170 likes | 579 Views
5-6-2012. T 15. 2. Beton in het algemeen. Door de samenstelling te vari
E N D
1. Beton en Betonvoorschriften Herman Ootes
2. 5-6-2012 T 15 2 Beton in het algemeen Door de samenstelling te variren kunnen de eigenschappen van betonspecie en beton worden aangepast aan de eisen en omstandigheden van het project.
Cement is een essentieel onderdeel van beton. Het zorgt voor de binding tussen de toeslagmaterialen zand en grind.Hulpstoffen benvloeden de eigenschappen van de betonspecie.
Voor specifieke toepassingen worden vulstoffen gebruikt.
Beton is verkrijgbaar in verschillende sterkteklasse en milieuklassen.Het consistentiegebied van de specie is een maat voor de verwerkbaarheid. De sterkteklassen cementsoorten, te weten 32,5, 42,5 en 52,5. Sterkteklasse de letter R. Deze letter geeft aan dat het cement extra snel verhardt. De cementnorm gaat voor genoemde cementsoorten uit van de Europese benamingen. CEM I portlandcement, CEM II portlandvliegascement, CEM III. Hoogovencement. Hulpstoffen zijn: Vertragers, Luchtbelvormers, Plastificeerders, Superplastificeerders, Pigmenten. Vulstoffen zijn: Vliegas, Silica fume, KalksteenmeelDe sterkteklassen cementsoorten, te weten 32,5, 42,5 en 52,5. Sterkteklasse de letter R. Deze letter geeft aan dat het cement extra snel verhardt. De cementnorm gaat voor genoemde cementsoorten uit van de Europese benamingen. CEM I portlandcement, CEM II portlandvliegascement, CEM III. Hoogovencement. Hulpstoffen zijn: Vertragers, Luchtbelvormers, Plastificeerders, Superplastificeerders, Pigmenten. Vulstoffen zijn: Vliegas, Silica fume, Kalksteenmeel
3. 5-6-2012 T 15 3 Samenstelling van beton Beton bestaat uit cement, water en toeslagstoffen zoals zand en grind. Eventueel worden deze aangevuld met hulp- en/of vulstoffen.
Door een chemische reactie met water verhardt het cement. Het houdt de toeslagmaterialen bij elkaar en vult de lege ruimtes tussen het zand en het grind.
Er is een minimale hoeveelheid water nodig om al het aanwezige cement te laten reageren. Water is ook nodig voor een goede verwerkbaarheid.
Het water dat niet met cement reageert blijft in beton achter en vormt porin. Meer water in de betonspecie betekent een meer open structuur en een lagere sterkte en duurzaamheid.
4. 5-6-2012 T 15 4 Consistentiegebied van betonspecie De hoeveelheid water die in het beton wordt verwerkt heeft grote invloed op de consistentie.
Hulpstoffen kunnen resulteren in een hogere vloeibaarheid zonder dat toevoeging van extra water nodig is.
Uitvoeringscondities bepalen de gewenste consistentie.
Er worden 4 consistentiegebieden onderscheiden 1: Aardvochtig (zetmaat = 40 mm)2: Halfplastisch (zetmaat 50 t/m 90 mm) 3: Plastisch (zetmaat 100 t/m 150 mm) 4: Vloeibaar (zetmaat = 160) 1 Vergelijking vloeivermogen van vloeibeton en conventioneel beton. 2 Trechter voor bepaling van de vloeisnelheid van het beton 1 Vergelijking vloeivermogen van vloeibeton en conventioneel beton. 2 Trechter voor bepaling van de vloeisnelheid van het beton
5. 5-6-2012 T 15 5 Gewijzigde voorschriften beton Per 1juni 2005 worden betonvoorschriften wijzigen in verband met Europese norm op dit gebied van kracht wordt.
Een groot deel van de huidige betonvoorschriften blijven ongewijzigd met enkele grote wijzigingen.
De grootste wijziging vindt plaats bij de milieuklasse en met name daar zullen zal in het begin veel onduidelijkheid zijn.
6. 5-6-2012 T 15 6 Gewijzigde voorschriften beton Voor de betonwereld geldt dit zowel voor de algemene normen, zoals de betonvoorschriften, VBC, VBU en VBT als ook voor de productnormen zoals de NVN 6725 Vrijdragende systeemvloeren van vooraf vervaardigd beton. Vanaf 1 juli 2004 wordt de VBT, NEN 5950 vervangen door de NEN-EN 206-1 en NEN 8005.
Doordat veel zaken vanuit de VBT zijn overgenomen in de VBC is er ook een wijzigingsblad op de VBC van kracht geworden, nl. NEN 6720/Ontw. A3.
7. 5-6-2012 T 15 7 Sterkteaanduiding Belangrijkste wijzigingen zijn een andere aanduiding van de betonsterkteklassen. Wat voorheen bijvoorbeeld als een B35 werd omschreven, wordt in het vervolg als C28/35 aangeduid, waarbij de C staat voor concrete en de getallen 28 voor de betondruksterkte van cilinders, en 35 voor de kubussen.
8. 5-6-2012 T 15 8 Verwerkbaarheid Bij de verwerkbaarheid van beton zijn er twee klassen bij gekomen n.l. F6 de schutmaat voor zelf verdichtend beton en S5 voor een zetmaat = 220mm.
9. 5-6-2012 T 15 9 Wat zijn milieuklassen Met milieuklassen wordt aangegeven in welke omstandigheid de constructie van beton zich gaat bevinden.
De huidige milieuklassen begint bij klasse 1 en loopt door tot klasse 5d.
Hoe hoger de milieuklasse des te kleiner wordt de water-cementverhouding.
Bij een hoeveelheid van 300kg cement met een watercementfactor (wcf) van 0,5 moet men 150 liter water toevoegen
10. Huidige water-cementverhouding * Voor korrelverdelingsgebied AC de hoogste waarde aanhouden.* Voor korrelverdelingsgebied AC de hoogste waarde aanhouden.
12. 5-6-2012 T 15 12 Richtlijn milieuklassen NEN-EN 206-1
13. 5-6-2012 T 15 13 Aanbevolen sterkteklassen
15. 5-6-2012 T 15 15 Nieuwe ontwikkelingen mede door Europese regelgeving. Een interessante nieuwe ontwikkeling is de opkomst van zelfverdichtend beton Ten behoeve van deze ontwikkeling zijn drie consistentiegebieden toegevoegd.5a: Hoogvloeibaar 5b: Verdichtingsarm5c: Zelfverdichtend
De consistentiegebied worden bepaald door de zetmaat. De zetmaat wordt vastgesteld door een kegelmantel met betonspecie te vullen en deze na 1/2 minuut te verwijderen. De inzakking van de speciekegel is de zetmaat.
16. Einde presentatie Herman Ootes