Hoofdstuk 3

1. Hoofdstuk 3 3.2 Het bestuur van de polis

2. 3.2 Het bestuur van de polis • A. Bestuur door een persoon of door een kleine groep. • Koningen van vroeger • Theseus verenigde in de 13de eeuw v.C alle stammen rond Athene tot een grote stadstaat. • De Grieken vertelden elkaar over oude koningen die vroeger heersten.

3. 3.2 Het bestuur van de polis • Monarchie, aristocratie, tirannie. • Tot 8ste eeuw meeste polis monarchie • Vanaf de 8ste eeuw werd de macht overgenomen door een kleine groep grootgrondbezitters, zij vinden zich ‘het best’ (aristos). Dit is een Aristocratie. • Soms was er een tiran, een aristocraat die op een onwettige manier de heerschappij had verkregen. Die waren soms heel goed en populair bij het volk.

4. 3.2 Het bestuur van de polis • B. Democratie De Volksvergadering van Athene Athene was in de 6de eeuw een aristocratie, maar het volk was ontevreden. In 546 kwam de goede Tiran Pisistratus aan de macht, zijn zonen bleken echter niet zo goed. Kleisthenes ontwierp in 510 v.C een nieuw bestuurssysteem. -Een volksvergadering die alle beslissingen nam over de polis -Iedere burger (vrije man in Athene geboren)mocht in deze volksvergadering zijn zegje doen. -De macht was dus in handen van het volk (demos) en dit noemen we democratie.

5. 3.2 Het bestuur van de polis • Goede spreker • De volksvergadering kwam 40 x per jaar bijeen. • Voor belangrijke beslissingen moesten er minstens 6000 burgers aanwezig zijn. • Om zoveel mensen te overtuigen moest je een goede spreker zijn. • Zo een goede spreker was Perikles, door hem werden belangrijke wetten aangenomen. ( hij liet bijvoorbeeld het Parthenon bouwen)

6. 3.2 Het bestuur van de polis • Schervengericht • Mensen die een gevaar vormden voor de democratie konden verbannen worden. • Dit werd gedaan met een schervengericht, octracisme. • De volksvergadering krasten de naam van de ongewenste burger op een scherf, degeen die 6000 stemmen kreeg moest binnen 10 dagen vertrekken en 10 jaar wegblijven.

7. 3.2 Het bestuur van de polis • Burgerschap -Alleen een volwassen man van wie de vader en moeder in Athene waren geboren was een burger en bezat burgerrechten. -Het was dus maar een kleine groep die daadwerkelijk invloed had op het bestuur. -De Grieken discussieerden volop over de beste regeringsvorm, de filosofen Plato en Socrates twijfelden aan de democratie.

8. Antwoorden 2.a. tirannie B. D C. Aristocratie, de staat moest bestuurd worden door de meest bekwame mensen. 3.A monarchie aristocratie tirannie democratie

9. 3.b Voorbeelden: • C. Zijn stonden onderaan de bevolkingspiramide. • D. Zijn hadden geen rechten. • E.