730 likes | 874 Views
DE BELOFTE WAARGEMAAKT. Kerst 2009. Komt allen tezamen Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: Komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der eng'len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
E N D
DE BELOFTE WAARGEMAAKT Kerst 2009
Komt allen tezamen Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: Komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der eng'len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees: goddelijk kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden die Koning.
O kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefd' in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
Genesis 1:27 en 31 En God schiep de mens naar Zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem: man en vrouw schiep Hij hen. En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de zesde dag.
Psalm 146: 4 en 8 ‘t Is de Heer, Wiens alvermogen ‘t groot heelal heeft voortgebracht; Die genadig uit de hoge ziet, wie op Zijn bijstand wacht, en aan elk die Hem verbeidt, trouwe houdt in eeuwigheid.
‘t Is de Heer van alle heren, Sions God, geducht in macht, Die voor eeuwig zal regeren van geslachte tot geslacht. Sion, zing uw God ter eer, prijs Zijn grootheid, loof de Heer!
Stem: We waren tot Zijn glorie en lof geschapen. We spraken, zongen, ja leefden tot eer van Hem. We wandelden samen als vrienden door de hof.
Maar de slang was listiger dan al het gedierte van het veld, en zei: “Heeft God gezegd: Gij zult niet eten van alle boom van deze hof?”
En de vrouw zei: “Van de vrucht der bomen van deze hof zullen wij eten; maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof is, mogen we niet eten, anders sterven we.”
Toen zei de slang: “Dat is niet waar, maar je zult als God zijn, kennend het goed en het kwaad.”
En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijs. Ja, een boom die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar. Dit was dus ons antwoord op Gods liefdesgebod.
‘Kom en geniet hoe goed is het leven God heeft ons gemaakt en ons alles gegeven neem wat je wilt het is goed en recht heeft God het niet Zelf in de schepping gelegd?’ Foto: ®DS
Hoor je de slang zijn listige woorden altijd op zoek wie hij kan vermoorden verleidelijk zoet maar zonde is zonde langzaam maar zeker richt hij je te gronde..... Foto: ®DS
Vlucht voor de leugen vlucht voor het kwaad bid om vergeving het is niet te laat in Christus wordt waarheid tot woord en tot stem geniet van het leven samen met Hem! (HermienHenning) Foto: ®DS
Psalm 14:1, 2 en 3 De trotse dwaas zegt in zijn boos gemoed: "Daar is geen God". Zij doven ‘t licht der rede en maken zich door gruwelijke zeden afschuwelijk. Daar is geen mens, die goed op aarde doet.
De grote God, Die ‘t recht verdedigt, sloeg van ‘s hemels troon Zijn ogen naar beneden op Adams kroost, doorzocht hun hart en zeden: Hij zag, of zich geen mens verstandig droeg en naar Hem vroeg.
Hij zocht alom, maar ach, Hij vond er geen, want alle vlees is trouw’loos afgeweken. Het land is vol van stinkende gebreken: Geen sterveling wil ‘t pad der deugd betreên, ja, zelfs niet één.
We hebben snood de Heere God verlaten! In plaats van ‘t leven, kozen we de dood! God schiep ons goed, maar ach, wij allen aten moedwillig van de vrucht die God verbood. Toen zijn we weggevlucht, bij God vandaan... Er was geen weg meer om terug te gaan.
Tòch mogen we op 't Kerstfeest weer herdenken hoe Christus kwam in ‘t vlees van Bethlehem. God heeft Zijn eigen Schootzoon willen schenken; Hij baande Zèlf de weg terug in Hèm. Een weg, waardoor Hij zondaars tot Zich trekt en uit de dood tot ‘t nieuwe leven wekt. (Christien de Priester)
Genesis 3:13-15, 22-24 En de Heere God zei tot de vrouw: Wat is dit dat gij gedaan hebt? En de vrouw zei: De slang heeft mij bedrogen en ik heb gegeten.
