Een eigen persoonlijkheid

1. Een eigen persoonlijkheid Bouwstenen van de eigen persoonlijkheid

2. inhoud • Hersen en temperament/emoties • Persoonlijkheidsfactoren • Ego-regulatie • Afweermechanismen • Copingmechanismen • Zelfverdedigingsstrategieen • Persoonlijkheidstypen • Zelfbeeld en Ik-Ideaal

3. Temperament • niet afkerig, maar moet wel even wennen • snel van zijn stuk • snelle aanpasser

4. Herstel na arousal • Emotioneel stabiel • Emotioneel labiel

5. Prikkelbaarheid Emotionele stabiliteit zijn Bouwstenen persoonlijkheid... Maar er is meer! Samengevat:

6. Het vijf-factoren model THE BIG FIVE 1.  introvert  –  extravert 2.    labiel  –  stabiel 3.   aardig  –onaangenaam 4.    zorgvuldig –  onzorgvuldig 5. ideeënrijk  –  ideeënarm • [________________|________________]

7. Voorbeeld: aardig – onaangenaam de mate waarin we onsaanpassen aan anderen Bron: Pi-media The workplace Big-five richt zich op de behoefte van anderen, omgaan met conflict, behoefte aan erkenning, terughoudendheid in het geven van de eigen mening en hoe we ons voor een groep voelen. De factoren staan niet voor concrete eigenschappen, er vallen vele onder

8. Het EGO: de regulerende kracht • Super Ego • Ego • Es

9. Adolescentie • Ego wordt zwakker • Es en Super Ego worden sterker • Seksuele rijping • Ik-ideaal

10. Coping-mechanismen Hoe ga je om met lastige gevoelens? • Ontlopen • Forceren • Toedekken • Confrontren Als het Ego sterker wordt maak je er minder gebruik van. 2e helft adolescentie (V.a 15 - 16 jaar)

11. Hoe verdedig je jezelf?zelfverdedigingsstrategiën • Terugtrekken • Reactieformatie • Vlucht uit de werkelijkheid • Rationalieren • Projectie • Overdracht / Verplaatsing

12. Persoonlijkheidstypen op basis van structurele angst • Overcontroleurs Sterke Ego-functie: angst controle te verliezen • Kwetsbare • Gepest op school • Meisjes • Internaliseringsproblematiek • Prestatiegerichte • Solitair • Hard werkend

13. Persoonlijkheidstypen op basis van structurele angst • Ondercontroleurs Zwakke ego-controle. Geen verantwoodelijkheid willen nemen • Impulsieve • Antisociale • Veerkrachtigen. Snel kunnen aanpassen aan veranderingen. (Sociaal-, autonoom-)

14. Zelfbeeld en Ik-ideaal • Zelfbeeld: Zoals je jezlef ziet • Ik-ideaal Zoals je graag wilt zijn • Hoe ga je om met een snel veranerend lichaam?

15. Hoe kom je aan je zelfbeeld? • Zelfkennis (neemt toe) • Zelfgevoel (zelfvertrouwen) Jezelf bekijken door de ogen van anderen Hoe competent, geaccepteerd en gerespecteerd voelt de jongere zich? Het op peil houden van een positief zelfbeeld is een belangrijke drijfveer voor gedrag

16. Hoe kom je aan je ik-ideaal? • Cultuur / omgeving • Rolmodellen • Media • Medeleerlingen • ...

17. Zelfvertrouwen Daalt tot 14e – 15e jaar, neemt dan weet toe (Ego wordt sterker) Meisjes: onzekerheid over seksuele aantrekkelijkheid, ongemak van menstruatie en gevoeligheid voor sociale relaties (angst voor afwijzing en rolonduidelijkheid) Jongens: Van Jongens wordt meer zelfstandigheid verwacht en daar hebben ze over het algemeen minder moeite mee.

18. Ten slotte • Zelfbeeld: optelsom van zelfkenniselementen en de waardering die de adolescent krijgt hiervoor • Identiteit: zelfgevoel. Het gevoel van de persoon in verschillende situaties en de stemmingen die het ervaart Lees het na op www.coachcoching.nl