320 likes | 545 Views
De normale verdeling. Gebaseerd op…. Onder de loep van Uitwiskeling 18/1 Auteurs: Johan Deprez Jan Roels Hilde Eggermont. David S. Moore, George P. McCabe, Statistiek in de Praktijk , Academic Service, 2001. Inspiratiebronnen. Inspiratiebronnen.
E N D
Gebaseerd op… Onder de loep van Uitwiskeling 18/1 Auteurs: • Johan Deprez • Jan Roels • Hilde Eggermont
David S. Moore, George P. McCabe, Statistiek in de Praktijk, Academic Service, 2001 Inspiratiebronnen
Inspiratiebronnen • Martin Kindt, Jan de Lange (Hewet-team), De normale verdeling, Educaboek, 1986
Waarom normale verdeling? • eindtermen/leerplannen derde graad (5de jaar vanaf 04-05, 6de jaar vanaf 05-06): voor alle leerlingen ASO en TSO/KSO (beperkt) • een verdeling die veel voorkomt en die iedereen wel eens ontmoet (‘algemene cultuur’)
Doelpubliek Leerlingen: • in de eerste plaats: ASO – minimum aantal lesuren • ASO studierichtingen wiskunde-… : normale verdeling ook als kansverdeling • TSO : niet alles wat hier aan bod komt, moet gezien worden Leerkrachten: • geen voorkennis nodig over normale verdeling • Handige voorkennis TI83: histogrammen tekenen en kentallen van gegevens berekenen
Werkmoment (20 min.) • Vooraf: lijsten op rekentoestellen zetten Group WS7NV • De start: histogrammen beschrijven met een dichtheidsfunctie • Relatieve frequenties m.b.v. dichtheidsfunctie
Werkblad 1 N.V. Magazijn ‘De Bijenkorf’, Nederland, 1947: 15 lichaamsafmetingen (o.a. lichaamslengte) van 5000 willekeurig gekozen volwassen vrouwen
Werkblad 1 verdeling van 5000 lengtes beschreven door één functie ! relatieve frequentie = hoogte staaf ≈ functiewaarde functie vervangt histogram en tabel
Werkblad 2 Dezelfde gegevens (lengte van 5000 vrouwen), maar nu ingedeeld in bredere klassen (5 cm).
Werkblad 2 PROBLEEM !
Werkblad 2 Oplossing voorgesteld door de leerlingen:
relatieve frequenties frequenties relatieve frequentiedichtheden delen door klassenbreedte Werkblad 2
5 Werkblad 2 0.2236 = 0.04472 x 5
Relatieve frequenties m.b.v. de normale dichtheidsfunctie Hoeveel procent van de vrouwen is tussen 164,5 cm en 179,5 cm lang? Histogram relatieve frequentiedichtheden tekenen Relatieve frequentie = som oppervlakten rechthoekjes Oppervlakte onder normalpdf
Relatieve frequenties m.b.v. de normale dichtheidsfunctie Met de rekenmachine:
Relatieve frequenties m.b.v. de normale dichtheidsfunctie We onthouden: Relatieve frequentie van een klasse van normaal verdeelde data = oppervlakte van het gebied onder de normale dichtheidsfunctie tussen de grenzen van de klasse
Lengtes vergelijken (1/12) In 2000 Jeroen (18-jaar): 1m89 In 1950 opa van Jeroen (18 jaar): 1m80 Jeroen is groter dan zijn grootvader. Maar hoe zit dat in vergelijking met de rest van de bevolking?
Lengtes vergelijken (2/12) Gegevens: • Lengte van 18-jarigen is normaal verdeeld • In 1950: • Gemiddelde: 170,0 • Standaardafwijking: 5,6 • In 2000: • Gemiddelde: 176,1 • Standaardafwijking: 7,7
Lengtes vergelijken (3/12) • Schets beide normale verdelingen en duid er de lengte van de kleinzoon en van de grootvader op aan.
Lengtes vergelijken (4/12) • Om te vergelijken kun je kijken naar de afwijking van het gemiddelde. Wie is volgens dit criterium het grootst? • Jeroen: 189 176,1 = 12,9 (cm) • opa: 180 170,0 = 10 (cm) Dus: Jeroen het grootst?
Lengtes vergelijken (5/12) • Is dit een goede manier van vergelijken? Je houdt geen rekening met de spreiding.
Jeroen: opa: Lengtes vergelijken (6/12) • Afwijking van het gemiddelde vergelijken met de standaard-afwijking. Wie van beiden is volgens dit criterium het grootst? Dus: opa is het grootst!
Lengtes vergelijken (7/12) De verhouding van de afwijking van het gemiddelde tot de standaardafwijking = de z-score Formule:
168,4 176,1 183,8 189 Lengtes vergelijken (8/12) z-score: 1 0 1 1,675
Lengtes vergelijken (9/12) • Je kunt ook voor beide personen hun plaats in de totale populatie bekijken. Je berekent daartoe het percentage 18-jarigen dat kleiner is dan Jeroen (resp. zijn grootvader). Wie is volgens dit criterium het grootst?
Lengtes vergelijken (10/12) Op een figuur:
95,3 % van de leeftijdsgenoten van Jeroen is kleiner dan Jeroen 96,3 % van de toenmalige leeftijdsgenoten van de grootvader waren kleiner dan de grootvader Lengtes vergelijken (11/12) Berekening:
Lengtes vergelijken (12/12) Besluit: de grootvader is groter dan zijn kleinzoon.
Normale verdeling als wiskundig model • Tweede graad: beschrijvende statistiek = grafisch en numeriek gereedschap om gegevens te beschrijven • Derde graad: algemeen patroon van een groot aantal waarnemingen beschrijven d.m.v. een gladde kromme