1 / 37

Eric Goyvaerts François Verspagen

Eric Goyvaerts François Verspagen. 5.1 Wat is oriënteren? 5.2 Middelen om je te oriënteren 5.3 Middelen om een kaart oriënteren 5.4 Oriënteren, lokaliseren of situeren. 5 Oriënteren en lokaliseren. Blz. 18. Meridiaan 1. 5.1 Wat is oriënteren?. ‘Oriënt’  ‘oriens’(Lat.):.

saber
Download Presentation

Eric Goyvaerts François Verspagen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Eric Goyvaerts François Verspagen 5.1 Wat is oriënteren? 5.2 Middelen om je te oriënteren 5.3 Middelen om een kaart oriënteren 5.4 Oriënteren, lokaliseren of situeren 5 Oriënteren en lokaliseren

  2. Blz. 18 Meridiaan 1 5.1 Wat is oriënteren? ‘Oriënt’  ‘oriens’(Lat.): “oosten” Oriënteren= oosten zoeken Belang oosten? Daar liggen de heilige steden van de christenen en de moslims. Jeruzalem Mekka

  3. Blz. 18 Meridiaan 1 5.1 Wat is oriënteren? = een richting zoeken Windroos en windstreken Hoofdwindstreken Tussenwindstreken N noorden noordoosten NW NO oosten zuidoosten W O zuiden zuidwesten westen noordwesten ZW ZO Z

  4. Blz. 18 Meridiaan 1 5.2 middelen om je te oriënteren 5.2.1 Met het kompas Het belangrijkste onderdeel van een kompas is de naald. Eén zijde van de naald wijst altijd naar het magnetisch noorden. Deze kant is meestal gekleurd (blauw, rood,…). Opletten voor: Metaal, magneten, TV, radio, GSM, elektrische leidingen

  5. 5.2.2 Met de zon Blz. 18 Meridiaan 1 13 uur ZUIDEN 7 uur OOSTEN 19 uur WESTEN 16 uur 10 uur Op in het ‘s Middags in het Weg in het Nooit in het oosten zuiden westen noorden NOORDEN

  6. 5.2.3 Met je uurwerk Blz. 19 Meridiaan 1 • 1. Je richt de kleine wijzer naar de zon. • 2. In het midden van de kleinste afstand tussen de kleine wijzer en het cijfer twaalf vind je de richting van het zuiden. • Opgelet: uurwerktijd ≠ zonnetijd • Wintertijd: + 1 uur • Hoogste punt: •  cijfer 1 • Zomertijd: + 2 uur • Hoogste punt: •  cijfer 2 Z 13 u. 14 u.

  7. 5.2.3 Met je uurwerk Blz. 19 Meridiaan 1 Duid met een rode lijn de richting van het zuiden aan (zomertijd). Z Zomertijd

  8. 5.2.4 Met de poolster Blz. 19 Meridiaan 1 Poolster Kleine Beer 5 4 3 2 Zoek eerst het sterrenbeeld van de Grote Beer. Verleng de lijn tussen de twee voorste sterren 5 maal. Daar vind je de Poolster. 1 Grote Beer (“grote lepel”, “wagen”) noorden

  9. 5.2.5 Met andere hulpmiddelen Blz. 20 Meridiaan 1 Elementen uit je omgeving kunnen verrassend veel informatie geven: Bomen hebben soms een groene aanslag aan de oostelijke / westelijke kant van de stam. Dat is een boomalg (Pleurococcus). Uit die richting komt de meeste regen. De regen slaat dus vanuit die richting op de schors en daardoor is die kant het natst.

  10. 5.2.5 Met andere hulpmiddelen Blz. 20 Meridiaan 1 Elementen uit je omgeving kunnen verrassend veel informatie geven: * De diepste gleuven in in de schors van bomen vind je aan de oostzijde. Dat is de droogste kant waardoor de schors gemakkelijker uitdroogt dan aan de westkant.

  11. 5.2.5 Met andere hulpmiddelen Blz. 20 Meridiaan 1 * Bloemen trachten zoveel mogelijk zonlicht te krijgen; ze zijn naar het zuiden gericht. * Het altaar in (oude) kerken staat naar het ………………..…………….., hun ingang is dus naar het …………………………………….. gericht. O oosten westen W

  12. 5.3 Middelen om een kaart te oriënteren Blz. 20 Meridiaan 1 Bij de meeste kaarten is de bovenkant het ……………..……………… Om er voor te zorgen dat we de kaart niet ‘op z’n kop’ houden, kunnen we de kaart ‘op het noorden leggen’. Volg hiervoor de volgende stappen: noorden • Zoek het noorden (kompas, zon,…). • Draai de kaart met de bovenkant naar het noorden.

  13. 5.3 Middelen om een kaart te oriënteren Blz. 20 Meridiaan 1 Opvallende landschapselementen zoeken op de kaart. Draai de kaart totdat de landschapselementen op de kaart in dezelfde richting liggen als deze in het landschap.

