740 likes | 946 Views
Internationale leerresultaten in het curriculum. Resultaten van twee projecten: OOF ICOM-project en IC Catalyst. Overzicht. Het ICOM-project Formulering van internationale leeruitkomsten Meer dan alleen internationale ervaringen Pre- en postonderzoek bij studenten
E N D
Internationale leerresultaten in het curriculum Resultaten van twee projecten: OOF ICOM-project en IC Catalyst
Overzicht • Het ICOM-project • Formulering van internationale leeruitkomsten • Meer dan alleen internationale ervaringen • Pre- en postonderzoek bij studenten • Internationale ‘kaart’ van opleidingen • IC catalyst • Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar interculturele competentie
Een holistisch kader voor internationale leeruitkomsten in het Vlaams hoger onderwijs
Paradox Belang dat wordt gehecht aan internationalisering / internationale ervaringen van studenten Onduidelijkheid over de positieve effecten daarvan Resultaat: • Ad hoc beleid • Veel nadruk op concrete acties en onderwijsinitiatieven zonder leerdoelen en verankering te expliciteren • Evaluatie op ‘output’ i.p.v. ‘outcome’ (Deardorff, 2005)
Door beleid beoogde learningoutcomes Verschillende accenten bij diverse stakeholders
Door docenten en opleidingsverantwoordelijken beoogde leeruitkomsten • Weinig overeenstemming onder docenten • Opleidingsverantwoordelijken voelen druk om aan te sturen op kwantiteit uitwisselingen ipv kwaliteit • Spanningsveld tussen beroepsspecifieke en generieke competenties (bv burgerschap) • Internationale leeruitkomsten van studenten vaak niet geëvalueerd en niet binnen de opleiding ingezet (studenten laten leren van elkaars ervaringen)
Door student beoogde learningoutcomes “Ik wil mijzelf beter leren kennen”
Noodzaak ontwikkeling kader Internationale learning outcomes (voorbijgaand aan de vraag: wat is internationalisering en wat niet?) • Opstellen set internationale competenties • Noodzaak valideren van deze lijst • Ontwikkeling instrumenten • Voor studenten • Voor opleidingen
Uitgangsvraag: “Welke competenties worden geactiveerd door internationale onderwijsactiviteiten?” Inventarisatie ‘internationale’ competenties (ICOMs) Ontwikkeling holistisch kader ICOMs Studenten bevragen en onderzoeken curricula Conclusies en nieuwe vragen
Vertrekpunt literatuurstudie 1. Beleidsteksten van (o.a.): • Europese Unie • OESO • Ministerie van Onderwijs en Vorming • VLIR, VLHORA, VLUHR,… 2. Wetenschappelijke studies naar effecten van internationale ervaringen van studenten.
Vijf domeinen Generieke domeinen: • Interculturele competentie • Beheersing van vreemde talen • Internationale betrokkenheid (‘global engagement’) • Persoonlijke groei Beroepsspecifiek domein • Internationale kennis van studiedomein
Beheersing vreemde talen • Een tekst schrijven in een andere taal • Een vreemde taal spreken • Gesproken tekst in een vreemde taal kunnen begrijpen • Een tekst geschreven in een andere taal begrijpen
Interculturele competentie • Culturele zelfkennis • Culturele flexibiliteit • Culturele veerkracht • Culturele ontvankelijkheid • Culturele kennis • Culturele relationele competentie • Culturele communicatieve competentie • Culturele conflicthantering • Multiperspectiviteit
Internationale betrokkenheid ‘global engagement’ • Zich internationaal oriënteren • Een eigen mening vormen over maatschappelijke of internationale onderwerpen • Een eigen mening uiten over maatschappelijke of internationale onderwerpen • Maatschappelijke betrokkenheid tonen
Persoonlijke groei • Zelfstandig functioneren • Samenwerken en netwerken • Zelfvertrouwen hebben • Zich flexibel opstellen • Andere perspectieven onderzoeken • Creativiteit tonen • Een duidelijk toekomstbeeld hebben • Zich handhaven in stressvolle situaties
Internationale vakkennis ‘International disciplinarylearning’ • Zijn vakgebied in een internationale context kunnen plaatsen • De cultuurgebondenheid van zijn discipline zien • Kennis hebben van de beroepsuitoefening in andere landen • Internationale organisaties relevant voor de discipline kennen
PWO- Catalyst Effecten van internationale mobiliteit op de ontwikkeling van interculturele competentie
Aanleiding Catalyst • Aanleiding: Valorisatie van het de Interculturele Competentiewijzer (ICW), een tool voor het meten van interculturele competentie Internationalisering hoger onderwijs, in het bijzonder de vraag naar toename van internationale mobiliteit van studenten • Vraagstelling: Is internationale mobiliteit een effectief instrument om aan interculturele competentiegroei te werken?
