770 likes | 1.06k Views
2. China, meest bevolkte land op aarde. Bert Helsen Eric Goyvaerts François Verspagen. 2.1 Situering. 10. Chinese Volksrepubliek: derde grootste land ter wereld na Rusland en Canada. Oppervlakte: 9 596 961 km 2. Vergelijk met Europa (10 180 000 km 2). = bijna even groot als Europa.
E N D
2. China, meest bevolkte land op aarde Bert Helsen Eric Goyvaerts François Verspagen
2.1 Situering 10 Chinese Volksrepubliek: derde grootste land ter wereld na Rusland en Canada. Oppervlakte: 9 596 961 km2. Vergelijk met Europa (10 180 000 km2) = bijna even groot als Europa 4 500 km
2.1 Situering 10 Zeeën A B C D Zuid-Chinese Zee Gele Zee Oost-Chinese Zee Grote Oceaan
2.1 Situering 10 Buurlanden 5 6 7 8 1 2 3 4 Mongolië Noord-Korea Rusland Nepal Kazachstan Taiwan Vietnam India
2.1 Situering 10 Breedtecirkels 54°N Noord Zuid 19°N Vergelijk de breedteligging: China en België China ligt zuidelijker dan België.
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Grootste bevolking ter wereld 1 354 146 000 Een op vijf inwoners op aarde = Chinees!!!! Bevolkingsdichtheid 141 inw./km2 Vergelijk met België lager / hoger / vergelijkbaar
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Zeer dichtbevolkt (>400 inw./km2) Oost-China Vrij dichtbevolkt (100-400 inw./km2) N.O. en Centraal-china Dunbevolkt (<100 inw./km2) West-China
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Miljoenensteden langs de kust: Hongkong (Xianggang), Shanghai, Shantou, Fuzhou, Ningbo, Qingdao.
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding Slechts een derde van China is bewoonbaar ! Bevolkingsspreiding= gelijkmatig ongelijkmatig
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding en reliëf Dunbevolkt Dichtbevolkt Chinees Laagland: kust- en riviervlakten Chinees Hoogland
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding en reliëf Dunbevolkt Dichtbevolkt Chinees Hoogland (West China) Chinees Laagland: kust- en riviervlakten
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding en neerslagverdeling Tegenstelling? Wintermoesson Noord-, West-China = aflandig = droog H L
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding en neerslagverdeling Tegenstelling? Zomermoesson Noord-, West-China = aanlandig = droog L Oost-China = regenrijk H
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio’s West-China = gematigd droog klimaat N.O.-China = koudgematigd strenge winter Z.O.-China = warmgematigd natte zomer
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio’s Tw 25,2° Tk -13,0° Tj 7,5° Nj 236 mm West-China = gematigd droog klimaat
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio’s Tw 19,7° Tk -26,2° Tj -1,6° Nj 351 mm N.O.-China = koud gematigd klimaat met strenge winter
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio’s Tw 28,8° Tk 15,8° Tj 22,9° Nj 2215 mm Z.O.-China = warmgematigd met natte zomer
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Grootste dichtheid in vochtig, warm klimaat
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en landbouw Landbouwsysteem = extensieve, nomadische veeteelt West-China Verklaring Gronden met beperkte landbouw-mogelijkheden: - sterk reliëf - droog koud klimaat (gebergteklimaat)
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en landbouw Landbouwsysteem = intensieve, zelfvoorzienende akkerbouw (tarwe, rijst) Oost-China Verklaring - Geschikte bodem, - laagland (kust- en riviervlakten), - voldoende neerslag, irrigatielandbouw.
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding Westen Oosten Dichtheid Reliëf Klimaat Landbouw dunbevolkt dichtbevolkt hoogland laagland droog en koud Vochtig en warm nomadische extensieve veeteelt intensieve zelfvoorzienende akkerbouw
2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 13 vrij dichtbevolkt laag- middelland dunbevolkt koudgematigd hoogland tarweteelt droog gebergtekl. veel industrie nom. ext. ldb. weinig industrie dichtbevolkt laag- middelland warmgematigd rijstteelt veel industrie
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 13 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Groeicurve bevolkingsevolutie 1950: 500 miljoen, 2011: 1,3 miljard Enorme groei= bevolkingsexplosie!
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 13 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Prognose toekomst? Omstreeks 2030 begint bevolking af te nemen.
