590 likes | 711 Views
Welkom in deze dienst! Voorganger: Ds H. de Bruijne Ouderling: Jacob Rink. Gezang 26 Gezang 476 Psalm 98 Gezang 503 Gezang 138 Gezang 150 Lukas 2: 1-20 Johannes 1: 1-18. Welkom en mededelingen. Aansteken van de kaars. Gedicht.
E N D
Welkom in deze dienst! • Voorganger: Ds H. de Bruijne • Ouderling: Jacob Rink
Gezang 26 • Gezang 476 • Psalm 98 • Gezang 503 • Gezang 138 • Gezang 150 • Lukas 2: 1-20 • Johannes 1: 1-18
Gedicht • Grote kaars, ik steek je aan,want het licht is opgegaan!Wie het horen wil, die hore:de Messias is geboren.
Gezang 26: 1-4 • 1 Daar is uit 's werelds duist're wolken • een licht der lichten opgegaan. • Komt tot zijn schijnsel, alle volken, • en gij, mijn ziele, bid het aan! • Het komt de schaduwen beschijnen, • de zwarte schaduw van de dood. • De nacht der zonde zal verdwijnen, • genade spreidt haar morgenrood.
Gezang 26: 1-4 • 2 Gij wilt met vrede tot ons komen, • met vreed' en vrijheid, vreugd' en eer. • Het juk is van de hals genomen, • God lof, wij zijn geen slaven meer! • De staf des drijvers ligt verbroken, • aan wie ons hart zich had verkocht, • en 't wapentuig in brand gestoken • van hem, die onze ziele zocht.
Gezang 26: 1-4 • 3 Wat heil, een Kind is ons geboren, • een Zoon gegeven door Gods kracht! • De heerschappij zal Hem behoren, • zijn last is licht, zijn juk is zacht. • Zijn naam is Wonderbaar, zijn daden • zijn wondren van genaad' alleen. • Hij doet ons, hoe met schuld beladen, • verzoend voor 't oog des Vaders treên.
Gezang 26: 1-4 • 4 o Vredevorst, Gij kunt gebieden • de vreed' op aard' en in mijn ziel! • Doe alle volken tot U vlieden, • dat al wat ademt voor U kniel! • Des Heren ijver zal bewerken, • dat Hij de zetel, U bereid, • met recht en met gericht zal sterken. • Hem zij de lof in eeuwigheid!
Gezang 476 (vier coupletten) • 1. Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer, • Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. • Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer. • Hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. • Kyrieleis.
Gezang 476 (vier coupletten) • 2. Christe Kyrieleison, laat ons zingen blij, • daarmeed’ ook onze leisen beginnen vrij. • Jezus is geboren op de heilige kerstnacht • van een maged reine, die hoog moet zijn geacht. • Kyrieleis.
Gezang 476 (vier coupletten) • 3. Herders op den velde hoorden een nieuw lied, • dat Jezus was geboren, zij wisten ’t niet. • ‘Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden klaar. • Bet’lem is de stede, daar is ’t geschied voorwaar.’ • Kyrieleis
Gezang 476 (vier coupletten) • 4. Wijzen uit het oosten, uit zo verre land, • zij zochten onze Here met offerand’. • Ze offerden ootmoediglijk mirr’, wierook ende goud • te eren van dat kinde, dat alle ding behoudt. Kyrieleis. • (Bron: Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk, Gez. 476. • tekst: Oud-nederlands lied, naar het duitse ‘Syt willekommen • Herre Krist’(14de eeuw). Melodie: ’s Hertogenbosch 1627)
Stil gebed • Votum en groet
Psalm 98: 1-4 • 1 Zingt een nieuw lied voor God denHere, • want Hij bracht wonderen tot stand. • Wij zien Hem heerlijk triomferen • met opgeheven rechterhand. • Zingt voor den Heer, Hij openbaarde • bevrijdend heil en bindend recht • voor alle volkeren op aarde. • Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
Psalm 98: 1-4 • 2 Ja Hij is ons getrouw gebleven, • Hij heeft in goedertierenheid, • naar de belofte eens gegeven, • het huis van Israël bevrijd. • Zijn volk is veilig in zijn handen. • Hij heeft zijn heerlijkheid ontvouwd. • Zo werd tot in de verste landen • het heil van onze God aanschouwd.
Psalm 98: 1-4 • 3 Laat heel de aard' een loflied wezen, • de psalmen gaan van mond tot mond. • De naam des Heren wordt geprezen, • lofzangen gaan de wereld rond. • Hosanna voor de grote Koning, • verhef, bazuin, uw stem van goud, • de Heer heeft onder ons zijn woning, • de Heer die bij ons intocht houdt.