  14. 5.4 Oriënteren, lokaliseren of situeren Blz. 20 Meridiaan 1 De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid terugvinden = lokaliseren of situeren • Lokaliseer jezelf in • de klas • de school

  15. 5.4 Oriënteren, lokaliseren of situeren Blz. 20 Meridiaan 1 De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid terugvinden = lokaliseren of situeren  rekening houden met windrichtingen, natuurlijke landschapselementen provinciegrenzen gewestgrenzen………

  16. OPDRACHT 5.1 Blz. 20 Meridiaan 1 Lokaliseer of situeer ? Noordzee West-Vlaanderen Oostende Oostende ligt aan de Noordzee Oostende ligt in de provincie West-Vlaanderen

  17. OPDRACHT 5.1 Blz. 20 Meridiaan 1 Lokaliseer of situeer Rupelmonde - ligt aan de samenvloeiing van de Schelde en de Rupel Schelde - provincie Oost-Vlaanderen Rupel

  18. OPDRACHT 5.1 Blz. 20 Meridiaan 1 Lokaliseer of situeer Damme - provincie West-Vlaanderen

  19. OPDRACHT 5.1 Blz. 20 Meridiaan 1 Lokaliseer of situeer Hoge Venen - liggen in de provincie Luik

  20. OPDRACHT 5.1 Blz. 20 Meridiaan 1 België Lokaliseer of situeer - ligt in de westen van Europa, deel van Benelux

  21. OPDRACHT 5.2 Blz. 20 Meridiaan 1 Geef de ligging van: N Hou rekening met windstreken W O We situeren het gemeentehuis in: Z

  22. OPDRACHT 5.2 Blz. 20 Meridiaan 1 Geef de ligging van: N Hou rekening met windstreken W O We situeren Namen in: Namen Zuid-België Z

  23. OPDRACHT 5.2 Blz. 20 Meridiaan 1 Geef de ligging van: N Hou rekening met windstreken Vlaanderen W O We situeren Vlaanderen in Noord-België Z

  24. OPDRACHT 5.2 Blz. 20 Meridiaan 1 Geef de ligging van je schoolgemeente t.o.v.: N Hou rekening met windstreken Hoogstraten ZW Boom W O Boom als voorbeeld TIP: teken een pijl van de laatst genoemde plaats naar de eerst genoemde plaats Z

  25. OPDRACHT 5.2 Blz. 20 Meridiaan 1 Geef de ligging van je schoolgemeente t.o.v.: N Hou rekening met windstreken Boom W Maaseik W O Boom als voorbeeld TIP: teken een pijl van de laatst genoemde plaats naar de eerst genoemde plaats Z

  26. OPDRACHT 5.2 Blz. 20 Meridiaan 1 Geef de ligging van je schoolgemeente t.o.v.: N Hou rekening met windstreken Boom O Torhout W O Boom als voorbeeld TIP: teken een pijl van de laatst genoemde plaats naar de eerst genoemde plaats Z

  27. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 N NW NO NO W O Hoe ligt Beveren-Waas t.o.v. Sint Niklaas? ZO TIP: teken een pijl van de laatst genoemde plaats naar de eerst genoemde plaats ZW Z

  28. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 N NW NO Brussel W O ZO Namen Hoe ligt Namen t.o.v. Brussel? ZO TIP: teken een pijl van de laatst genoemde plaats naar de eerst genoemde plaats ZW Z

  29. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 Wie zijn onze noorderburen? De Nederlanders

  30. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 Wie zijn onze oosterburen? De Duitsers

  31. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 oost-noord-oosten ONO Tussen Namen en Hoei stroomt de Maas naar Hoei Namen

  32. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 Welk is de meest zuidelijk gelegen kustgemeente? De Panne

  33. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 Welke provincie grenst in het noorden aan Nederland en in het oosten aan Duitsland? Luik

  34. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 Welke provincie ligt ten westen van het Groothertogdom Luxemburg? Luxemburg

  35. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 Welke kaart van België is juist georiënteerd? N Verklaring: Het noorden van België staat bovenaan de kaart.

  36. OPDRACHT 5.2 Blz. 21 Meridiaan 1 • Je kijkt om 14 uur (in de zomer) naar de zon. Welke windstreek ligt: • voor je: • rechts van je: • achter je: • links van je: zuiden Z westen noorden W O oosten N

  37. 5 Oriënteren en lokaliseren 1. Oriënteren is een bepaalde (wind)richting zoeken 2. Windroos met: - hoofdwindstreken: noorden, oosten, zuiden, westen - tussenwindstreken: noordoost, zuidoost, zuidwest, noordwest 3. Hulpmiddelen - noorden zoeken: kompas, poolster - zuiden zoeken: zon, uurwerk, mos op bomen, altaar in kerk 4. Kaarten oriënteren - bovenkant naar het noorden leggen - kaart richten op 2 opvallende landschapselementen 5. Lokaliseren: juiste ligging van een plaats aangeven

More Related