160 likes | 303 Views
Werken in de fabriek. Paragraaf 4.2. Werkgelegenheid . Veel mensen waren op zoek naar werk. In de landbouw was geen werk te vinden Iedereen trekt dus naar de steden om in de fabrieken te werken. In de fabrieken is het slecht werken:. Werk in de fabriek:. Slechte arbeidsomstandigheden :
E N D
Werken in de fabriek Paragraaf 4.2
Werkgelegenheid • Veel mensen waren op zoek naar werk. • In de landbouw was geen werk te vinden • Iedereen trekt dus naar de steden om in de fabrieken te werken. • In de fabrieken is het slecht werken:
Werk in de fabriek: • Slechte arbeidsomstandigheden: • Slechte manier van werken. • Arbeiders werden vaak niet ouder dan 35 jaar.
Reden 1 • Lange werkdagen: 14-16 uur 6x per week.
Reden 2 • Eentonig werk: ze maken maar 1 deel van een product. In hoog tempo!
Reden 3 • Geen veiligheid: • Gevaarlijk machines • Vies en warm • Veel lawaai.
Reden 4 • Lage lonen. • Er waren teveel arbeiders, dus de baas kon elk loon geven dat hij wilde. • Bij protest: ontslag
Reden 5 • Er was kinderarbeid. • Vrouwen en kinderen kregen slecht betaald, maar dat geld was wel nodig om de huur te betalen!
Samenleving • Door de industrie werd het verschil tussen arm en rijk groter • Rijke fabriekseigenaren werden rijker en arbeiders kregen het steeds slechter. • Er kwam een klassensamenleving: voortaan werd door je inkomen bepaald tot welke sociale laag je hoorde in de bevolking.
Begrippen • Arbeidsomstandigheden: in welke situatie arbeiders hun werk moeten doen. • Kinderarbeid: kinderen werken in de industrie. • Klassensamenleving: samenleving waarin mensen zijn verdeeld in groepen met hetzelfde inkomen.
Filmpje: • http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20071107_indusrevu03 • http://www.youtube.com/watch?v=GH22PBXHk8Q