Toen zei de Heere God tot de slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee en boven al het gedierte van het veld. Op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten al de dagen van uw leven.
En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar Zaad. Datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult Het de verzenen vermorzelen.
Toen zei de Heere God: Zie, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad. Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke en neme ook van de boom des levens en ete en leve in eeuwigheid.
Zo verzond hem de Heere God uit de hof van Eden om de aardbodem te bouwen, waaruit hij genomen was. En Hij dreef de mens uit en stelde cherubs tegen het oosten van de de hof van Eden; en een vlammig lemmer van een zwaard, dat zich omkeerde, om te bewaren de weg van de boom des levens.
Stem: Maar o wat een wonder. In de stilte van de eeuwigheid heeft de Zoon al gezegd: Vader, Ik kom om Uw wil te doen. Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden van Mijn ingewand.Een nieuwe weg werd ontsloten door Gods grote barmhartigheid.
Psalm 40:4 Brandofferen, noch offer voor de schuld voldeden aan uw eis noch eer. Toen zeid' Ik: "Zie, Ik kom, o Heer, de rol des boeks is met Mijn naam vervuld. Mijn ziel, U opgedragen, wil U alleen behagen, Mijn liefd’ en ijver brandt; Ik draag uw heil’ge wet, die Gij de sterv’ling zet, in ‘t binnenst’ ingewand."
Stem: Gelukkig is God zo vol liefde, dat Hij uit genade de mens door berouw, gewerkt door de Heilige Geest, weer tot Hem wil laten terugkomen. Wat zullen Adam en Eva, met schuldgevoel vervuld, vaak hebben teruggedacht aan het verloren paradijs en hun heerlijke omgang met God, waar zij Hem kenden aan de wind des daags.
Eva Ik draag het paradijs mee in mijn hart, het stille heimwee naar verloren dromen; Gods straf was streng.- De hemel leek ons zwart, en eng’len zijn als bliksems neergekomen. Nu blijft de poort voor altijd voor ons dicht. Ik hunker naar de schone, stille tuinen, waar ik van aangezicht tot aangezicht U mocht aanschouwen, als de bomenkruinen zacht ruisten.- Gij had alles schoon geschapen, maar nu ‘k de vrucht der kennis heb geproefd, kan ‘k zelfs in Adams arm niet rustig slapen. Dat maakt mij soms zo eindeloos bedroefd. En elke avond, als de zon gaat zinken, wend ik mijn ogen naar het paradijs, maar zie nog steeds de witte zwaarden blinken.- Van mijn gelukslied bleef alleen de wijs. De woorden zag ik langzaam-aan verbleken; - Ik had ze nooit geheel en al verstaan.- Leer mij ze weer! Wil mij Uw hand toesteken, Laat mij Uw paradijs weer binnengaan!
Stem: God spreekt direct al van de komende verlossing. Hij belooft de komst van de Verlosser: Gods eigen Zoon zal komen. Groter liefde is niet denkbaar. Het Licht zal de duisternis overwinnen. Vrede zal komen in de harten van allen die in Hem geloven. Maar daar zouden nog eeuwen en eeuwen overheengaan. Intussen staat de moederbelofte vast: En Ik zal vijandschap zetten...
Efeze 2:7-9 Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen de uitnemende rijkdom van Zijn genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave; niet uit de werken, opdat niemand roeme.
Gezang 10:1 en 5 Daar is uit ‘s werelds duist’re wolken een Licht der lichten opgegaan. Komt tot Zijn schijnsel, alle volken, en gij, mijn ziele, bid het aan! Het komt de schaduwen beschijnen, de zwarte schaduw van de dood: de nacht der zonde zal verdwijnen, genade spreidt haar morgenrood.
Wat heil, een Kind is ons geboren, een Zoon gegeven door Uw kracht! De heerschappij zal Hem behoren, Zijn last is licht, Zijn juk is zacht. Zijn naam is ‘wonderbaar’, Zijn daden zijn wond’ren van genaad’ alleen. Hij doet ons, hoe met schuld beladen, verzoend voor ‘t oog des Vaders treên.
