Waarom meet je?

1. Waarom meet je? • Signaleren / Screenen • Diagnostiek • Evalueren / monitoren • Prognostiek • Informatie overdraagbaar maken naar anderen • Verantwoorden wat je doet • Inzicht krijgen in processen in de tijd • Wetenschappelijk onderzoek

2. Deel 2 Wat meet je?

3. Wat meet je? Welke vraag wil je beantwoorden?

4. Wat meet je? (2)Voorbeeld casus Mevrouw van Geel (87 jaar), sinds 1 jaar op afdeling psychogeriatrie van het verpleeghuis (Alzheimer) • kwakkelt met haar gezondheid • bedlegerig • contracturen • decubitus • PIJN?

5. Wat meet je? (3)Naar een specifieke vraag Stap 1: globale vraag Stap 2: vraag operationaliseren naar • ICF–niveau • Capaciteit / performance • Doel • Setting

6. Wat meet je? (4)Globale vraag Hoe meet je pijn bij mevrouw van Geel?

7. Wat meet je?(5)Specificeren van de vraag ICF - niveau functies participatie activiteiten

8. Schema ICF ziekte / aandoening functies / anatomische eigenschappen participatie activiteiten externe factoren persoonlijke factoren

9. Wat meet je?(5)Specificeren van de vraag ICF - niveau functies participatie activiteiten

10. Wat meet je? (6)Specificeren van de vraag  Capaciteit / Performance capaciteit performance

11. Wat meet je? (7)Specificeren van de vraag Doel van de meting Signalering Wetenschappelijk Onderzoek Diagnostiek Inzicht krijgen in processen in de tijd Evaluatie Verantwoording afleggen Prognostiek Informatie overdraagbaar maken

12. Wat meet je? (8)Specificeren van de vraag Setting manier van afname doelgroep praktijk / onderzoek

13. Wat meet je? (8)Specificeren van de vraag Setting • Manier van afname: • (gestructureerde) observatie • vragenlijst • vragenlijst voor mantelzorger • functietest manier van afname doelgroep praktijk / onderzoek

14. Wat meet je? (8)Specificeren van de vraag • Manier van afname - Soorten schalen • Indeling obv ordening - gelijke afstand - nulpunt • Nominale schaal • Ordinale schaal (o.a. Likertschaal) • Interval schaal • Ratio schaal Setting manier van afname doelgroep praktijk / onderzoek

15. Wat meet je? (8)Specificeren van de vraag • Doelgroep • Bijvoorbeeld • leeftijd • ziektebeeld (+ernst) • woonsituatie • cultuur Setting Ouderen met dementie manier van afname doelgroep praktijk / onderzoek

16. Wat meet je? (8)Specificeren van de vraag Setting manier van afname doelgroep praktijk / onderzoek

17. Wat meet je? (9)Samenvatting mevr van Geel Welk observatie-instrument en welke vragenlijst-voor-mantelzorgers isgeschikt om in de dagelijkse praktijk te diagnosticeren hoeveel PIJN een oudere patiënt met dementie heeft, … om het effect van de hierop ingezette behandeling teevalueren, om deze informatie overdraagbaar te maken en verantwoording af te leggen over het professioneel handelen?

18. PAINADPain Assessment In Advanced Dementia(Warden, Hurley, Volicer, 2003) Observeer 5 minuten en dan scoren Uitsluiten: somberheid, angst en weerstand tegen verzorging

19. Gelaat Aanwezig Uitdrukking van pijn Een specifiek geluid of uiting van pijn ‘au’ of ‘oef’ Wenkbrauwen fronsen Grimas Rimpels in het voorhoofd Kreunen en kermen Verandering in de ogen (scheel kijken, mat, helder, meer bewegingen) Pijnlijke plek aanraken en vasthouden Pijnlijke plek beschermen Terugtrekken Verzet/ afweer Verbale agressie Fysieke agressie (bijv. mensen en/of voorwerpen wegduwen, anderen krabben, anderen slaan, stompen, schoppen) Geërgerd (geagiteerd) Achteruitdeinzen Niet aangeraakt willen worden Niet-coöperatief/weerstand tegen zorgverlening Sociaal emotioneel/stemming Nors/prikkelbaar Schreeuwen/krijsen Donkere blik Verdrietige blik Geen mensen in de buurt laten komen Ontsteld (ontdaan) Blozend, rood gelaat Rusteloos PACSLACPain Assessment Checklist for Seniors with Severe Dementia, (Fuchs-Lacelle and Hadjistavropoulos, 2004) Subschaal scores: Gelaat ________ Verzet/ Afweer ________ Sociaal emotioneel/ stemming ________ Totale score: ________

20. REPOSRotterdam Elderly Pain Observation Scale (Van Herk et al.) 2 minuten observeren en dan invullen

21. Zelfbeoordelings-instrumenten

22. 1. Sinds wanneer is de pijn aanwezig? 2. Is de pijn in de loop van de tijd veranderd? 3. Heeft u eerder in uw leven perioden van soortgelijke pijn gehad? 4. Kunt u op de tekening aangeven waar de pijn precies zit? 5. Waardoor denkt u dat de pijn veroorzaakt wordt? 6. Hoe zou u de pijn die u voelt het best kunnen omschrijven? Welke van de volgende woorden passen het meest bij uw pijn: Stekend / tintelend of zeurend / brandend / kloppen / scherp / anderszins 7. In welke omstandigheden is er pijn of wordt de pijn erger? lopen / liggen / eten / Overdag / zitten / toilet / aankleden / ’s nachts 8. Wat doet u om de pijn te verlichten? 9. Welke medicatie neemt u voor de pijn? (medicatie, dosering, frequentie, sinds wanneer?) Wat is het effect van de medicatie, hoe lang werkt dit? 10. Wat is de intensiteit van de pijn op de diverse plaatsen? (op een schaal van 0 = geen pijn tot 1 0 = ondraaglijke pijn). 11. Hoe is het met slapen? Inslapen: Doorslapen: Waardoor wordt u wakker en hoe laat? Slaapmedicatie: 12. Verandert uw stemming door de pijn? Wordt u door de pijn: neerslachtig / angstig / gespannen / ontspannen / zenuwachtig / somber Verandert afleiding uw pijn? Zo ja, hoe? 13. Heeft u andere lichamelijke klachten? (misselijkheid, braken, obstipatie, diarree, moeheid, eetlust en incontinentie) 14. Vindt u dat ten gevolge van de pijn uw sociale contacten veranderd zijn? Zo ja, hoe? Eventueel andere opmerkingen: Pijnanamnese invulformulier

23. Pijnevaluatieformulier

24. Deel 1: Waarom meet je? – Doel • Deel 2: Wat meet je? – Vraagstelling • Deel 3: Waarmee meet je? – Kwaliteit