430 likes | 672 Views
Spreektalig schrijvenVerschil tussen geschreven en gesproken woordMeer aandacht voor het oor dan voor het oogSimpel, direct en kort20 minuten aandachtGemiddelde spreeksnelheid133 woorden per minuutA4-blad: 40 regels = 3 minutenSlechts 1 kans. Speechwriting. Communicatie. begin 85%slot 75%plaats, moment, deelnemers, omstandighedenvoordeel.
E N D
1. Speechwriting is (geen) kinderspelDe kunst van het luidop schrijven Vlaams Parlement
Brussel
21 februari 2011
Prof. Dr. Jos Huypens
Communicado Int.
2. Spreektalig schrijven
Verschil tussen geschreven en gesproken woord
Meer aandacht voor het oor dan voor het oog
Simpel, direct en kort
20 minuten aandacht
Gemiddelde spreeksnelheid
133 woorden per minuut
A4-blad: 40 regels = 3 minuten
Slechts 1 kans
Speechwriting
3. Communicatie begin 85%
slot 75%
plaats, moment, deelnemers, omstandigheden
voordeel
4. Opnemen van informatie
5.
Ligt de titel vast?
Gelegenheid?
Onderwerp?
Basismateriaal?
Publiek welwillend? Briefing onderwerp
6. Naam
Functie
Verantwoordelijk voor…
Gekend?
Autoriteit?
Spreekritme?
Stijl?
Ervaring?
Doelstelling? Briefing spreker
7.
Wat wilt u van de toehoorders in 1 zin horen na de uiteenzetting? Briefing boodschap
8. Wat weet het publiek al?
Wat moet het publiek weten?
Wat wil het publiek weten?
Ontvankelijkheid, gevoeligheden, humor Briefing publiek
9. Datum, plaats en uur
Programma
Ruimte (setting)
Hulpmiddelen
Aantal toehoorders
Stijl: formeel – informeel
Spreker ingeleid?
Vragen? Briefing omstandigheden
10. Geld verdienen
Gezondheid verbeteren
Populariteit verhogen
Nieuwsgierigheid bevredigen
Veilig zijn
Reputatie beschermen
Uniek zijn Geld besparen
Tijd en moeite besparen
Kritiek of moeilijkheden vermijden
Mooie dingen bezitten
Beheersen van een aspect in het eigen leven De boodschap
11. Valkuilen Drang naar volledigheid
Drang naar geleerdheid
Drang naar bewijsvoering
12. Structuur : inleiding Doelstelling
Interesse (reward!)
Structuur en methode
Afspraken (timing,materiaal,vragen)
13. Opties
probleemstelling
methode-hypothese-opzet
verloop onderzoek
Resultaten
conclusies-adviezen)
Inductief Deductief
BOB
beperk – orden - bewegwijzer
Samenvatten Structuur : midden
14. Herinnering doelstelling
Samenvatting centrale boodschap
Uitnodiging vragen, discussie
Slotwoord (reminder, actie) Structuur : slot
15.
De taal- enkel parate taalkennis doelgroep telt- geen visuele ondersteuning formulering- geen structuur-informatie
Wees simpel, duidelijk, begrijpelijk
Gebruik betekenisvolle woorden
Geen vakjargon / vreemde taal/ rijen getallen
Voorbeelden, voorbeelden Taal
16. 50% laaggeschoolden en 36% middelbaar geschoolden vertaalden- reactionair = goed, revolutionair- fundamenteel= klein, onbetekenend- arbitrair = goed, rechtvaardig Ter overweging
17. Storytelling Trend om boodschap over te brengen in de vorm van een verhaal(tje)
Verhaal is sterk instrument
Elk groot verhaal begint met een conflict of een probleem dat op een of andere manier moet opgelost worden
“Succes”: simplicity, unexpected, concrete, credible, emotional, stories (De Plakfactor)
18. Vermijd vage zinnen
lege woorden
neutrale woorden
eufemismen
onduidelijke verwijzingen
afzwakkers
onbeantwoorde vragen
vage verbanden Schrijf duidelijk
19.
Gemiddelde zinslengte: 8 tot 16 woorden
Wissel kort en lang af
Punten zijn belangrijker dan komma’s Lange zinnen
20. Wanneer woorden die bij elkaar horen, van elkaar worden gescheiden
We bevestigen dat we op dit ogenblik, als onderdeel van de huidige herziening van onze activiteiten en in de context van ons beleid om ons op geselecteerde activiteiten en markten te concentreren, diverse opties onderzoeken. Tangconstructies
21. “Aan dit soort verklaringen ligt een taalteleologische zienswijze ten grondslag: de taal heeft de neiging optimaal te functioneren, en wanneer door een vernieuwing verwarring dreigt te onstaan, treedt verdere verandering op.” Vage termen en vakjargon
22. Vooral - in zijn algemeenheid - in veel gevallen- enigszins - mede - min of meer - zo nu en dan - als het ware - steeds - normaliter - vaak - soms - grotendeels - nogal - tot op zekere hoogte - in belangrijke mate - onder andere - eventueel - vrij veel/weinig - ook - waarschijnlijk - meestal - gewoonlijk - regelmatig - af en toe - op veel plaatsen - gedeeltelijk - tamelijk - ten dele - in beperkte mate - voor zover ik weet - misschien - mogelijk - hier en daar - in principe - sommige - in de regel - doorgaans - herhaaldelijk - zelden - vrijwel nergens - een beetje - mijns inziens - zelfs Vaagmakers
23. Geïntegreerde - systematische - functionele - multidisciplinaire - normatieve - sociaal-economische - dynamische - organisatorische - ontwikkeling van - technologische - relationele - coördinatie van - bureaucratische - modelontwikkeling - gedragsalternatieven - managementtechnieken - organisatievorm - spanningsvelden - machtsaspecten - informatiesystemen Dure lege woorden
24. Aspect - gebeuren - element - positie - huidige - onder meer - de nodige - overigens - wereld - verder - functie - componenten - aard - sfeer - momenteel - zoals - bepaalde - inmiddels - kring - al met al - situatie - dimensie - mate van - actuele - totaal - in feite - op het ogenblik - in principe - gegevens - kortom Alledaagse lege woorden
25. groot aantal woorden
bijzinnen
lange woorden
moeilijke woorden
lange aanloop
ontkenningen Ingewikkelde zinnen door:
26. aan de hand van
met betrekking tot
aangezien
afgezien van
aldus
bij gelegenheid
bijgevolg
bovendien
daarenboven
desalniettemin
met als resultaat dat
teneinde met
over
omdat
behalve
zo
soms
dus
ook
verder/ook
toch
zodat
om Omslachtige uitdrukkingen
27. kies specifieke woorden
kies het ene juiste woord
toon veelzeggende details
geef voorbeelden
bewijs het met cijfers
gebruik beelden Schrijf concreet
28. “Iemand schreef iets in een boekje, toen een werkman, vergezeld van een huisdier, in een keurig voertuig langs reed en een officier bijna verwondde.”
