200 likes | 369 Views
Nederland en het poldermodel, 1000-2013. Maarten Prak Jan Luiten van Zanden Universiteit Utrecht. Boek in serie over NL’se geschiedenis Economische en sociale geschiedenis Vormgeven van duizend jaar UU-speerpunt Instituties van de Open Samenleving. Achtergrond. Inhoud.
E N D
Nederland en het poldermodel, 1000-2013 Maarten Prak Jan Luiten van Zanden Universiteit Utrecht
Boek in serie over NL’se geschiedenis Economische en sociale geschiedenis Vormgeven van duizend jaar UU-speerpunt Instituties van de Open Samenleving Achtergrond
Inhoud • Probleem: hoe is ‘Nederland’ georganiseerd en welke (economische) consequenties heeft dit? • Inleiding: definitie, theorie, benadering • Periodisering, revolutionaire overgangen • Agrarisch poldermodel: 11e-16e eeuw • Commercieel poldermodel: 17e-18e eeuw • Industrieel poldermodel: 19e-20e eeuw • Nederland en het poldermodel in 2013
Vertrekpunt Anno nu • “82% van de Nederlanders is gelukkig”, rapportcijfer 7,9 (SCP 2011) • Lidmaatschap vereniging >85% Historisch • Gestage economische groei per hoofd sinds de Middeleeuwen • Vroege verstedelijking: gilden, schutterijen • “discussiecultuur”
Definitie ‘poldermodel’ Samenleving met • Hoge organisatiegraad (‘maatschappelijk middenveld’) • Inspraak • Sociale gelijkheid Kenmerken • Conflict → compromis • Coördinator = 1. Graaf van Holland, 2. Staten van Holland, 3. Nationale regering
Putnam (1992): ‘civil society’ North, Wallis, Weingast (2009): ‘open access society’ Acemoglu, Robinson (2011): ‘inclusive society’ Theorie: rol van instituties
Putnam: Italiaanse stadstaten (Middeleeuwen) North cs + Acemoglu/Robinson: Glorious Revolution (1689) Middeleeuws Holland?! Discussie: waar en wanneer? Bill of Rights, 1689
Vertegenwoordigers van de gewesten en steden Waar komt dat type samenleving vandaan? En hoe verhoudt zich dit tot huidige instituties Grote Vergadering 1651
Ontginningen van 10-13e eeuw ‘Grote Sprong Voorwaarts’ 1350 Sterke toename verstedelijking Gelijktijdige commercialisering platteland Agrarisch poldermodel, C.11-16
Institutionele revolutie van de Middeleeuwen Autonome steden en dorpen Gildenmodel Polderbesturen Feodale coördinatie Ontstaan & evolutie parlementen (‘staten’) Agrarisch poldermodel, C.11-16
‘eerste moderne economie’ • Ontstaan ‘moderne’ markteconomie 13e-15e eeuw: markten voor goederen en arbeid, land, kapitaal • Veel vertrouwen in markten (rente daalt naar 5-6%) = Efficiënte instituties
Protest tegen centralisatie bestuur Gedragen door steden en gewesten Aanvankelijk diepe crisis Snel herstel van belastinginkomsten Economische groei 1585-1620 Revolutie 1566-1648
‘Gouden Eeuw’! Internationalisering handel Amsterdam centrale stapel VOC 1602 Commerciële landbouw Trafieken Commercieel poldermodel, C.17-18
Zeven republieken? Hollandse steden, burgerlijke elites Stedelijke instellingen: gilden, schutterijen Armenzorg Meer ongelijkheid, minder groei Commercieel poldermodel, C.17-18
Revolutie van gilden & schutterijen Revolutie en Franse ‘hulp’=centralisatie Willem I autocraat (1813-1840) Grondwet 1848 Begin nieuwe vormen van collectieve actie (vakbonden) Revolutie 1780-1848
Belang van diensten en landbouw Multinationals Koloniale bronnen Kennis-intensief Open economie Grote welvaart Industrieel poldermodel, C.19-20
Organisaties van arbeid (C19) en kapitaal (C20) Politieke partijen (C19) Verzuiling Overlegeconomie Verzorgingsstaat (post-WW2) 1870-heden: grote cyclus, nu weer minder staat, meer markt (post-1973) Industrieel poldermodel, C.19-20
Grote lijnen • ‘Punctuated equilibria’: lange perioden van evolutie binnen ‘vaste’ kaders (11e-15e eeuw; 17e-18e eeuw; 1870-heden), onderbroken door transformatie-perioden: c. 1600, c. 1800; opnieuw na 1970? 2000? • Parallele processen van staatsvorming, schaalvergroting, commercialisering • Schaalvergroting en staatsvorming: ME = identificatie met lokale eenheden (stedelijk burgerschap); VMT = transitie naar gewestelijk verbanden; C19-20 = burgers van nationale staat; nu = transitie naar Europees niveau? • Correlatie met ‘globalisering’ op economisch vlak? vanaf begin integratie in internationale handelsstromen
Co-evolutie markt - ‘poldermodel’ • ‘Moderne’ markteconomie ontstaat in Middeleeuwen, tegelijk met eerste variant van poldermodel • Markt = manier om tegengestelde belangen via vreedzame onderhandelingen met elkaar te verzoenen (win-win) • Polderen lijkt daar sprekend op: door onderhandelingen tot ‘win-win’ compromis komen • Voorwaarde: macht is deelbaar, onderhandelbaar – contra absolutisme (twee crises: Philips II en Willem I); gaat terug tot Middeleeuwse erfenis Europa • Op dieper niveau: polderen is politiek bedreven door kooplieden (marchanderen, schipperen) – verband tussen commerciële traditie en politieke instituties
Het poldermodel anno 2013 • Hoog welvaartspeil, grote tevredenheid • Overleg-economie • Geringe sociale ongelijkheid • Sterke organisatiegraad • Globalisering en Europese integratie • Verzwakking vakbeweging • Dominantie markt-model → toenemende ongelijkheid • Falende coördinator?