Psalm 98: 1-4 • 4 Laat alle zeeën, alle landen • Hem prijzen met een blij geluid. • Rivieren klappen in de handen, • de bergen jubelen het uit. • Hij komt, Hij komt de aarde richten, • Hij komt, o volken weest verblijd, • Hij komt zijn koninkrijk hier stichten, • zijn heil en zijn gerechtigheid.
We lezen uit de Bijbel • Lukas 2: 1-20 • Johannes 1: 1-18
Lukas 2: 1-20 • 1 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam.
Lukas 2: 1-20 • 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
Lukas 2: 1-20 • Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.
Lukas 2: 1-20 • 8 Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. 10 De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen:
Lukas 2: 1-20 • 11 vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:
Lukas 2: 1-20 • 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel • en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ • 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’
Lukas 2: 1-20 • 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18 Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, 19 maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.
Lukas 2: 1-20 • 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
Gezang 503 (vier coupletten) • 1.Wij staan aan een kribbe, aanschouwen de bron, • de oorsprong der schepping, de rijzende zon: • dit leven zal stralen, door God zelf bemind. • Wij groeten de toekomst, gevat in dit kind.
Zingen Gezang 503 (vier coupletten) • 2. Wij lezen Gods wezen in het kind dat hier ligt. • De nacht geeft zijn liefde een helder gezicht: • dit kind, dat ontvlamt als een aarzelend vuur, • wordt licht en geleide in ons donkerste uur.
Zingen Gezang 503 (vier coupletten) • 3. Hier tussen de schapen is voor Hem uit het hout • van bomen uit Eden een kribbe gebouwd. • Die is deze herder tot een eerste tehuis, • en nog draagt dit hout Hem als Lam aan het kruis.
Zingen Gezang 503 (vier coupletten) • 4. Hoe diep ook het duister waarin Hij verschijnt, • zijn ster aan de hemel heeft alles omlijnd. • Hij is ons tot lichtbron in donkere nacht. • Het zonlicht van Pasen wint hier al aan kracht! • (Bron: Liedboek [2013]. Zingen en bidden in huis en kerk. • Gez. 503. Tekst: Sytze de Vries. Melodie: William James Kirkpatrick • - Cradle Song)
Johannes 1: 1-18 • 1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Johannes 1: 1-18 • 6 Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7 Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8 Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9 het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10 Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet
Johannes 1: 1-18 • 11 Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12 Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13 Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
Johannes 1: 1-18 • 14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15 Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’
Johannes 1: 1-18 • 16 Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17 De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18 Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
Gezang 138: 1-4 • 1 Komt allen tezamen, • jubelend van vreugde: • komt nu, o komt nu naar Bethlehem! • Ziet nu de vorst der eng'len hier geboren. • Komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden die Koning.
Gezang 138: 1-4 • 2 De hemelse eng'len • riepen eens de herders • weg van de kudde naar 't schamel dak. • Spoeden ook wij ons met eerbied'ge schreden! • Komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden, die Koning.
Gezang 138: 1-4 • 3 Het licht van de Vader, • licht van den beginne, • zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees: • goddelijk Kind, gewonden in de doeken! • Komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden die Koning.
Gezang 138: 1-4 • 4 O Kind, ons geboren, • liggend in de kribbe, • neem onze liefde in genade aan! • U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! • Komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden, • komt, laten wij aanbidden die Koning.
De kinderen mogen nu naar de bijbelklas. • Er zal verteld worden over de geboorte van de Heer Jezus (Lukas 2).
Gezang 150: 1-5 • 1 In den beginne was het woord, • op aarde is zijn stem gehoord • die spreken wil tot elk geslacht, • Hij werd geboren in de nacht.
Gezang 150: 1-5 • 2 Hij werd geboren in de nacht • die al het licht heeft voortgebracht, • aan zon en maan zijn teugel legt, • Hij is de Heer, Hij werd een knecht.
Gezang 150: 1-5 • 3 Hij is de Heer, Hij werd een knecht, • op Hem wordt alle last gelegd, • Hij woont temidden van het kwaad, • Hij troont in onze lage staat.
Gezang 150: 1-5 • 4 Hij troont in onze lage staat • waar al wat leeft verloren gaat, • Hij kwam toen niemand naar Hem riep, • dit licht dat zoveel luister schiep.
Gezang 150: 1-5 • 5 Dit licht dat in het duister sliep • is God die ons bij name riep, • Hij roept totdat Hij wordt gehoord, • in den beginne was het woord.