aan een baan moet helpen. • Welk grondrecht? • Kans op succes bij een rechter?
art. 310 Wetboek van Strafrecht (Sr) • art. 1 Wet op de Ondernemingsraden (WOR) • art. 1:233 Burgerlijk Wetboek (BW) HRM-P3-MER-2008/2009
Waar kunnen we recht vinden? • Wet • Jurisprudentie • Gewoonte • Verdragen
Waarom zouden we ons aan het recht houden? (legitimiteit) Beginselen van de democratische rechtsstaat: • Grondrechten • De Trias Politica: scheiding van machten • Legaliteitsbeginsel • Rechtelijke controle • Democratie
Trias Politica Machtenscheiding van Montesquieu: Wetgevende macht (art. 81 GW) Bestuurlijke macht (art. 42 GW) Rechtsprekende macht (art. 121 GW)
Wetten: definities Wet in materiële zin: = algemeen verbindend voorschrift Een deel van deze wetten zijn ook: Wet in formele zin: = een wet ‘gemaakt in Den Haag’ door Staten-Generaal en regering gezamenlijk volgens procedure van art. 81 GW
Verschillende soorten wetten (in materiele zin) • Je kunt aan de naam van een wet zien, wie die wet heeft gemaakt: • ‘wet’: door regering en SG (=w.i.f.z.) • ‘besluit’: door regering (=a.m.v.b) • ‘verordening’: door lagere overheid (prov./gem.) of waterschap Regering en SG Regering Provincie Gemeente Wet in formele zin AMvB’s Verordeningen Verordeningen
Nogmaals • Wetten in materiele zin: • Alle wetten ongeacht wie ze gemaakt heeft • Wetten in formele zin: • Alleen die wetten die gemaakt zijn door regering en SG LET OP: Niet verwarren met materieel en formeel recht!!!! Materieel recht= rechten & plichten Formeel recht = procesrecht
Voorrang van wetgeving/hiërarchie (1) • Verdragen/EG-recht • Grondwet • Wetten in formele zin • AMvB’s • Ministeriele regelingen • Verordeningen van provincie • Verordeningen van gemeente/waterschap Zoek eens voorbeelden in jullie wettenbundel!!
Voorrang van wetgeving (2) • Hogere wet gaat voor lagere wet • Latere wet gaat voor eerdere wet • Bijzondere wet gaat voor algemene wet
Les 4 MER P1 INLEIDING RECHT
Ondernemingsrecht • Diverse wetten geven een eigen omschrijving van de term ‘onderneming’ Onderneming: het in het economisch verkeer werkzame organisatorisch verband van bedrijfsmiddelen, kapitaal en werknemers waarin de activiteiten van de ‘ondernemer’ zijn georganiseerd en door deze in stand wordt gehouden • Ondernemingsrecht gaat (onder andere) over de juridische vorm waarin een bedrijf functioneert
Wetsvoorstel Personenvennootschappen • Wetsvoorstel van de baan sinds vorige week!!! We kennen nu de volgende ondernemingsvormen (belangrijkste) • Eenmanszaak • Maatschap (stil of openbaar) • Vennootschap onder firma • Commanditaire vennootschap • B.V. • N.V.
Dit betekent voor jou … Hoofdstuk 11 § 2.1 en § 3 eenmanszaak en B.V. worden in les besproken (dit gaat soms verder dan het boek; collegestof moet je ook kennen voor tentamen!) § 2.2 en §4: worden niet in de les behandeld, puur zelfstudie (hierover krijg je op tentamen alleen pure kennisvragen, geen toepassingsvragen of zoekvragen!) § 5: gewoon verplicht
Weet je….. • Ik ben er helemaal klaar mee! • Elke dag lang in de auto naar kantoor, • Een vervelende baas die er niets van snapt, • Collega’s die niet gemotiveerd zijn, • Het salaris is ook niet geweldig, • Bovendien: ik kan dit veel beter dan mijn baas! • Ik ga voor mezelf beginnen
Ondernemer worden kan iedereen (toch ?) • Maar niet iedereen houdt het vol (na 5 jaar is het merendeel van de starters al weer gestopt) • “ZZP-er” zijn blijft, ondanks de recessie, populair • Mag ik aan je voorstellen: onze ondernemer Maarten • Profiel: Maarten werkt al 10 jaar bij een gerenommeerd accountantskantoor en heeft nu sterk de behoefte om voor zichzelf te beginnen. Maarten is belastingadviseur.
