450 likes | 664 Views
KLASSIEKE BEELDHOUWKUNST. T èchne: alles wat op kunstige wijze wordt gemaakt of gedaan. De Grieken maken nog geen onderscheid tussen kunstenaar en vakman. Alles wat op ‘kunstige’ en kundige wijze gedaan werd was in hun ogen een uiting van tèchne. T èchne.
E N D
Tèchne: alles wat op kunstige wijze wordt gemaakt of gedaan. De Grieken maken nog geen onderscheid tussen kunstenaar en vakman. Alles wat op ‘kunstige’ en kundige wijze gedaan werd was in hun ogen een uiting van tèchne. Tèchne
De beeldhouwkunst dient ter verfraaiing en dankzegging aan de goden in: Tempels, openbare gebouwen, schathuizen, begraafplaatsen, agora. Belangrijke wapenfeiten zien we op reliëfs. De sculptuur geeft de stad allure, herinnert aan de aanwezigheid van goden en aan het roemrijk verleden. De functie van de Griekse beeldhouwkunst
Het materiaal dat men gebruikt in deze periode is marmer. De blokken worden in de groeve reeds voorgehakt. De steenhouwtechniek leerde men van de Egyptenaren. Mannenbeelden noemt men kouros, vrouwenbeelden korè. Men plaats de beelden bij tempels als wijgeschenk. De schenker wordt afgebeeld in zijn ideale gestalte. Soms is het een grafmonument. De Archaïsche periodeca 650 – 480 vchr.
De beelden en reliëfs van de Grieken worden op grond van hun stilistische kenmerken in verschillende perioden ingedeeld. • 650 – 480 vchr. Archaïsche periode • 480 – 323 vchr. Klassieke periode • 323 – 27 vchr. Hellenistische periode
De archaïsche periode 650- 480 vchr. • Acropolis, korè, 500 vchr.
New York kouros 600 vchr. Nog geen echte contra-post; Frontale vormgeving; Analytische opbouw: onderdelen vloeien niet in elkaar over; Bolle amandelvormige ogen; Gestileerde slakkenhuis krullen; Haarstrengen die over de schouder vallen; ‘Archaïsche glimlach’ Stijlkenmerken: ontwikkeling van stijf naar nauurlijke perfectie
Dypilon hoofd 610 vchr.
Delphi Kleobis en Byton 600 vchr.
Acropolis, Korè van Chios, 510 v.chr. Acropolis, Korè, 500 vchr.
Acropolis Korè 500 v chr.
Delphi Korè, Karyatide 525 v hr.
Sounion Kouros 600 vchr.
Acropolis De Kalfdrager 570 vchr/
Volomandros kouros 540 v.chr. Aristodikos kouros 500 v.chr.
Dit beeld werd gevonden tussen ‘Perzenpuin’: na het verslaan van de Perzen (479 vchr.) wordt het beeld gevonden tussen het puin van de Acropolis. Beschadigde beelden werden gebruikt om het plateau van de Acropolis te egaliseren en te vergroten. Het beeld werd daar eind 19e eeuw teruggevonden. Het jaar 479 mag men dan ook beschouwen als het einde van de Archaïsche periode. Kenmerken: Begin van echte contrapost; Kleine draaiing van het hoofd; Het lange haar is opgerold; Levensecht. De ‘Kritios-jongen, ca 480 vchr.
De Klassieke periode 480 – 323 v.chr. Hoofd van Hera, 420 v.chr.
Begin van emoties in het gelaat; Begin van experimenten in houdingen; Doorbreken van frontaliteit; Dynamiek De Blonde-jongen is de overgang naar de Klassieke stijl. De eerste 30 jaar wordt de Strenge Stijl genoemd. Voorbeeld: De Blonde jongen, ca 480 v.chr. Sporen van gele verf in het haar; Ogen liggen diep in de kassen; Zware kin; Gestileerd haar. De Strenge Stijl 480 – 450 v chr.
Delphi De wagenmenner 470 v.chr. Een levensgroot bronzen beeld van een jonge wagenmenner, die een strijdwagen met vier paarden bestuurde tijdens de Pythia-Spelen.. Slechts de benen en de staart van de paarden bestaan nog. Het is een van de weinig overgebleven meesterstukken van de oude Griekse kunst.
Poseidon van Artemis. 460 v.chr. In 1926 werd de hand van het bronzen beeld gevonden door duikers gevonden op de bodem van de zee in de nabijheid van Artemis. Later in 1928 werd het beeld geborgen. Waarschijnlijk is het door de Romeinen gekocht voor een tempel, maar de God van de zee nam het terug. Niet alleen door de hoogte, 2,08 m.,is het een groots beeld. De beeldhouwer laat het moment zien dat Poseidon de drietand werpt. Men vermoed dat de beeldhouwer Kalamis is, anderen wijzen het toe aan Onatas.
De jeugdige van Antikythera 340 v.chr. Dit beeld is ook een van de weinige originele bronzen die ontdekt zijn. Het lag in stukken gebroken op de bodem van de Zee van Antikythera, samen met vele andere marmeren onderdelen van andere beelden. Opmerkelijk is de houding met het opzij gedraaide hoofd in de richting van het ‘spielbein’, zodat slechts de tenen de grond raken. Het werk vertoont de typische kenmerken van de vierde eeuw v.chr.
Olympia 450 vchr. Toen de tempel van Olympia instortte zijn de metopen niet allen verpletterd. Een gedeelte is als reconstructie te zien in het museum. Hiernaast ziet men een overzicht van de reconstructies.Op de metopen zijn de twaalf werken van Herakles uitgebeeld.,
Olympia Eurytion en Deidama 450 v.chr.
