200 likes | 427 Views
Bestuursrecht. Klas MED1. LES 2 2012-2013. Planning. Les 1 Introduktie, uitleg ALO (o.a. instructie, voorbeelden, presentatie); Les 2 Bestuursrecht (hoofdstukken 1 + 2 + 3) + inleveren Plan van Aanpak ALO Les 3 Bestuursrecht (hoofdstukken 4 + 5) + ALO-opdrachten 3 en 4
E N D
Bestuursrecht Klas MED1 LES 2 2012-2013
Planning • Les 1 Introduktie, uitleg ALO (o.a. instructie, voorbeelden, presentatie); • Les 2 Bestuursrecht (hoofdstukken 1 + 2 + 3) + inleveren Plan van Aanpak ALO • Les 3 Bestuursrecht (hoofdstukken 4 + 5) + ALO-opdrachten 3 en 4 • Les 4 Bestuursrecht (hoofdstukken 6 en 7) + ALO-opdrachten 5 en 6 • Les 5 Bestuursrecht (hoofdstuk 8) + ALO-opdracht 7 • concept-eindversie ALO (?)
Functies staat • Machtsfunctie Alleen overheid is gelegitimeerd om geweld te gebruiken • Juridische functie • Soevereiniteit Staat is rechtsgemeenschap, waarin de overheid de burgers kan binden Op basis soevereiniteit kan overheid zelf bepalen hoever de binding van de burgers gaat • Relatie met Europese Gemeenschap (EG) Binnen EG heeft Nederlandse Staat een deel van de soevereiniteit overgedragen aan organen EG
Beginselen rechtsstaat • Machtenscheiding • Legaliteit • Democratie • Onafhankelijke rechter • Grondrechten
Trias politica • Uitvoerende macht • Wetgevende macht • Rechtsprekende macht Trias politica is belangrijke bouwsteen Nederlands constitutioneel recht
Afwijkingen trias politica • Staten generaal slechts mede-wetgever • Ook regering speelt belangrijke rol bij wetgeving in formele zin • Regering belangrijke wetgever in materiële zin • Vaststelling begroting door wetgevende macht (begroting wordt beschouwd als wet in formele zin)
Rechtsstaatsidee • Legaliteitsbeginsel • Overheidshandelen moet te herleiden zijn tot een wet in formele zin • Onafhankelijke rechtspraak • Ieder overheidshandelen onderworpen aan toetsing onafhankelijke rechter (uitzondering: wet in formele zin) • Klassieke grondrechten • Waarborgen eigen vrijheid burger tegenover overheid; voorkomen totalitaire staat
GEDRAGINGEN OVERHEID = BESLUIT VOLGENS AWB; MITS SCHRIFTELIJK
“STUFENBAU” HIERARCHIE VAN REGELINGEN • Tractaat • Grondwet • Wet in formele zin • Amvb • Ministeriele regeling • Provinciale verordening • Gemeentelijke verordening
Wetten Wetten in formele zin Wetten in materiële zin Er zijn een beperkt aantal wetten in formele zin die niet tevens wet in materiële zin zijn: begrotingswet, naturalisatie, goedkeuring huwelijk troonopvolger Meeste wetten in formele zin zijn ook wet in materiële zin Wetten in materiële zin, die niet tevens wet in formele zin zijn, zijn de lagere regelingen uit de Stufenbau, zoals AMvB, Ministeriele regeling, Provinciale Verordening, Gemeenteverordening
Doelstellingen Awb • Verbeteren toegankelijkheid • Codificatie • Aantal algemene beginselen behoorlijk bestuur • Systematiseren en vereenvoudigen • Meer eenheid in bestuursrecht • Harmoniseren beroepstermijnen • Treffen algemene voorzieningen • Doorzendplicht foutief geadresseerde geschriften • Uitgangspunt wetgever is wederkerige rechtsbetrekking burger en overheid
Opzet Awb • Aanbouwwetgeving • Opbouw in tranches • 1e tranche: algemene begrippen en handelen bestuur • 2e tranche: bestuursprocesrecht • 3e tranche: enige leerstukken materieel bestuursrecht, zoals subsidies, beleidsregels, handhaving, mandaat, delegatie en toezicht) • Extra: interne klachtenbehandeling • Vierde tranche: bestuurlijke boete, attributie en openbaarheid van bestuur • Flankerende wetgeving (bv herziening rechterlijke organisatie)
