290 likes | 826 Views
Reactievergelijkingen kloppend maken 2. Afdeling scheikunde – College Den Hulster - Venlo. Kloppend maken van een reactievergelijking met het tekenen van alle deelnemende stoffen is een tijdrovende bezigheid. We gaan dit anders proberen. 2 NaN 2 Na + 3 N. 3. 2.
E N D
Reactievergelijkingen kloppend maken 2 Afdeling scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Kloppend maken van een reactievergelijking met het tekenen van alle deelnemende stoffen is een tijdrovende bezigheid. We gaan dit anders proberen.
2 NaN 2 Na + 3 N 3 2 Deze ontleding van natriumazide hadden we al opge-lost met het tekenen van alle deelnemende stoffen. We gaan nu proberen deze reactievergelijking op te lossen zonder tekeningen te maken. .. NaN .. Na + .. N 3 2 Zo de getallen vóór de stoffen (coëfficiënten) zijn verdwenen. De getallen in de stoffen (indexen) staan er nog. Deze laatste mag je nooit veranderen.
.. NaN .. Na + .. N 3 2 We moeten nu het aantal deeltjes voor en na de pijl aan elkaar gelijk proberen te krijgen. Dit doen we door op de puntjes voor de stoffen zogenaamde coëfficiënten (getallen) te zetten. We kunnen natuurlijk gaan gokken, maar het is beter om met overleg te werk te gaan. Tip 1 Zoek een stof die alleen in de vergelijking staat. Zijn er meerdere kies dan de stof met de kleinste index (getal in de formule).
3 2 .. NaN .. Na + .. N 3 2 De coëfficiënt voor deze stof zullen we als laatste gaan invullen. Dit betekent dat natrium (Na) het laatste element is dat we kloppend gaan maken. Omdat in deze reactievergelijking maar twee elementen (Na en N) staan, is stikstof (N) de eerste die we kloppend proberen te krijgen. Tip 2 Reken het totale aantal stikstof deeltjes voor en na de pijl uit (coëfficiënt x index).
3 2 .. NaN .. Na + .. N NaN .. Na + N 3 2 3 2 Nu moeten we er voor zorgen dat voor en na de pijl het aantal stikstofdeeltjes gelijk wordt. Tip 3 Als een kant even (2, 4 of 6) is en de andere kant is oneven (1, 3 of 5) dan wissel je de getallen om. Direct natellen, voorkomt verdere fouten (aantal deeltjes = coëfficiënt x index). Voor de pijl 2 x 3 = 6 stikstofdeeltjes. Na de pijl 3 x 2 = 6 stikstofdeeltjes.
2NaN Na + 3 N 2 3 2 De stikstof deeltjes zijn nu kloppend, resten alleen nog de natrium deeltjes. Na de pijl 1 x 1 = 1 Voor de pijl 2 x 1 = 2 Dus de coëfficiënt bij natrium na de pijl wordt 2
2 H + N NH 1 2 3 2 Tip 1 Zoek een stof die alleen in de vergelijking staat. Zijn er meerdere kies dan de stof met de kleinste index (getal in de formule). Voor de pijl 1 x 2 = 2 stikstof Na de pijl 1 x 1 = 1 stikstof Dus de coëfficiënt voor N wordt 1 2 En de coëfficiënt voor de NH wordt 2 3
H + N 2 NH 2 2 3 Controle: Reken het totale aantal stikstof deeltjes voor en na de pijl nog een keer uit (coëfficiënt x index). Voor de pijl 1 x 2 = 2 stikstof Na de pijl 2 x 1 = 2 stikstof
H + N 2 NH 3 2 2 3 Tip 2 Reken het totale aantal waterstof deeltjes voor en na de pijl uit (coëfficiënt x index). Voor de pijl 1 x 2 = 2 waterstof Na de pijl 2 x 3 = 6 waterstof Dus moet bij de waterstof voor de pijl een 3 komen. Voor de pijl 3 x 2 = 6 waterstof Na de pijl 2 x 3 = 6 waterstof