VERSUS
“Ik krabbelde iets in mijn agenda, toen een gitzwarte smid met zijn labrador in een rode tweezitter langsschoot en een jonge luitenant bijna zijn been afreed.” Algemeen versus concreet
29.
gebruik persoonlijke woorden en zinnen
treed in dialoog met uw luisteraars
vermijd seksistisch taalgebruik
Schrijf persoonlijk Human-interest-formule:
In een steekproef van 100 woorden tel je alle persoonlijke woorden.
Persoonlijke woorden verwijzen naar mensen:
namen
persoonlijke voornaamwoorden
zelfstandige naamwoorden die mensen aanduiden.
Een gemiddelde van 6 per 100 is de norm. 19 of meer is uiterst gemakkelijk, 2 of minder is onmenselijk.
Tel vervolgens alle persoonlijke zinnen per 100 zinnen:
citaten
vragen, verzoeken en aansporingen tot de lezer.
uitroepen
onvolledige zinnen
Voor een roman is de gemiddelde score 58, voor een vakblad 5, voor een geïllustreerde weekblad 43.
Human-interest-formule:
In een steekproef van 100 woorden tel je alle persoonlijke woorden.
Persoonlijke woorden verwijzen naar mensen:
namen
persoonlijke voornaamwoorden
zelfstandige naamwoorden die mensen aanduiden.
Een gemiddelde van 6 per 100 is de norm. 19 of meer is uiterst gemakkelijk, 2 of minder is onmenselijk.
Tel vervolgens alle persoonlijke zinnen per 100 zinnen:
citaten
vragen, verzoeken en aansporingen tot de lezer.
uitroepen
onvolledige zinnen
Voor een roman is de gemiddelde score 58, voor een vakblad 5, voor een geïllustreerde weekblad 43.
30. wees actief in plaats van passief
kies werkwoorden in plaats van naamwoorden
doe het een keer in plaats van twee of drie keer
doe het met daden in plaats van met woorden
wees sober in plaats van pronkerig Schrijf dynamisch
31.
Passief:
De beslissing werd door de directie genomen
Actief:
De directie besliste Actief
32. Morgen heeft de bespreking van dit onderwerp plaats
Morgen bespreken we het onderwerp
Na het krijgen van de gegevens kunnen wij het document opstellen
Als de gegevens in ons bezit zijn kunnen we het document opstellen Vermijd naamwoordvormen
33.
Persoonlijke aanpak
Dynamische en directe stijl
Duidelijke en correcte vormgeving
Leesbare en verzorgde spreektaal Schrijf spannend
34. varieer in woordkeus
door synoniemen
door verwijswoorden
varieer in zinsbouw
doorbreek de standaardwoordvolgorde
gebruik verschillende zinstypes
gebruik ook de directe rede
wissel de zinslengte af
Schrijf gevarieerd
35. kies de juiste woorden
maak grammaticaal correcte zinnen
check uw spelling
plaats de juiste leestekens
lees teksten twee keer na
laat teksten nalezen Schrijf correct
36. Flesch
leesgemak = 206,84 - (0,85 x het aantal lettergrepen per 100 woorden) - (1,02 x gemiddelde zinslengte)
Flesch/Douma
leesgemak = 206,84 - (0,77 x het aantal lettergrepen per 100 woorden) - (0,93 x gemiddelde zinslengte) Test hoe duidelijk u schrijft
37. Tel 100 woorden af, het aantal zinnen in die 100 woorden en het aantal lettergrepen.
Bepaalde versies van Word
Bullfighter software
www.readability.info/commonscores.shtml
Test het leescomfort
38. Toets uw score
39. Max. zinslengte Max. woordl.
Eenvoudig 10 woorden 1,5 lettergr.
Gemakkelijk 15 1,6
Vrij moeilijk 20 1,7
Moeilijk 25 1,9 Tabel Van der Werff
40.
www.wordle.net Woordenwolk
43. Kretologie-mixer
44. Communicado Int.Communicatie-advies, -opleiding, - onderzoek en -acties Prof. dr. Jos Huypens
‘s Hertogenlaan 58 - 3000 Leuven
Tel. 016-23 10 94 - Fax 016-20 73 27
E-mail: jhuypens@communicado.be
www.communicado.be