Olympia: Thesus, de Centaur en de Lapithen vrouw 450 vchr.
Olympia Apollo, West tympaan 450 v.chr. Op deze tympaan is de strijd van de Lapithen die strijden tegen de Centaurs verbeeldt, Zij kwamen om de bruiloft van Peirithoös en Hippodameia te verstoren.
Olympia Wachter, West Tympaan 450 v.chr.
Olympia Dienstmeisje, Oost Tympaan 450 v.chr.
Olympia Hoofd waarzegger Oost Tympaan 450 v.chr.
De beelden van Riace, 450 v.chr. De belden zijn in 1972 gevonden op de zeebodem bij Riace in Italië. Het zijn twee manshoge beelden van een atleet of soldaat. Na restauratie zijn ze in perfecte conditie. Naast brons werden andere materialen gebruikt: ogen van ivoor en glaspasta, roodkoper voor lippen en tepels. Ze vertonen een perfecte contra-post in combinatie met de gewenst S-curve van de houding. Beeldhouwer: Myron, Phidias, Alcamenes?
Doryphorus 450 v.chr. De maker van dit beeld: ‘De lansdrager’ is Polyclitus. Polyclitus is de meester in het toepaasen van de contra-post. Tevens is hij de schrijver van het boek ‘Kanon’ (Richtsnoer) dat de juiste verhouding tussen de lichaamsdelen behandeld. Op basis van zijn berekeningen maakte hij de Doryphorus: het perfecte voorbeeld van harmonie tussen spanning en ontspanning: de balans tussen gespannen en ontspannen spieren, richting van het hoofd naar rechts, torso en heupen naar links, het evenwicht tussen beweging en rust: de beweging van de voeten, de aanzet tot een stap.
Olympia Hermes en Dionysius 410 v.chr. Mogelijk Romeinse kopie van een bronzen beeld. Het beeld is een van de hoogtepunten van de klassieke periode, maar markeert ook de overgang naar het Hellenisme.
Tot de vierde eeuw zijn de vrouwen gekleed afgebeeld. In de Archaïsche periode dragen ze een peplos of chiton. Plooien werden aanvankelijk door incisie (insnijding) aangegeven. In de klassieke periode worden de plooien gebruikt om Lichaamsvormen te accentueren, bewegingen te tonen, emoties zichtbaar te maken. Deze stijl wordt de Natte Stijl genoemd. Praxiteles is de eerste beeldhouwer die een naakte vrouw maakte: De Aphrodite van Cnidus. De Panatheneion fries 410 v.chr.
Hellenisme 323 – 27 v.chr Nikè van Samontrace 150 v.chr.
Alexander de Grote. • Eind vierde eeuw wordt gekenmerkt door grote politieke, economische en sociale veranderingen. • Philippus van Macedonië dwingt de Griekse polissen hem als heerser te erkennen. • Zijn zoon Alexander de Grote wordt de echte Griekse leider. Hij begint de Perzische Oorlog en verslaat Egypte. Hij streeft naar vermenging van Griekse en Perziche cultuur. Na zijn dood in 323 v.chr. Valt zijn rijk uiteen. Dit moment markeert het begin van het Hellenisme. Paard en jockey van Artemision, 150 v.chr.
Door de oosterse invloed wordt de kracht van de polissen minder: gemeenschapszin evolueert in individualisme. • Hiervan zijn sporen in de kunst te ontdekken: • Aandacht voor persoonlijke trekken van de mens; • De serene rust van de klassieke kunst verdwijnt; • Er is aandacht voor individuele omstandigheden van de mens: de mens wordt afgebeeld in elk levensstadium; • De emoties krijgen de nadruk. • Het Hellenisme wordt gekenmerkt door een grote mate van complexiteit, dat zich uit in verschillende substijlen. Paard en jockey van Artemision, 150 v.chr.
Het lachende kind 126 v.chr. In het Hellenisme wordt aandacht geschonken aan elke fase in het leven van de mens. Dus worden beelden van kinderen interessant. Dit is een voorbeeld van de Rococo substijl: een speelse stijl, spelende kinderen, erotische beelden.
Jongen met een eend, 250 v.chr. Ook dit beeld is een voorbeeld van de Rococo substijl.
Hoofd van een filosoof van Atikythera 250 v.chr. Individuele gezichtsuitdrukking en emotie komt in de plaats van de absolute schoonheid van de klassieke tijd. Barokke substijl: nadruk op emoties en dramatiek dmv gezichtsexpressie, houding en beweging, zware accenten, zoals plooival en overdreven anatomische kenmerken.
Aphrodite en Pan 100 v.chr. Het vrouwelijk naakt is een geaccepteerde kunstvorm geworden. Erotiek als emotie. Rococo
Myron: de Discuswerper 150 v.chr. Voorbeeld van de Classicistische substijl: nabootsing van de klassieke periode.
Myron: dronken vrouw 150 v.chr. Barok. De naam van de kunstenaar wordt bekend, net zoals de afbeeldingen persoonlijk worden, zo komt ook de naam van de kunstenaar naar voren. Ook zijn individuele vakmanschap wordt erkend.
Bronzen mannenhoofd 75 v.chr. Het individuele portret met zijn alledaagse realisme wordt populair. Later zullen vooral de Romeinen deze stijl verder ontwikkelen tot ‘genadeloze’ portretten. Voorbeeld van de substijl Realisme: objectieve weergave zonder idealisering.
Nikè van Samotrace 150 v.chr. Dit imposante beeld is gevonden op het eiland Samotrace. Vandaar de naam. Het is een voorbeeld van Barok: de emotie, de beweging de dynamiek die het beeld uitstraalt. Het kan als symbool van het Hellenisme worden beschouwd.