100 likes | 357 Views
Lodewijk XIV. Lodewijk XIII 1601-1643 x Anna van Oostenrijk 1601-1666 1638 Geboorte van de dauphin Lodewijk, toekomstige Lodewijk XIV 1640 Geboorte van zijn broer Filips (Monsieur) 1642 Richelieu sterft en kardinaal Mazarin volgt hem op als eerste minister
E N D
Lodewijk XIV Lodewijk XIII 1601-1643 x Anna van Oostenrijk 1601-1666 1638 Geboorte van de dauphin Lodewijk, toekomstige Lodewijk XIV 1640 Geboorte van zijn broer Filips (Monsieur) 1642 Richelieu sterft en kardinaal Mazarin volgt hem op als eerste minister 1643 Lodewijk XIII sterft, Lodewijk XIV bestijgt de troon onder regentschap van Anna van Oostenrijk 1660 Lodewijk XIV huwt Maria Theresia
L`etat c`est moi Droit divin zijn goddelijke macht, absolute heerschappij 1661 Mazarin sterft en Lodewijk XIV trekt alle macht naar zich toe
Jean Baptiste lully De in Florence (of omstreken) geboren Lully was op veertienjarige leeftijd naar Frankrijk gegaan. Al spoedig verwierf hij de reputatie van duivelskunstenaar, doordat hij zich niet alleen ontwikkelde als een virtuoze vioolspeler en danser maar ook als een belangwekkende componist en choreograaf. In het algemeen wist Lully in zijn muziekcomposities uitstekend de toon te treffen, die hoorde bij de feestelijke pracht en praal van de muziek- en dansfestijnen aan het hof van Lodewijk XIV. Lully's aria's waren in zijn eigen tijd zelfs zo populair dat ze niet alleen werden gezongen in de vertrekken van het paleis maar ook op straat in heel Frankrijk.
Binnenaanzicht van het theater in Versailles (Salle du Spectacle) In de Salle du Spectacle in Versailles geniet het Franse hof van een balletscène. Nergens anders wordt duidelijker dat het baroktoneel eigenlijk de zaal met toehoorders weerspiegelt. Deze twee werelden, die in elkaar overgaan, worden door het opvallend grote orkest qescheiden. De verdeling van de plaatsen van het hof is streng vastgelegd volgens de etiquette: in het midden troont het heerserspaar, omgeven door de hofhouding van de verschillende rangen. De loges aan beide kanten zijn open en decoratief. Men wilde goed kunnen zien en bovendien gezien worden. Het spel op het podium en het spel in de loges en in het parket moedigden elkaar wederzijds aan.
Molière Jean Baptiste Poquelin, zoals Molière eigenlijk heette, was de zoon van een vermogende hofstoffeerder. Hij werd opgevoed op een jezuïetenschool, en ging rechten studeren. In plaats van een voor hem weggelegde functie aan het hof te aanvaarden, sloot Poquelin zich aan bij het rondreizend toneelgezelschap van de familie Béjart, en noemde zich Molière. De groep, 'L'Illustre Théatre', had weinig succes in Parijs en zwierf twaalf jaar door Zuid-Frankrijk. In 1658 keerden ze naar Parijs terug, waar ze de aandacht van koning Lodewijk XIV trokken. Hij gaf hen een theater en Molière legde zich naast acteren toe op toneelschrijvers. Molière had veel tegenstanders aan het hof, en rond zijn stuk Tartuffe ( 1664) brak een rel uit. In 1665 werd hij ziek - hij zou nooit meer gezond worden. Bovendien was zijn privé-leven ongelukkig: zijn twee kinderen stierven en zijn vrouw Armande Béjart was in een aantal verhoudingen verwikkeld.
Molières stukken hadden wisselend succes. In 1673 stierf hij, nadat hij was ingestort tijdens de vierde voorstelling van De Ingebeelde Zieke, waarin hij de hoofdrol speelde. Men weigerde hem een begrafenis in gewijde aarde, maar door ingrijpen van zijn beschermheer, koning Lodewijk XIV, kon hij uiteindelijk toch met ere begraven worden. Van Molières stukken zijn er 32 bewaard gebleven. Hij schreef uitsluitend blijspelen, die in drie groepen onder te verdelen zijn: Kluchten, die veel te danken hebben aan de commedia dell'arte, zoals die in Parijs bekend was door de voorstellingen van de Comédiens ltaliens, een Italiaans commedia dell'arte-gezelschap dat met veel succes in Parijs speelde, Comédies-ballets, een vorm van muziektheater waarbij gezongen en gedanst werd. De muziek hierbij werd geschreven door Lully. Molière probeerde de balletten ook in zijn andere stukken te integreren. De Ingebeelde Zieke is daarvan een goed voorbeeld.
De 'serieuze' blijspelen, zedenkomedies waarbij Molière vaak een menselijke zwakte tot uitgangspunt nam, zoals schijnheiligheid, gierigheid of hypochondrie. Zelf zei hij: "Ik wil me met de belachelijke trekjes van de mensheid bezig houden en de tekortkomingen van de wereld theatraal aangenaam verbeelden." Deze vorm van sociale satire werd niet altijd als aangenaam ervaren door de wereld om hem heen.