260 likes | 443 Views
Markus 12:13-17. Markus 12:13-17. Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is. Wie heeft U de bevoegdheid gegeven?. Mattheus 23:27.
E N D
Markus 12:13-17 Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.
Mattheus 23:27 ….huichelaars, want u bent als de witgepleisterde graven, die van buiten wel mooi lijken, maar van binnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid.
Mattheus 15:8 Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij.
lippendienst het belijden, erkennen, aanvaarden van iets met woorden, terwijl men in feite het bedoelde verwerpt Van Dale
Markus 12:14 Meester, wij weten dat U waarachtig bent en Zich door niemand laat beïnvloeden; want U ziet de persoon van de mensen niet aan, maar U onderwijst de weg van God in waarheid.
lippendienst het belijden, erkennen, aanvaarden van iets met woorden, terwijl men in feite het bedoelde verwerpt Van Dale
Wat valt op in dit verhaal? • Herodianen en de Farizeeën
Wat valt op in dit verhaal? • Herodianen en de Farizeeën • Ze noemen Hem ‘meester’ (leraar)
Wat valt op in dit verhaal? • Herodianen en de Farizeeën • Ze noemen Hem ‘meester’ (leraar) • Hij heeft geen geld
2 Korinthiers 8:9 Gij kent immers de genade van onze Here Jezus [Christus], dat Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden.
Wat valt op in dit verhaal? • Herodianen en de Farizeeën • Ze noemen Hem ‘meester’ (leraar) • Hij heeft geen geld • Inscriptie op de muntstuk
Inscriptie op muntstuk:voorkant: Keizer Tiberius, goddelijke Augustus, zoon van Augustusachterkant: PontifexMaximus, HogePriester van de RomeinseRijk
Wat valt op in dit verhaal? • Herodianen en de Farizeeën • Ze noemen Hem ‘meester’ (leraar) • Hij heeft geen geld • Inscriptie op de muntstuk • Hij geeft geen antwoord op hun vraag
Hebreeën 4:13 En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.
Psalm 139:2 & 3 HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd.
Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.
2 Korinthiers 5:14 Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem