1 / 41

De basis

DEEL 1 LES 1. De basis. Les 1 Enkele begrippen. versie 08-08-2014. KENNISMAKEN. DEEL 1 LES 1. Voorstellen docent [naam] [e-mailadres] [telefoonnummer] én cursisten naam kaartervaring?. KENNISMAKEN. DEEL 1 LES 1. Huishoudelijke mededelingen Geen angst voor fouten

prisca
Download Presentation

De basis

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. DEEL 1 LES 1 De basis Les 1 Enkele begrippen versie 08-08-2014

  2. KENNISMAKEN DEEL 1 LES 1 • Voorstellen docent • [naam] • [e-mailadres] • [telefoonnummer] • én cursisten • naam • kaartervaring?

  3. KENNISMAKEN DEEL 1 LES 1 • Huishoudelijke mededelingen • Geen angst voor fouten • Thuis bridgen  oefenspellen (site!!) www.beginmetbridge.nl • IEDEREEN KAN LEREN BRIDGEN SUCCES

  4. CURSUSINDELING DEEL 1 LES 1 EERST ERVARING MET SPELEN  DAARNA BIEDEN • Lessen 1 t/m 6: spelen (zonder en met troef) • Lessen 7 t/m 11: bieden (en ook spelen) • Les 12: bridgedrive

  5. JAARPROGRAMMA DEEL 1 LES 1

  6. IEDERE LES DEEL 1 LES 1 • Terugblik vorige les • Behandelen toetsen • Theorie • Verwerking • oefeningen • tafelpuzzels • Praktijk (oefenspellen)

  7. DEZE LES Begin met Bridge – deel 1 Hoofdstuk 1 DEEL 1 LES 1 • Oefenen in slagen maken • Oefenen in samenspelen • Oefenen met dummy • Honneurpunten en oefenregel  thuis • ‘Test je kennis’ en de website

  8. Enkele begrippen DEEL 1 LES 1 Hoofdstuk 1  x

  9. DEEL 1 LES 1 VIJF speelsoorten: ♣♦♥♠ SA En VIER kleuren: ♣♦♥♠

  10. DEEL 1 LES 1 KAARTEN A = Aas A = Ace A = As A = Ass H = Heer K = King R = Roy K = König V = Vrouw Q = Queen D = Dame D = Dame B = Boer J = Jack V = Valet B = Bube RANGORDE VAN DE KAARTEN A H V B 10 9 8 7 6 5 4 3 2

  11. BEKENNEN MOET • west komt uit met ♠2 • afspraak: uitkomst wordt onderstreept • ♠ moet worden bekend • de hoogste ♠ wint de slag DEEL 1 LES 1 ♠5 N W O Z ♠2 ♠B ♠H ♠H wint de slag!

  12. BEKENNEN MOET • uitkomst is ♥2 • ♥ moet worden bekend • de hoogste ♥ wint de slag DEEL 1 LES 1 ♥5 N W O Z ♥2 ♥B ♥B wint de slag! ♠H

  13. TAFELPUZZEL DEEL 1 LES 1 Zoek de juiste slagen bij de gegeven vraag. welke slagen zijn voor Noord? KAARTJES TAFELBLADEN 1.81 + 1.82

  14. WINNAAR VAN DE SLAG KOMT UIT DEEL 1 LES 1 slag 1 ♠5 N W O Z ♠2 ♠V ♠H ♠H (hoogste) wint de 1e slag zuid is aan slag slag 2 N W O Z ♠ H 4 3 ♥ A H 6 2 ♦ 4 3 2 ♣ V 3 2 zuid wint slag 1 en komt nu met een kaart uit

  15. OEFENING 1 SLAGEN MAKEN DEEL 1 LES 1 deel een spel: ieder 13 kaarten speler links van de deler komt uit doel: zoveel mogelijk slagen maken hierna nog enkele spellen spelen

  16. Gewonnen slagen staand Verloren slagen liggend DEEL 1 LES 1 ‘Verslagen’  ‘op de grond’ 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 slagen gewonnen 6 slagen verloren

  17. OEFENING 2 SAMEN SPELEN DEEL 1 LES 1 deel een spel: ieder 13 kaarten speler links van de deler komt uit doel: zoveel mogelijk slagen maken samenwerken = spelen in paren slagen op de juiste manier neerleggen hierna nog enkele spellen spelen

  18. VIER SPELERS : W – N – O – Z DEEL 1 LES 1 DUMMY N W O Z UITKOMEN LEIDER In dit voorbeeld: Zuid is de leider en speelt het spel Noord is de dummy West komt uit OW zijn de tegenspelers

  19. OEFENING 3 N W O Z DEEL 1 LES 1 Z = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? W = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? N = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? O = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? Z KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? N KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY?