Maarten begint….. een onderneming als belastingadviseur • Wat heb je nodig voor een eigen onderneming? • Kantoorruimte (slaapkamer ombouwen) • Personeel (of is dat te vroeg) • Computer (en bijbehorende zaken) • Auto (kopen of leasen) • Verzekeringen (arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid) • Reclame/website • Administratie (oef) • En………..Klanten
Rechtsvorm? • Wat zal Maarten voor rechtsvorm kiezen? • Maarten is een natuurlijk persoon en net als een rechtspersoon dragen van rechten en plichten (art. 2:5 BW) • Bestuur en eigendom zijn bepalende factoren • Bestuur: wie heeft de leiding van de onderneming • Eigendom: wie bezit de onderneming
Maarten begint • Maarten kiest voor een eenvoudige opzet van zijn onderneming: een eenmanszaak • Kenmerken: • Eigendom en bestuur zijn in één persoon verenigd • Geen afgescheiden vermogen, gevolg • De ondernemer is privé en zakelijk verbonden • ZZP-er = zelfstandige zonder personeel. Geen wettelijke term • Eenmanszaak: zegt niets over aantal werknemers. Er kan veel personeel zijn!!
Wat houdt hem tegen? • Maartens handen jeuken, maar waar moet hij aan denken? • Inschrijven Kamer van Koophandel ( art. 18 Hrgw) • Mededeling Staatscourant (art. 24 Hrgw) • Belastingtoestanden (bijv. Aanvragen BTW-nummer) • Dus: wat Maarten zou moeten doen:kvk (hrgw is handelsregisterwet)
Maarten start zijn onderneming • Het is gelukt…. Hij is eigen baas • Wat is kenmerkend voor zijn onderneming: • Hij is eigenaar en bestuurder tegelijk! • Hij bepaalt wat er gebeurt maar hij betaalt het ook • Voordeel: de winsten zijn voor hem • Nadeel: hij loopt risico (ook privé) • Nadeel: omzet is niet hetzelfde als winst (geen scheiding inkomen)
De onderneming groeit… • Het gaat goed, na een half jaar huurt Maarten al een kantoor • Weer een jaar later heeft hij 10 personen in dienst. • Wat zijn de verplichtingen die hij dan heeft? • Werkgeversaansprakelijkheid (art. 7:658 BW) • Instellen OR, bij 50 werknemers (art. 2 Wet op de Ondernemingsraden) • Betalen minimumloon ( art. 8 Wet Minimumloon & Vakantiebijslag) • En nog veel meer …
Verplichtingen én …. risico’s! • Als de zaken slecht gaan (de inkomsten vallen tegen), heb je toch je kosten nog, bijv.: • Huur (langlopende contracten) • Loon (het duurt wel even voordat je mensen ontslagen hebt) • Overige kosten (verzekeringen, lease-auto, gas-water-licht) • Maarten is met zijn privévermogen aansprakelijk (en zijn vrouw ook!) • Maarten krijgt het advies een B.V. op te richten
De besloten vennootschap • Rechtspersoon: drager van rechten en plichten en kan als zodanig deelnemen aan het rechtsverkeer. De rp wordt in het vermogensrecht gelijk gesteld aan een natuurlijk persoon (art. 2:5 BW) • Nu is Maarten niet degene met verplichtingen en risico’s, maar is de rechtspersoon/B.V. dat!
Motieven voor oprichting van een BV:de eenmanszaak vs. de BV • Beperking van de aansprakelijkheid • Tot de inbreng van het vermogen • Continuiteit gewaarborgd
‘Organen’ van de B.V. • Aandeelhouders • Kapitaalverschaffer • Stemrecht over een aantal zaken • Recht op winstuitkering • ‘economisch’ eigendom • Bestuur (=directie) • Besturen • Vertegenwoordigen • Raad van Commissarissen • Toezicht en advies
Maarten = ‘DGA’ • directeur-groot aandeelhouder
De ondernemingsraad • Wat is een onderneming volgens de Wet op de ondernemingsraden (WOR)? • Rechten van de OR • Recht op overleg • Recht van advies • Recht van instemming • Recht op informatie
Les 5 MER P1 INLEIDING RECHT
Bronnen van IAO-recht IAO = individuele arbeidsovereenkomst • BOEK 3, TITEL 2 BW (RECHTSHANDELINGEN) • BOEK 6, TITEL 5 (OVEREENKOMSTEN IN HET ALGEMEEN) • BOEK 7, TITEL 10 BW (ARBEIDSOVEREENKOMST) !!! • INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST • TOEPASSELIJKE CAO • BUITENGEWOON BESLUIT ARBEIDSVERHOUDINGEN (BBA) !!! • ONTSLAGBESLUIT 1999
Arbeidsovereenkomst Sprake van een arbeidsverhouding (art 7:610 BW) als: • Er een gezagsverhouding is, • Arbeid wordt verricht gedurende zekere tijd • Loon wordt betaald
Einde arbeidsovereenkomst 4 manieren einde arbeidsovereenkomst • Van rechtswege • Wederzijds goedvinden (wn. moet duidelijk en ondubbelzinnig verklaren het eens te zijn met de beëindiging) • Opzegging/ontslag • Rechterlijke ontbinding Belangrijke bronnen: Boek 7 BW en het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) belangrijk!