Doel Catalyst project Algemeen: Expertiseopbouw omtrent de impact van internationale mobiliteit op vlak van de ontwikkeling van interculturele competentie Operationele doelen: • Effectmeting van internationale studentenmobiliteit op de interculturele competentie van deelnemers. • Ontwikkeling van een systematisch onderbouwd feedback systeem, dat de resultaten van het meetinstrument (i.e. de ICWijzer) kwalitatief ondersteunt.
Catalyst -onderzoeksactiviteiten • Testafnames van de Interculturele Competentiewijzer, voor vertrek en na terugkomst, bij verschillende groepen van studenten. • Controlegroepen van niet-vertrekkende studenten • Deelstudies specifieke groepen (o.m. Zuid mobiliteit) • Een internationaal expertisenetwerk m.b.t. het meten, evalueren en opvolgen van interculturele competentie(groei) in internationaliseringstrajecten. • Via de Delphi methode werden experten iteratief bevraagd om tot een onderbouwd feedback systeem te komen dat de resultaten van de ICWijzer kwalitatief ondersteunt. • Deelstudie effect gebruik sociale media op interculturele competentiegroei bij internationale studentenmobiliteit (o.m. the Milan conversations)
Catalyst: het ICW instrument • Werkdefinitievoor ‘Interculturelecompetentie’: ‘the appropriate and effective management of interaction with people who represent different affective, cognitive and/or behaviouraloriëntations towards the world’ (Spitzberg) • Generiekebenadering: eentransversalecompetentie • Meetbaarheid van interculturelekennis, vaardigheden, en attitudes, maar in praktijkaantevullen met kwalitatieve feedback en begeleiding • Het is eenzelfevaluatie instrument: de testnemerontvangtonmiddellijkzijn/haarresultaat; erzijn 5 niveaus van resultaten(i.e. beginner, basisbewustzijn, groei, gevorderd, expert); volledigerealisatieis in principenooithelemaalbereikbaar
Effecten van internationale mobiliteit en een internationale ‘kaart’ van een opleiding
Bevraging studenten • Doel: validatie lijst internationale competenties • Aanzet tot effectonderzoek internationale ervaringen • Methode: zelfrapportagevragenlijsten • Afname in september en juni, bij zowel uitgaande uitwisselingsstudenten als bij ‘thuisblijvers’.
Eerste meetmoment • N = 1072 • 5 hogescholen • 17 opleidingen
Mattheüseffect? - 1 Op eerste meetmoment significante verschillen tussen kandidaat-uitwisselingsstudenten en thuisblijvers, in aspecten van persoonlijke groei: • Zelfstandigheid • Sociale en communicatieve vaardigheden • zelfvertrouwen • Emotionele stabiliteit • Flexibiliteit • Openheid • Toekomstbeeld (NB: uitwisselingsstudenten scoren lager)
Mattheüseffect? - 3 Op eerste meetmoment significante verschillen tussen kandidaat-uitwisselingsstudenten en thuisblijvers, in aspecten van internationale betrokkenheid • Op de hoogte zijn van internationale gebeurtenissen • Zichzelf zien als wereldburger / Europeaan • Een eigen mening vormen over internationale of maatschappelijke onderwerpen • een eigen mening uiten over internationale of maatschappelijke onderwerpen • Bewuste consumptie • Maatschappelijke betrokkenheid op internationaal niveau • Lidmaatschap van maatschappelijk betrokken organisaties • Geld doneren aan maatschappelijk betrokken organisaties • Vrijwilliger voor maatschappelijk betrokken organisaties
Onafhankelijk effect van uitwisseling, gecontroleerd voor score op T1, voor: • Sociale en communicatieve vaardigheden • Openheid
Onafhankelijk effect van uitwisseling, gecontroleerd voor score op T1; voor: • Zichzelf zien als wereldburger / European • (Bewuste consumptie)
Taal • Zelfinschaling CEFR levels • Uitwisselingsstudenten schalen zichzelf voor beheersing van het Engels hoger in dan thuisblijvers voor luisteren, lezen, interactie, spreken en schrijven
Voorbeeld: luistervaardigheid Duid aan wat voor jou van toepassing is: In het Engels kan ik bij het luisteren naar een gesprekspartner • C2: Ik kan moeiteloos gesproken taal begrijpen, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via radio of tv, zelfs wanneer in een snel moedertaaltempo gesproken wordt als ik tenminste enige tijd heb om vertrouwd te raken met het accent. • C1: Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Ik kan zonder al te veel inspanning tv-programma’s en films begrijpen. • B2: Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma’s op de tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen. • B1: Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt • A2: Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. • A1: Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Conclusies • De sterkste effecten betreffen de startsituatie • De geselecteerde competenties lijken daadwerkelijk onderhevig aan verandering gedurende academiejaar • Bij enkele competenties een onafhankelijk effect van uitwisseling • Ook toename bij thuisblijvers
Aandachtspunten • Zelfrapportagevragenlijsten kunnen niet dienen als evaluatie van de individuele student • De vragenlijsten dienden om op groepsniveau verschillen te meten • Gebruik binnen opleidingen: • Op groepsniveau: effect meten bij studenten • Gebruiken als reflectie-opdracht (sterkte-zwakte analyse als voorbereiding op een uitwisseling bijv.)
Resultaten Interculturele competentie Kwantitatief • Verfijnd en getest zelfevaluatie instrument dat inzetbaar is in verschillende contexten • Inzage resultaten op niveau student (onmiddellijke feedback), de opleiding (bv. in functie van ontwikkeling van selectie, begeleiding, nawerking en opvolging in curriculumontwikkeling etc…), de instelling (bv. in functie van een kwaliteitsbeleid), de partnerinstelling (bv. in functie van begeleiding ter plaatse) enz… • Inzicht op effecten internationale mobiliteit op interculturele competentie (cf. resultaten van de metingen 2011-13) Kwalitatief • Toepassingsmogelijkheden van ICW en wetenschappelijk onderbouwd feedback protocol • Professionaliseringstrajecten voor personeel (train-the-trainer) en studenten • Aanbod professionele navorming docenten
Enkele geaggregeerde resultaten per component • Afnames: • 1.032 studenten voor vertrek • 364 studenten bij terugkeer • Aanvullende studie connectiviteit en sociale media
Component ‘culturele zelfkennis’ Verschil pre- en post: significant Uitwisselingsstudenten zeggen na hun ervaring in het buitenland opvallend vaker dat ze expert zijn wat Zelfkennis betreft dan hun collega-studenten die niet op uitwisseling gingen.
Component ‘Culturele flexibiliteit’ Verschil pre en post: significant De opgedane ervaring in het buitenland blijkt bij te dragen tot de ontwikkeling van deze component. Na deze ervaring zegt bijna de helft van de studenten (48.8%) op een gevorderd of expertniveau voor flexibiliteit te functioneren. Bij de thuisblijvers is dit 32%.