190 likes | 302 Views
Geslaagd. Geslaagd. Wie beoordeelt?. Geslaagd. Wie beoordeelt? Christus. Geslaagd. Wie beoordeelt? Christus. Dus niet: mensen om je heen. Geslaagd. Wie beoordeelt? Christus. Dus niet: mensen om je heen. Dus niet: jij zelf. Geslaagd. Wie beoordeelt? Christus.
E N D
Geslaagd... Wie beoordeelt?
Geslaagd... Wie beoordeelt? Christus.
Geslaagd... Wie beoordeelt? Christus. Dus niet: mensen om je heen.
Geslaagd... Wie beoordeelt? Christus. Dus niet: mensen om je heen. Dus niet: jij zelf.
Geslaagd... Wie beoordeelt? Christus. Dus niet: mensen om je heen. Dus niet: jij zelf. Dus niet: of je Jood bent.
Geslaagd... Wat is de test? Hoor je bij Christus.
Geslaagd... Wat is de test? Hoor je bij Christus. Gemakkelijk: ja/nee.
Geslaagd... Wat is de test? Hoor je bij Christus. Gemakkelijk: ja/nee. Moeilijk:
Geslaagd... Wat is de test? Hoor je bij Christus. Gemakkelijk: ja/nee. Moeilijk: je ziet Hem niet
Geslaagd... Wat is de test? Hoor je bij Christus. Gemakkelijk: ja/nee. Moeilijk: je ziet Hem niet toch wil Hij 100%
Geslaagd... Wat is de test? Hoor je bij Christus. Gemakkelijk: ja/nee. Moeilijk: je ziet Hem niet toch wil Hij 100% Maar: Hij zal trouw zijn.