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 13 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Verdubbelingstijd? X 2 45 jaar Bevolking 2011 1 355 000 000
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 13 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Verdubbelingstijd? X 2 85 jaar Prognose 2050 1 400 000 000
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 13 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Evolutie bevolking bij korte verdubbelingstijd? De bevolking groeit zeer snel =bevolkingsexplosie X 2 X 2 45 jaar 85 jaar
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei Bevolkingscijfers Tot. Bevolking? 0/00 X 1 000 1 355 000 000 = absoluut cijfer (precies aantal) X 1 000
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei Bevolkingscijfers Geboortecijfer? 0/00 X 1 000 13 0/00 = relatief cijfer (verhouding in promille) X 1 000
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei = evolutie geboortecijfer (nataliteit) en sterftecijfer (mortaliteit) 0/00 X 1 000 = natuurlijke aangroei geboortecijfer - sterftecijfer X 1 000
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei aantal geboorten geboortecijfer = absoluut cijfer = relatief cijfer (promille, 0/00)
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei Geboortecijfer groter dan sterftecijfer bevolking neemt toe / af 0/00 X 1 000 X 1 000
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei 0/00 X 1 000 Grote natuurlijke groei 1950 25,1 0/00 2010 7,3 0/00 Sterftecijfer is gedaald van 25,1 naar 7,3 per duizend. Verklaring Betere gezondheidszorg, betere hygiëne, drinkwater voorhandig.
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei 0/00 X 1 000 1955 - 1960 Geboortecijfer: sterk gedaald Sterftecijfer: gestegen natuurlijke groei dalend
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.2 Natuurlijke aangroei 1955 - 1960 = verhogen industriële productie verwaarloosde voedselproductie ! 20 – 43 miljoen hongerdoden = gevolg van de “Grote Sprong Voorwaarts” natuurlijke aangroei dalend
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.3 Samenstelling bevolking Leeftijdsopbouw, geslacht horizontaal: aantal inwoners naar geslacht verticaal: leeftijdsgroepen naar geslacht
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 14 2.3.3 Samenstelling bevolking Vergelijk -20 jaar en >65 jaar = verouderende bevolking Smallere basis - De groep jongeren vermindert in aantal. - Groep ouideren vermeerdert. - Leeftijdshistogram met smalle basis.
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 15 2.3.4 Vruchtbaarheidscijfer = gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw tijdens vruchtbare leeftijd voortbrengt. Gemiddeld aantal kinderen/vrouw gelijk is aan 2,1 = constant bevolkingsaantal.
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 15 2.3.4 Vruchtbaarheidscijfer Evolutie vruchtbaarheidscijfer tot 2010 Is steeds gedaald. Hoe sterk? Drie keer lager.
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 15 2.3.4 Vruchtbaarheidscijfer Gevolgen voor natuurlijke groei ? 2010 tot 2030 Gaat steeds afnemen. Latere prognose Negatieve groei (afname).
2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 15 2.3.5 Levensverwachting bij geboorte = gemiddeld aantal levensjaren voor iemand bij zijn geboorte Levensverwachting neemt steeds toe Wat betekent lage levensverwachting voor sterftecijfer en kindersterftecijfer? Prognose? Beide cijfers zijn hoog.
2.4 Enorme verstedelijking 15 Stedelijke bevolking 2010: 46,6% Evolutie? plattelandsbevolking: Is gestegen tot 1990, sindsdien licht dalend stedelijke bevolking: Is steeds gestegen. Op 50 jaar tijd verzesvoudigd Meer tewerkstelling in stedelijke regio’s: industrie en diensten. Verklaring?
2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Probleem 1 = voedselvoorziening voor 1,3 miljard mensen Verzekeren door stijgende productie
2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Landbouwproductie en beteelde oppervlakte De beteelde oppervlakte is toegenomen. Bodemgebruik? Wat stel je vast? Slechts 15% opp. = geschikt landbouwgebied Verdere vergroting is bijna onmogelijk (reliëf, klimaat).
2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Landbouwproductie verhogen door landbouw te intensiveren - (mits irrigatie) meerdere oogsten per jaar mogelijk - rendementen verhogen (meer meststoffen, moderne technieken)
2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Andere uitdagingen degelijke huisvesting, Meer en beter onderwijs, sociale voorzieningen ouderen (pensioenen), tewerkstelling.
2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Snelgroeiende bevolking voeden huisvesten ontwikkelen tewerkstellen Groei vertragen daling aantal geboorten Bevolkingspolitiek
2.6 Bevolkingspolitiek 17 Tot jaren 50 gem. 6 kinderen/gezin = meer arbeidskrachten = gunstig voor economische ontwikkeling Jaren 70 nog gem. 3 kinderen/gezin Om al deze mensen te voorzien van voldoende voedsel, opleiding, huisvesting en werk waren enorme investeringen vereist. Plannen voor modernisering en ontwikkeling dreigden onuitvoerbaar te worden. De overheid startte daarom allerlei campagnes om het aantal geboorten te beperken.
2.6 Bevolkingspolitiek 17 In 1978 werd (met harde hand) een strenge politiek van geboortebeperking ingevoerd met als doel het realiseren van de nulgroei (geboortecijfer = sterftecijfer).
2.6 Bevolkingspolitiek 17 1 kind per gezin Ideale gezinssamenstelling= Voordelen voor gezin: - scholing - gezondheidszorg - tewerkstelling - huisvesting 2de kind = probleem - boetes - ontslag - abortus - geen onderwijs