700 likes | 1.1k Views
Oesophaguscarcinoom. Resectie en buismaagreconstructie. Richard Groenendijk, chirurg Onderwijs Schakels in de zorg Isala Theater 28 Maart 2013. Epidemiologie oesophaguscarcinoom. Incidentie NL: 10 per 100.000 mannen en 3,3 per 100.000 vrouwen Aanzienlijke toename incidentie:
E N D
Oesophaguscarcinoom.Resectie en buismaagreconstructie Richard Groenendijk, chirurg Onderwijs Schakels in de zorg Isala Theater 28 Maart 2013
Epidemiologie oesophaguscarcinoom • Incidentie NL: 10 per 100.000 mannen en 3,3 per 100.000 vrouwen Aanzienlijke toename incidentie: • 1989: 684 nieuwe patiënten 2009: 1900 nieuwe patiënten • Meestal ouder: comorbiditeit! • Relatieve toename incidentie adenocarcinoom, vooral bij mannen • 1940: 90% plaveiselcelcarcinoom vs. 10% adenocarcinoom • Nu: 60% plaveiselcelcarcinoom vs. 40% adenocarcinoom • Rel 5-jrs overleving 8 %(88-92) naar 15% 2003-2007 • Hoge mortaliteit • Volumediscussie • NB: heeft bij de man het maagcarcinoom uit de top 10 verdrongen
Etiologie Belangrijkste risicofactoren: Plaveiselcelcarcinoom: roken en alcoholgebruik Adenocarcinoom: Barrett-oesophagus (RR 30-125)
Barrett • 30-125x verhoogd risico op Ca. • (doch 0,5 %/ jr) • 3:1 man:vrouw • Nederland 140.000 mensen Barrett • Schemata periodiek onderzoek • EMR; PA. • RF-ablatie (zonder PA)
Symptomen • Alarmsymptomen: • Dysfagie • Gewichtsverlies • Ernstig braken • Hematemesis • Anemie met reflux/dyspeptische klachten • nadere diagnostiek refluxklachten patiënten >45-55 jaar • Helaas treden symptomen pas laat op. • Klieren in de hals is ook een (te) laat symptoom.
Diagnostiek • Is patient “curabel” • Screenen op metastasen • Is patient operabel - Co-morbiditeit • Is de tumor resectabel • Doorgroei in omgeving • Kliermetastasen lokaal/regionaal
Diagnostiek (vet=standaard) • Endoscopie met biopten diagnose oesophaguscarcinoom: • Lokaliseren bulk tov z-line; afstand UES en Z-line; barrett-slijmvlies? • EUS T- en N-stadium, evt FNA • CT-hals/thorax/abdomen of CT-thorax/abdomen + externe echografie hals M-stadium 4. Brochoscopie, evt biopten. • PET-scan/PET-CT (op indicatie) • Selectieve angiografie van de vascularisatie van de maag (bij cardiovasculair gecompromiteerde patienten)
Stadiëring (1) • Per 1 januari 2010 middels TNM 7 classificatie • Primaire tumor: • Tx: primaire tumor niet vast te stellen • T0: geen bewijs voor primaire tumor • Tis: hoog-gradige dysplasie • T1: invasie lamina propria, muscularis mucosae of submucosa • T1a: invasie lamina propria en/of muscularis mucosae • T1b: invasie submucosa • T2: invasie muscularis propria • T3: invasie adventitia • T4: invasie aangrenzende structuren • T4a: invasie pleura, pericard, diafragma resectabel • T4b: invasie aorta, wervels, trachea irresectabel
Stadiëring (2) • Regionale lymfklieren: • Nx: regionale lymfklieren kunnen niet worden vastgesteld • N0: geen regionale lymfklier metastasen • N1: 1-2 regionale lymfklier metastasen • N2: 3-6 regionale lymfklier metastasen • N3: ≥7 regionale lymfklier metastasen • Metastasen op afstand: • M0: geen metastasen op afstand • M1: metastasen op afstand
Peri-operatieve maatregelen • Dietetiek • 10% gewichtsafname: meer complicaties • 40% vertoont (ernstig) gewichtsverlies • Logopedie • Hulp bij slikproblemen postoperatief • POPA • Consultering oa cardiologie • Hb/ lab afwijkingen
Therapie (1) • Neoadjuvante chemo(radio)therapie • Significant betere overleving chemotherapie m.n. bij adenocarcinoom (Magic studie) • Chemoradiatietherapie mn plaveiselcelcarcinoom (CROSS) • Downstaging T4 tumoren m.n. bij plaveiselcelcarcinoom • Palliatieve behandeling T4 tumoren
Chemotherapie, cardia(Magic) • 3 kuren Epirubicine, Cisplatinum en Capecitabine of Oxaliplatin, Capecitabine • Herevaluatie • OCR • Na herstel 3 kuren Cisplatinum en Taxol • Ruim 40% komt daar niet aan toe.