  20. OEFENING 3 N W O Z DEEL 1 LES 1 Z = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? NOORD WEST W = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? N = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? O = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? Z KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? N KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY?

  21. OEFENING 3 N W O Z DEEL 1 LES 1 Z = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? NOORD WEST W = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? OOST NOORD N = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? O = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? Z KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? N KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY?

  22. OEFENING 3 N W O Z DEEL 1 LES 1 Z = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? NOORD WEST W = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? OOST NOORD N = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? ZUID WEST O = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? Z KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? N KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY?

  23. OEFENING 3 N W O Z DEEL 1 LES 1 Z = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? NOORD WEST W = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? OOST NOORD N = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? ZUID WEST O = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? WEST NOORD Z KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? N KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY?

  24. OEFENING 3 N W O Z DEEL 1 LES 1 Z = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? NOORD WEST W = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? OOST NOORD N = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? ZUID WEST O = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? WEST NOORD Z KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? OOST WEST N KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY?

  25. OEFENING 3 N W O Z DEEL 1 LES 1 Z = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? NOORD WEST W = LEIDER  Wie is de DUMMY ? Wie komt uit? OOST NOORD N = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? ZUID WEST O = DUMMY  Wie is de LEIDER ? Wie komt uit? WEST NOORD Z KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? OOST WEST N KOMT UIT  Wie is de LEIDER en wie de DUMMY? WEST OOST

  26. OEFENING 4 SPELEN MET DUMMY DEEL 1 LES 1 OEFENSPELLEN 1 t/m 4 speel de oefenspellen speler links van de leider komt uit doel: zoveel mogelijk slagen maken

  27. HONNEURPUNTEN DEEL 1 LES 1 A = 4 H = 3 V = 2 B = 1 PUNTEN 5 4 2 4 TOTAAL = 15 ♠ A B 8 7 3 ♥ A 9 2 ♦ V 5 ♣ H B 6

  28. DEEL 1 LES 1 OEFENINGEN PUNTEN TELLEN TAFELBLAD B-1.71 UITWERKING

  29. OEFENING PUNTEN TELLEN DEEL 1 LES 1 PUNTEN ? ? ? ? TOTAAL = ?? ♠ A 8 6 4 ♥ V 7 3 ♦ B 9 2 ♣ A 7 5 TAFELBLAD B-1.71

  30. OEFENING PUNTEN TELLEN DEEL 1 LES 1 PUNTEN 4 2 1 4 TOTAAL = 11 PUNTEN ? ? ? ? TOTAAL = ?? ♠ A 8 6 4 ♥ V 7 3 ♦ B 9 2 ♣ A 7 5 ♠ A V 8 7 ♥ B 9 2 ♦ H 6 ♣ 9 5 4 3 TAFELBLAD B-1.71

  31. OEFENING PUNTEN TELLEN DEEL 1 LES 1 PUNTEN 4 2 1 4 TOTAAL = 11 PUNTEN 6 1 3 0 TOTAAL = 10 ♠ A 8 6 4 ♥ V 7 3 ♦ B 9 2 ♣ A 7 5 ♠ A V 8 7 ♥ B 9 2 ♦ H 6 ♣ 9 5 4 3 TAFELBLAD B-1.71

