320 likes | 496 Views
ZIJN. __________________________________________. ONOMATOPEE. ono - ma - to` pee («Grieks) de -woord (vrouwelijk) onomatopeeën klanknabootsend woord BOEM, slurpen, koekoek. Je pense, donc je suis. (Rene Descartes) To be or not to be. (William Shakespear).
E N D
ZIJN __________________________________________ ONOMATOPEE
ono - ma - to` pee («Grieks) de -woord (vrouwelijk) onomatopeeën klanknabootsend woord BOEM, slurpen, koekoek
Je pense, donc je suis. (Rene Descartes) To be or not to be. (William Shakespear) Parmenides van Elea (Grieks: Παρμενίδης ὁ Ἐλεάτης) (Elea, rond540 v.Chr.) was een Griekse filosoof die tot de presocraten wordt gerekend. Hij stelde waarheid en weten tegenover schijn en voorstelling. Het denken van Parmenides is ons slechts fragmentarisch overgeleverd, dankzij latere schrijvers die hem citeerden is hij vooral bekend. Men denkt dat Parmenides een leerling was van Xenophanes. Zijn filosofie behelst in tegenstelling tot die van zijn voorgangers niet zozeer een kosmogonie of een theorie over het ontstaan van de werkelijkheid, maar eenontologie. Eerst was Parmenides een aanhanger van het pythagorisme, maar later kwam hij tot een volkomen eigen inzicht, dat hij in een leerdicht uiteengezet heeft. Het bestond uit twee delen: De weg der waarheid en De weg der mening (gedeeltelijk bewaard). Volgens Parmenides kom je alleen via de rede echt iets te weten. Zo probeert hij, als één van de eerste rationalisten in de westerse filosofie, met een zuiverlogisch-deductieve benadering uitspraken te doen over datgene wat is. De wetten van logica zijn voor hem een "goddelijk" gegeven en kunnen zelf niet meer gefundeerd worden. Het uitgangspunt van Parmenides is dat de rede leert dat je alleen een Zijn kunt denken, niet een niet-Zijn. Tegenover het Zijnde staat niets, dus ook niet het denken. "Denken en Zijn is één en hetzelfde." Als iets gedacht wordt is het onmogelijk te zeggen dat het "niet is". Het Zijn is ruimtelijk; er is dus geen lege ruimte mogelijk, en bijgevolg ook geen beweging, want als een voorwerp zich ergens heen zou bewegen zou daar eerst lege ruimte (een niet-zijn) moeten zijn. Ook worden is uitgesloten: dat wat worden gaat, is tevoren nog niet. Alle verandering is maar schijn. Als men aan iets wat in de toekomst zal bestaan kan denken, dan moet het nu al in de geest bestaan. Als men zich iets uit het verleden kan herinneren, dan moet het in de geest aanwezig zijn op het moment van denken. Het werkelijk zijnde (Grieks: "eon") ontstaat niet, verandert niet, gaat niet verloren, kent geen veelheid of verscheidenheid: het is één en ondeelbaar. Alles heeft kortom altijd bestaan, en niets verandert. Alles wat lijkt op verandering of beweging, vindt plaats binnen een gesloten systeem. Verandering en beweging maken deel uit van de dagelijkse ervaring (een dwaling), maar niet van het correcte denken dat zich richt op het ene, ondeelbare, onveranderlijke en eeuwige. Denken aan iets wat is, impliceert het bestaan van iets wat niet is (als iets groen is, is het niet rood. als iets een mens is, is het geen hond) Maar omdat Parmenides met zijn eerdere redenering heeft aangetoond dat claims van niet bestaan onmogelijk zijn, kunnen we ook geen claims van wel bestaan maken. We kunnen dus geen onderscheid maken tussen de verschillende dingen in de wereld. Het enige wat we kunnen zeggen, stelt Parmenides, is dat alles is en dus moet de ware aard van de werkelijkheid (dat wat is, het zijn) een ondeelbare, homogene, enkele entiteit zijn. Parmenides heeft zich niet beperkt tot deze ontologie. Zo heeft hij bijvoorbeeld ook een theorie over de kosmos ontwikkeld, waarbij hij wellicht de eerste is geweest die heeft gesteld dat de aarde rond is. Dergelijke theorieën staan op gespannen voet met zijn ontologie, omdat zij andere theorieën uitsluiten en daarmee toch een niet-Zijn impliceren. Wellicht heeft Parmenides zijn ontologie niet als de enige weg willen neerzetten, maar vooral willen aangeven hoe problematisch de verhouding is tussen de werkelijkheid en het denken. Parmenides is voor latere tijden belangrijk, niet vanwege de onmogelijkheid van de verandering, maar wel vanwege de idee dat de substantie eeuwig en onveranderlijk is: het ding is datgene wat hetzelfde blijft onder wisselende omstandigheden. Dit zou, om te beginnen met de ideeënleer van Plato, een basisidee worden voor filosofie, psychologie, natuurwetenschap en theologie.