1 / 24

Actie-responsen

Actie-responsen. Luisteren = respons naar cliënt die voornamelijk standpunt cliënt verduidelijkt, samenvat of reflecteert. Soms is het gelegitimeerd om binnen HV verder te gaan dan het referentiekader van de cliënt en interventies te doen die perspectief van HV weergeven

olin
Download Presentation

Actie-responsen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Actie-responsen • Luisteren = respons naar cliënt die voornamelijk standpunt cliënt verduidelijkt, samenvat of reflecteert. • Soms is het gelegitimeerd om binnen HV verder te gaan dan het referentiekader van de cliënt en interventies te doen die perspectief van HV weergeven • deze interventies = actie responsen • Actief, eerder dan passief • Vanuit HV, eerder dan vanuit cliënt • directief

  2. Actie-responsen • Luisteren reflecteert over het algemeen hoe cliënt zichzelf begrijpt, terwijl actie respons reflecteert hoe HV de problematiek begrijpt • Doelstelling: cliënten de noodzaak tot actie en veranderen helpen inzien vanuit een meer objectief referentiekader • Actie responsen moet worden voorafgegaan door luisteren • “luister” basis kan receptie actie vergemakkelijken • HV luisteren vaak te weinig (defensie)

  3. Actie-responsen • 4 actie-responsen: • Vragen stellen: open of gesloten vraag • Confrontatie: beschrijving van discrepantie bij cliënt • Interpretatie: mogelijke verklaring van gedrag cliënt of samenhang tussen verschillende gedragingen cliënt • Informatie geven: doorgeven van gegevens of feiten over ervaringen, mensen, gebeurtenissen, alternatieven

  4. Actie-responsen • Voorbeeld: cliënt is 35-jarige weduwe, moeder van 2 jonge kinderen: “mijn hele leven stortte in elkaar toen mijn man stierf. Ik blijf heel onzeker over of ik het alleen met mijn kinderen wel ga aankunnen. Mijn man nam altijd alle beslissingen. Ik kan al lang niet meer slapen, ik drink te veel, ik kan niet meer helder denken en ik ben 10 kg bijgekomen. Wie zou mij nu werk geven zoals ik ben?

  5. Actie-responsen • Vraag stellen: hoe denk je dat je je situatie zou kunnen onder handen nemen? • Confrontatie: je lijkt twee dingen te zeggen: dat je niet zeker bent van je kwaliteiten om te werken en je gezin te onderhouden, maar ook dat je door je drinkgedrag en je gebrek aan verzorging het iemand anders moeilijk maakt om jou als een mogelijke werknemer te zien

  6. Actie-responsen • Interpretatie: het is mogelijk dat je drink- en slaapgedrag manieren zijn om de verantwoordelijkheid te vermijden om zelf en alleen beslissingen te nemen • Informatie geven: misschien ben je nog niet uit je rouwperiode. Het kan misschien helpen om eventjes op de rouw in te gaan en te kijken in welk stadium van het rouwproces je momenteel bent, met name...

  7. Vragen stellen • Effectiviteit hangt af van type en frequentie • Gevaar voor “kruisverhoor”, vooral tijdens stiltes of vastzitten • Enkel vragen stellen als er reden voor is • Meest effectief zijn open vragen (wat, hoe, waar, wie, ...) --> belangrijke info cliënt • Wat --> feiten en informatie • Hoe --> sequensen en proces, emoties • Waarom --> redenen, rationaliseren • Waar/wanneer --> tijd/plaats • Wie --> personen

  8. Vragen stellen • Gesloten vragen beginnen vaak met “is”, “kan”, “doe”, “was”… en kunnen vaak worden beantwoord met ja of neen. • Voorbeelden: is er geschiedenis van depressie in je familie? Van de problemen die we bespraken, wat ergert je het meest? Plan je een vakantie deze zomer?

  9. Vragen stellen: doelstelling • Open vragen: • Een gesprek beginnen • Cliënt aanmoedigen meer te vertellen • Specifieke voorbeelden rond gedrag, emoties, cognities van cliënt bekomen • Cliënt motiveren verder te praten • Gesloten vragen: • Onderwerp of gesprek vernauwen/focussen • Specifieke informatie bekomen • Parameters van probleem identificeren • Praatvaardige cliënt onderbreken

  10. Vragen stellen: richtlijnen • Vragen stellen rond bezorgdheden cliënt • Voeg pauze in na vraag • Eén vraag tegelijk vragen • Vermijd ver- of beoordelende vragen (wat in plaats van waarom) • In sommige niet Westerse culturen is vragen stellen intrusief en offensief

  11. Vragen stellen: stappen • Vraag je af wat doelstelling is van de vraag, en of ze therapeutisch bruikbaar is (luister eerst, vraag moet rond bezorgdheid cliënt draaien) • Beslis of een open vraag verantwoord is(exploratie) of een gesloten vraag (focussen, vernauwen) • Selecteer een gepast beginwoord • Ga effectiviteit van vraag na