H + N 2 NH 3 2 2 3
Fe O + C Fe + CO O 3 O 2 2 3 2 Voor de pijl: 1 x 3 = 3 zuurstof Na de pijl: 1 x 2 = 2 zuurstof Dus getallen verwisselen en coëfficiënten invullen. Controle: Voor de pijl: 2 x 3 = 6 zuurstof Na de pijl: 3 x 2 = 6 zuurstof
Fe O + C Fe + CO C 3 2 3 C 2 3 2 Voor de pijl: 1 x 1 = 1 koolstof Na de pijl: 3 x 1= 3 koolstof Dus er komt een 3 als coëfficiënt voor de koolstof. Controle: Voor de pijl: 3 x 1 = 3 koolstof Na de pijl: 3 x 1= 3 koolstof
Fe O + C Fe + CO 3 2 3 4 Fe Fe 2 3 2 Voor de pijl: 2 x 2 = 4 ijzer Na de pijl: 1 x 1= 1 ijzer Dus er komt een 4 als coëfficiënt voor de ijzer. Controle: Voor de pijl: 2 x 2 = 4 ijzer Na de pijl: 4x 1= 4 ijzer
Fe O + C Fe + CO 3 2 3 4 2 3 2
Er zijn ook reacties waar voor en/of achter de pijl meerdere malen hetzelfde element voorkomt. In een bemande ruimtecapsule wordt met behulp van lithiumperoxide het uitgeademde koolstofdioxide omgezet in lithiumcarbonaat en zuurstof. koolstofdioxide lithiumperoxide zuurstof lithiumcarbonaat + + + O CO Li O + Li CO 2 2 2 2 2 3
+ Li O + CO Li CO O 2 2 2 2 3 2 Voor de pijl: 1 x 2 = 2 lithium Na de pijl: 1 x 2 = 2 lithium Voor de pijl: 1 x 1 = 1 koolstof Na de pijl: 1 x 1 = 1 koolstof
+ Li O + CO Li CO O 2 2 2 2 3 2 ? 2 2 3 4 4 We moeten nu alleen de zuurstof deeltjes controleren. Dit doen we door onder de stoffen het aantal deeltjes te zetten behalve de omcirkelde zuurstof. Daar zetten we een vraagteken (?)
1 2 2 2 ½ + Li O + CO Li CO O 2 2 2 2 3 2 1 ? 2 2 3 Tip 4 Als het aantal zuurstof deeltjes voor en na de pijl aan elkaar gelijk moeten zijn, zou er voor de zuurstof een ½ als coëfficiënt moeten staan. Dit doen we voor het gemak maar even. Omdat er geen halve moleculen bestaan gaan we alle coëfficiënten met 2 vermenigvuldigen.
2 2 2 1 + Li O + CO Li CO O 2 2 2 2 3 2 Controle: Voor de pijl: 2 x 2 = 4 lithium Na de pijl: 2 x 2 = 4 lithium Voor de pijl: 2 x 1 = 2 koolstof Na de pijl: 2 x 1 = 2 koolstof Voor de pijl: 2 x 2 + 2 x 2 = 8 zuurstof Na de pijl: 2 x 3 + 1 x 2 = 8 zuurstof
Voor we aan de slag gaan zijn hier nog even de tips Zoek een stof die alleen in de vergelijking staat. Zijn er meerdere kies dan de stof met de kleinste index (getal in de formule). 1 Reken het totale aantal stof deeltjes voor en na de pijl uit (coëfficiënt x index). 2 Als een kant even (2, 4 of 6) is en de andere kant is oneven (1, 3 of 5) dan wissel je de getallen om. 3 De deeltjes voor en na de pijl moeten aan elkaar gelijk zijn, als het moet zet je een ½ als coëfficiënt voor een stof maar verdubbel dan alle coëfficiënten. 4
1 Li+ N2 Li3N 2 6 1 2 2 1 1 CO2+ MgMgO + C 2 3 2 2 4 HCl +O2 H2O + Cl2 1 4 1 1 CH4+ H2O CO+ H2 1 3 5 4 2 NH3 + O2 N2 + H2O 6 3 6 1 1 2 2 CH4+ Cl2 CH2Cl2+ HCl 7 4 NH3 + O2 NO + H2O 5 6 4 8 4 • KO2 + CO2 K2CO3+ O2 2 2 3 9 2 • C2H6+ O2 CO2+ H2O 7 4 6
Ik begrijp er nog steeds niets van. Zou hij nog oefeningen hebben?
Natuurlijk zijn er oefeningen, vraag ze mij maar.