INDELING BESTUURSRECHT MILIEURECHT BOUWRECHT ONDERWIJSRECHT ETC BIJZONDER BESTUURSRECHT MATERIEEL RECHT FORMEEL RECHT ALGEMEEN BESTUURSRECHT
Decentralisatie • Staatssoevereiniteit bij centraal gezag, daarnaast ook andere eenheden met eigen bevoegdheid • Gedecentraliseerde eenheidsstaat • Territoriale decentralisatie: gemeenten en provincies • Functionele decentralisatie: pbo • Mengvorm: waterschappen • Grondwet staat instelling andere openbare lichamen toe • Bestuursbevoegd lagere overheden op basis van autonomie (eigen huishouding) en medebewind (medewerking aan hogere regelingen) • Naast decentralisatie ook deconcentratie
Bestuursorganen Op grond van definitie in art. 1:1 Awb twee soorten bestuursorganen: • A. Organen van rechtspersonen ingesteld krachtens publiekrecht (organen van openbare lichamen) • Krachtens art.2:1, lid 1 BW: • Staat, provincies, gemeenten, waterschappen • En andere openbare lichamen met verordenende bevoegdheden, zoals pbo • Krachtens art. 2:1, lid 2 BW • Andere openbare lichamen waaraan bij wet rechtspersoonlijkheid is verleend • B. Andere personen of colleges met enig openbaar gezag bekleed
Bestuursorganen van openbare lichamen A-ORGANEN BESTUURS- ORGANEN OPENBAAR LICHAAM ALLE HANDELINGEN VAN A-ORGANEN VALLEN ONDER AWB (BESLUITEN, PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSHANDELINGEN EN FEITELIJKE HANDELINGEN)
Andere personen of colleges (b-organen) • Bestuur wordt soms opgedragen aan organen “die op afstand” van de overheid staan: • Zelfstandige bestuursorganen (bv commissariaat voor de media) • Privaatrechtelijke rechtspersonen (Stichting CBR, Apk-station) • Criterium is: met enig openbaar gezag bekleed • B-organen zijn alleen maar bestuursorgaan voor zover zij openbaar gezag uitoefenen • Van besluiten B-organen staat beroep op bestuursrechter open
Zbo’s • Vorm van functionele decentralisatie • Beschikken over bestuurlijke bevoegdheden en functioneren wordt overwegend beheerst door het publiekrecht • Vallen buiten ministeriele verantwoordelijkheid • Voordelen • Scheiding beleid en uitvoering • Geeft verantwoordelijkheid minister duidelijker aan • Voorkomt machtsconcentratie • Mogelijkheid inzetten specifieke deskundigheid • Mogelijkheid inzetten belanghebbenden bij beleidsuitvoering • Nadelen • Vermindering overzichtelijkheid bestuur • Wegvallen politieke controle (via minister)
NORMSTELLING BESTUURSRECHT BESTUURSBEVOEGDHEID LAGERE OVERHEDEN OP BASIS VAN AUTONOMIE (EIGEN HUISHOUDING) EN MEDEBEWIND (MEDEWERKING AAN HOGERE REGELINGEN) ALS EEN LAGERE REGELING IN STRIJD IS MET EEN HOGERE REGELING, VERKLAART DE RECHTER DE LAGERE REGELING ONVERBINDEND. DIT IS OOK HET GEVAL ALS DE LAGERE REGELING WORDT OVERRULED DOOR EEN LATER VASTGESTELDE HOGERE REGELING (BV EEN VERORDENING VAN DE GEMEENTE DOOR EEN VERORDENING VAN DE PROVINCIE) WIE STELT VAST FORMELE WET REGERING EN STATEN GENERAAL ALGEMENE REGELS (= WETTEN IN MATERIELE ZIN OF ALGEMEEN VERBINDENDE VOORSCHRIFTEN (AVV)) AMvB KROON (= MINISTER + KONINGIN) MINISTERIELE REGELING MINISTER VERORDENING LAGERE OVERHEID PROVINCIALE STATEN OF GEMEENTERAAD ALGEMENE REGELS KUNNEN RUIMTE BIEDEN VOOR BELEIDSAFWEGING BIJ BESLISSING: FREIES ERMESSEN WIE STELT VAST BIJ RIJK: DE MINISTER BESLISSING IN CONCREET GEVAL BESCHIKKING BIJ PROVINCIE: GEDEPUTEERDE STATEN BIJ GEMEENTE: COLLEGE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OF DE BURGEMEESTER Hoe kun je beoordelen of een bestuursorgaan netjes omgaat met het freies ermessen? Toetsing aan de wet en aan de rechtsbeginselen (a.b.b.b.) Hoe kan de overheid voorspelbaarheid eigen gedrag vergroten bij gebruik freies ermessen? Gebruik beleidsregels en plannen