  32. OEFENING PUNTEN TELLEN DEEL 1 LES 1 PUNTEN ? ? ? ? TOTAAL = ?? ♠ H V 2 ♥ A 6 3 ♦ V B 9 5 3 ♣ H 5 TAFELBLAD B-1.71

  33. OEFENING PUNTEN TELLEN DEEL 1 LES 1 PUNTEN 5 4 3 3 TOTAAL = 15 PUNTEN ? ? ? ? TOTAAL = ?? ♠ H V 2 ♥ A 6 3 ♦ V B 9 5 3 ♣ H 5 ♠ H B 7 ♥ A H 3 ♦ 8 6 5 ♣ A B 4 2 TAFELBLAD B-1.71

  34. OEFENING PUNTEN TELLEN DEEL 1 LES 1 PUNTEN 5 4 3 3 TOTAAL = 15 PUNTEN 4 7 0 5 TOTAAL = 16 PUNTEN ? ? ? ? TOTAAL = ?? ♠ H V 2 ♥ A 6 3 ♦ V B 9 5 3 ♣ H 5 ♠ H B 7 ♥ A H 3 ♦ 8 6 5 ♣ A B 4 2 ♠ A B 2 ♥ H ♦ 8 6 5 4 3 ♣ A H V B TAFELBLAD B-1.71

  35. OEFENING PUNTEN TELLEN DEEL 1 LES 1 PUNTEN 5 4 3 3 TOTAAL = 15 PUNTEN 4 7 0 5 TOTAAL = 16 PUNTEN 5 3 0 10 TOTAAL = 18 ♠ H V 2 ♥ A 6 3 ♦ V B 9 5 3 ♣ H 5 ♠ H B 7 ♥ A H 3 ♦ 8 6 5 ♣ A B 4 2 ♠ A B 2 ♥ H ♦ 8 6 5 4 3 ♣ A H V B TAFELBLAD B-1.71

  36. SLAGEN MAKEN DEEL 1 LES 1 • Kaarten één voor één delen • Punten tellen en noemen • Punten N+Z = ?? / O+W = ?? • Welk paar speelt? • Paar met de meeste punten • Wie van DAT paar is de LEIDER?  Speler met meeste punten CURSUSBOEK = BLZ 14 – STAP 1

  37. DEEL 1 LES 1 OEFENING BEPAAL DE LEIDER TAFELBLAD B-1.72 UITWERKING

  38. BEPALEN VAN DE LEIDER DEEL 1 LES 1 ♠ A H 4 3 ♥ 98 7 6 ♦ H B 2 ♣ 3 2 punten NZ + OW = 40 ♠ 10 9 8 ♥ H V B 10 ♦ A 6 5 ♣ 9 8 7 ♠ 7 6 5 ♥ 3 2 ♦ 10 9 8 7 ♣ H V B 10 N ZNZ 11 + 13 = 24 O W OW 6 + 10 = 16 N W O Z ♠ V B 2 ♥ A 5 4 ♦ V 4 3 ♣ A 6 5 4 NZ meeste punten Z meeste punten van NZ TAFELBLAD B-1.72

  39. BEPALEN VAN DE LEIDER DEEL 1 LES 1 ♠ A H 4 3 ♥ 98 7 6 ♦ H B 2 ♣ 3 2 N is dummy Z is leider W komt uit ♠ 10 9 8 ♥ H V B 10 ♦ A 6 5 ♣ 9 8 7 ♠ 7 6 5 ♥ 3 2 ♦ 10 9 8 7 ♣ H V B 10 N W O Z ♠ V B 2 ♥ A 5 4 ♦ V 4 3 ♣ A 6 5 4 W komt uit met ♥H Z kan 8 slagen maken TAFELBLAD B-1.72

  40. THUIS OEFENEN DEEL 1 LES 1 • Oefenspellen downloaden van www.beginmetbridge.nl  cursisten  oefenspellen  deel1 – hoofdstuk 1 OF cursusboek, blz 15, stap 1 • Individueel oefenen - Toets bij les 1 - ‘Test je kennis’ van hoofdstuk 1

  41. OEFENSPELLEN DEEL 1 LES 1 • Niet schudden • Punten tellen • Punten N+Z = ?? / O+W = ?? • Welk paar speelt? • Paar met de meeste punten • Wie van DAT paar is de LEIDER?  Speler met meeste punten CURSUSBOEK = BLZ 14 – STAP 1 OEFENSPELLEN 10101D – 10108D

More Related