160 likes | 322 Views
Hoofdstuk 11deel 2 handel en marketing. Economische samenwerking in de wereld. Economische blokken. Vrijhandel tussen de samenwerkende landen. EU is het blok van Europa.
E N D
Hoofdstuk 11deel 2 handel en marketing Economische samenwerking in de wereld.
Economische blokken • Vrijhandel tussen de samenwerkende landen. • EU is het blok van Europa. • Overal ter wereld vind je economische blokken, bijvoorbeeld NAFTA (Noord-Amerika samen met Canada en Mexico), Mercusor (Zuid-Amerika), ASEAN (Zuidoost Azië), EVA (Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland.) (blz 137)
Aantal verschillende vormen van economische samenwerking. • Vrijhandelsgebied • Douane-unie • Gemeenschappelijke markt • Economische unie • Economische en monetaire unie. • Volledige economische eenheid. (blz 137)
Vrijhandelsgebied Minst vergaande vorm van samenwerking. Kenmerken: onderling vrij verkeer van goederen, maar verschillende buitentarieven. Noodzaak voor certificaten van oorsprong. (Voorbeeld EVA en Nafta.) (blz 138)
Douane-unie Een stap verder dan de vrijhandelszone. Kenmerken: • Vrij verkeer van goederen en diensten. • Gelijke buitentarieven. (Invoerrechten. De handel wordt daardoor niet verlegd.) De EU en Turkije vormen nu samen een douane-unie. (blz 138)
Bij douane-unie kunnen er andere formaliteiten zijn. • Er kunnen andere eisen zijn aan een product wat betreft kwaliteit en veiligheid. Dit wordt aan de grens gecontroleerd. • Als er verschillende BTW-tarieven zijn, worden deze bij de grens afgerekend, anders krijg je ongelijke concurrentie. • Controles bij de grens en douaneformulieren zijn dus nog steeds nodig. (blz 138)
De gemeenschappelijke markt • Weer 1 stapje verder dan de douane-unie! • Kenmerken: • Vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal. (De productiefactoren arbeid en kapitaal.) Er mag dan ook in de landen van de gemeenschappelijke markt geïnvesteerd worden. • Gelijkebuitentarieven. (blz 139)
De economische unie • Stapje verder is de gemeenschappelijke economische politiek. • Kenmerken zijn dus: • Vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal. (De productiefactoren arbeid en kapitaal.) • Gelijkebuitentarieven. • Harmonisatie economisch beleid. (blz 139)
De betekenis van een economische unie • De nationale overheden dragen daarbij een groot deel van hun bevoegdheden over aan een gezamenlijke instelling (supranationale instellingen). • Voorbeelden Europese Unie, ASEAN. (blz 139)
De economische en monetaire unie • Totale economische integratie. • Supranationale autoriteit boven alle landen. Een federaal gezag als de landen wel soeverein blijven. • Maar ook een gemeenschappelijk geldstelsel. • De monetaire unie kent één munteenheid, één centrale bank, één monetair beleid. (blz 139)
EMU: de Europese Monetaire Unie • Alle landen die de Euro als munteenheid hebben! (blz 140)
Volledige economische eenheid • Landen vormen economisch gezien een volledige eenheid. • Nog geen voorbeeld van……
Effecten van economische blokvorming. • De thuismarkt wordt uitgebreid met alle lidstaten van het economisch blok. • Invoerrechten maken het zakendoen met lidstaten die niet in het economisch blok zitten juist moeilijker.
Meestbegunstigdeclausule van GATT en de economische blokken. • Landen van een economisch blok mogen elkaar wel bevoordelen. De meestbegunstigingsclausule van het GATT geldt niet voor het economisch blok. Zo mogen binnen het blok wel gunstigere voorwaarden voor elkaar gelden. De non-discriminatie afspraken van de GATT werken dan niet. (blz 140)
Voor Nederland belangrijke economische blokken • De Benelux (België, Nederland en Luxemburg). • De EVA (Noorwegen, Zwitserland, Liechtenstein, IJsland). Bilaterale (tussen twee landen) verdragen tussen alle EVA-landen en de Europese Unie. EVA betekent: Europese Vrijhandels Associatie. • De Europese Economische ruimte: Europese Unie samen met EVA, maar dan zonder Zwitserland. • De Europese Unie en de EMU (blz 140-141)
Uitleg Europese Economische Ruimte • De Europese Economische ruimte vereenvoudigt de douaneformaliteiten en de grenscontroles bij EU-landen en EVA-landen.(Blz 141) • Noorwegen en IJsland nemen wel een groot deel van de Europese regelgeving over, maar blijven buiten de Europese Unie. (De Zwitserse burgers hebben tegen toetreding in de EER gestemd.)