Stem: Lang geleden hadden de profeten voorzegd dat de Heere Jezus geboren zou worden. Maar het scheen dat Hij nooit zou komen. De profeten waren gestorven en nog altijd was de Heere Jezus, de lang verwachte Messias, niet gekomen.
Jesaja 7:14; 11:1; 42:1 Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren en Zijn Naam IMMANUEL heten.
Want er zal een Rijsje voortkomen uit de afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal vrucht voortbrengen.
Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft. Ik heb Mijn Geest op Hem gegeven, Hij zal het recht de heidenen voortbrengen.
Stem: Zo zien we dat Gods belofte als een gouden draad door de hele Schrift loopt. Van gelovigen uit het Oude Testament wordt in het Nieuwe Testament gezegd dat ze de beloften van verre gezien en geloofd en omhelsd hebben (Hebr. 11:13).
De Bijbel staat vol met woorden van hoop. En doet hoop niet leven, niet uitzien, niet zingen? Hoewel Zacharias de boodschap van de engel eerst niet kon geloven, heeft hij de belofte later jubelend bezongen.
Lofzang van Zacharias :2 God had hun tot hun troost gemeld, hoe Zijn genâ ons redden zou van onzer haat’ren wreed geweld. Nu blijkt Zijn onverwrikb’re trouw, nu toont Hij Zijn barmhartigheid, van ouds de vaad’rentoegezeid,
en dat Hij wil gedenken aan ‘t heilverbond, aan die gestaafde eed, die Hij weleer aan Abram deed, aan Zijn verbond, dat van geen wank’len weet.
Lukas 2:1-7 En het geschiedde in diezelve dagen, dat er een gebod uitging van de keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden. Deze eerste beschrijving geschiedde, als Cyrénius over Syrië stadhouder was.
En zij gingen allen om beschreven te worden, een ieder naar zijn eigen stad. En Jozef ging ook op, van Galiléa uit de stad Nazareth, naar Judéa tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt (omdat hij uit het huis en geslacht van David was), om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.
En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou. En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.
Jezus Gij zult het Kind de naam van ‘Jezus’ geven. Dat is van eeuwigheid in onze tijd gevat; die naam betekent zaligheid en leven, een hemels licht, dat straalt op ‘t donkerst levenspad; die naam betekent vreugde in het lijden, want Jezus schenkt u troost als alles in u schreit; en wie gevangen is, wil Hij bevrijden, Hij is de zege in de ongelijke strijd. God geeft Zijn eigen Zoon de naam van mensen, Hij voert Zijn volk in vrijheid, als een Jozua, ontsluit voor hen gesloten hemelgrenzen, want Jezus - dat is Bethlehem èn Golgotha! (Nel Benschop) Foto: f-l-e-x
’t Was nacht in Bethlems dreven. ’t Was nacht in Bethlems dreven, een schone stille nacht. En trouwe herders bleven bij hunne kudde op wacht. En trouwe herders bleven bij hunne kudde op wacht.
Zij hoopten saam, de vromen, zij wachtten immer voort of Jacobs ster zou komen naar ’t oud profetisch woord. Of Jacobs ster zou komen naar ’t oud profetisch woord.
En ja, juist in die stonde in deze zelfde nacht werd hun door eng’lenmonden het blijde nieuws gebracht. Werd hun door eng’lenmonden het blijde nieuws gebracht.
"De Heiland is gekomen in Bethlems kleine stal, Die voor miljoenen vromen een Herder wezen zal. Die voor miljoenen vromen een Herder wezen zal."
Hij zal Zijn kudde leiden, zij ’t ook door leed en kruis, tot d’eeuwig’ groene tuinen van ’t hemels vaderhuis. Tot d’eeuwig’ groene tuinen van ’t hemels vaderhuis.