Chemoradiatie(Cross) • Wekelijks (6 x) Carboplatin en Paclitaxel • Radiotherapie 23 fracties van 1,8Gy • Na kuren herevaluatie • Na 4-6 weken wachttijd OCR • Postoperatief geen andere kuren. • Meer naadstenosen?
Therapie (2) • Endoscopische en chirurgische therapie • Tis- en T1 –tumoren • Endoscopische mucosaresectie • Vagussparende oesophagusresectie • Ablatie therapie • argon plasma coagulatie, multipolar electrocautery, laser therapy, cryotherapy, radiofrequency ablation, photodynamic therapy • Overige resectabele tumorstadia • Transthoracale resectie met intrathoracale anastomose • Transthoracale resectie met cervicale anastomose • Transhiatale resectie • met radicale ‘en bloc’ resectie, tweeveldslymfeklierdissectie of drieveldslymfeklierdissectie
Pre-operatief • Antibiotica: kefzol, flagyl (vaak stasis) • Infuus rechts, hals links vrij houden • Omnitract links, schouderniveau • Evt ontharen pas op operatiekamer • Bij thoracale fase dubbellumen tube en “schroefhouding” naar links.
Abdominale fase 1 • Levermetastasen? • Resectabel? • Klieren?
End to Side • 3 landenpunt • Restant “tuutje” • Retentie vocht/voedsel
Stenosen ? Woltman et al,2010 ETS vs ETE (va 2006)
Hogere oesophaguscarcinomen • Ivor-Lewis (1895-1982) • Openen thorax over rechts • A vue vrijprepareren van de oesophagus • Meestal doornemen v.Azygos • Lymfeklierdissectie, en block • Anastomose hals
Postoperatief • Halswond , handschoendrain • 2 Thoraxdrains • Medistinumdrain • Jejunumfistel • Blaascatheter (SPC)
Nazorg, IC • Saturatie, RR Mean • Voeding vanaf dag 1 enteraal, slokje water mag per os. • Maaghevel in situ, NIET opnieuw inbrengen bij “uitval” • Halswond open houden • Thoraxdrains 15 cm water zuigen, meestal dag 2 waterslot • Fysiotherapie
Nazorg, afdeling • Continueren voeding, fysiotherapie • Dietetiek, logopedie • Slokje water per os • Cave verslikken. • Bed hoofdzijde hoger • Mobiliseren
Therapie (3) • Minimaal invasieve chirurgie • Minimaal invasieve transthoracale resectie • Thoracoscopie en laparoscopie in linkerzijligging met cervicale anastomose • Thoracoscopie in buikligging en laparoscopie in rugligging met cervicale anastomose • Minimaal invasieve transhiatale resectie • Laparoscopische transhiatale benadering
Therapie (4) • Palliatieve behandeling • Redelijk tot goede conditie • Chemotherapie • Radiotherapie • Slechte conditie • Stent • Brachytherapie
Oesophagus-cardia resectie,Naadlekkage • Bloeddruk / Circulatie! • Hb-gehalte! • Saturatie!
Complicaties • Hoog thoracale anastomose: • Naadlekkage • mediastinitis • pleura-empyeem