  12. Confrontatie • HV beschrijft discrepanties, conflicten, gemengde boodschappen die duidelijk worden vanuit gevoelens, gedachten, gedrag cliënt • Discrepantie kan te maken hebben met: • Verschil verbaal en non-verbaal gedrag • Verschil verbaal gedrag en actie (HV is belangrijk en sessie afbellen, ik ga x doen en doet het niet) • Verschil tweeverbale boodschappen (ik hou echt van mijn zoon hoewel hij nagel aan mijn doodskist is) • Verschil tweenon-verbale boodschappen (lachen en huilen) • Verschil twee personen (koppel, ouder-kind, HV-cliënt) • Verschil verbale boodschap en context of situatie (koppel heeft serieuze conflicten en wil kind)

  13. Confrontatie: doelstelling • Incongruente of gemengde boodschappen cliënt identificeren • Andere percepties op “zelf” cliënt of situaties exploreren • Focussen op de aandacht van de cliënt op aspecten van zijn of haar gedrag die, indien ze zouden veranderen, naar een beter functioneren kunnen leiden

  14. Confrontatie: basisregels • Moet cliënt uitnodigen om consequenties gedrag na te gaan, niet defensief reageren • Motivatie voor confrontatie mag niet aanval of ventilatie frustratie zijn, wel cliënt vooruit helpen • Focus op inconsistentie probleem, niet persoon • Let op non-verbaal gedrag (taal, toon, houding,…) mag niet be(ver)oordelend zijn • Wees concreet/geef specifiek voorbeeld, niet vaag (niet je wil dat mensen je graag hebben, maar je stoot ze af) • Enkel als er voldoende vertrouwen is in HV relatie

  15. Confrontatie: basisregels • Tijd is heel belangrijk bij confrontatie: • Confrontatie op moment dat cliënt er iets mee kan aanvangen • Tijd genoeg na confrontatie geven voor reactie en discussie • Niet te vaak confrontatie na elkaar • Confrontatie werkt vooral op begrip en bewustzijn, heeft beperkingen

  16. Confrontatie: reacties cliënten • Confrontatie aanwenden om bewustzijn te vergroten • HV diskwalificeren (hoe weet jij dat, je hebt zelf geen kinderen.. • HV overtuigen dat zijn/haar visie fout is • Belang van onderwerp devalueren • Ergens anders steun zoeken (ik vertelde mijn vrienden…) • Akkoord gaan, maar geen gevolg geven • Onzekerheid tonen

  17. Confrontatie: stappen • Zoek naar discrepanties of gemengde boodschappen • Probeer verschillende elementen in de discrepantie samen te vatten (gebruik en in plaats van maar) • Om confrontatie beter te laten aankomen, gebruik woorden van cliënt • Ga effectiviteit confrontatie na

  18. Interpretatie • Nieuwe kijk op moeilijkheden en andere verklaringen • Statement dat associaties legt tussen verschillende gedragingen cliënt (eventueel causale verbanden) of mogelijke verklaring • Interpretatie vanuit theoretisch kader

  19. Interpretatie: doelstelling • De relatie identificeren tussen impliciete boodschappen van de cliënt en gedrag (soort doorgedreven vorm empathie) • Gedrag van cliënt op een alternatieve manier of met een andere verklaring bekijken • Het begrip van cliënt rond eigen problematiek verhogen als basis voor verandering of actie

  20. Interpretatie: reactie cliënten • Van expressie groter begrip rond zelf en emotionele opluchting tot stilte • Bij hostiliteit, beter om onderwerp te laten rusten en er eventueel later op terug te komen • Gebruik van metaforen vaak heel bruikbaar

  21. Interpretatie: basisregels • Tijd is heel belangrijk: • Meestal niet in eerste contacten, enkel als cliënt er klaar voor is (alsof cliënt interpretatie zelf zou kunnen maken) • Tijdstip in de sessie: best begin of midden, zodat er tijd genoeg is voor bespreking • Check of interpretatie gebaseerd is op wat cliënt echt zegt en niet op bias HV • Taal is belangrijk: best ik-boodschappen en met gebruik van “het is mogelijk” of “wellicht”...

  22. Interpretatie: stappen • Detecteer impliciet deel in boodschap cliënt • Hoe past deze boodschap binnen een theoretische oriëntatie • Wat zijn positieve aspecten van het probleem waar de cliënt controle over heeft • Gebruik woorden die matchen met de woorden van de cliënt • Ga effectiviteit interpretatie na

  23. Informatie geven • Kan gaan over juridisch advies, bijdragen, steun, diagnose, hulpgroepen, … • Doelstellingen: • Alternatieven identificeren • Alternatieven evalueren • Mythes doorprikken • Cliënten motiveren om dingen die ze vermijden te exploreren • Verschilt van advies geven!!

  24. Informatie geven: basisregels • Wanneer? • Ga na welke info cliënt reeds heeft • Ga na of deze info valide, waar, voldoende,.. is • Wacht op cues van cliënt • Wat? • Ga na welke info nuttig is voor cliënt • Baseer je op betrouwbare en valide bronnen • Structureer informatie • Hoe? • Vermijd vakjargon • Geef volledige info (ook negatieve dingen) • Doseer: geef niet teveel informatie • Vraag naar gevoelens/bias cliënt t.a.v. info • Gebruik pen en papier

More Related